Andy Langenkamp

‘Het laaghangend fruit van de globalisering is geplukt. Verdergaan betekent snijden in nationale trots en emotie’

Andy Langenkamp Senior politiek analist bij ECR Research

‘De Eurozone vormt het slagveld van een richtingenstrijd tussen rechtlijnigen en rekkelijken verpakt in retoriek die teruggrijpt op de Tweede Wereldoorlog en andere vervlogen tijden en die gedrenkt is in clichés’, schrijft Andy Langenkamp van ECR Research.

Niet alleen bij de BRICS vallen symbool en symptoom samen en is ‘business as usual’ onhoudbaar. De Eurozone vormt het slagveld van een richtingenstrijd tussen rechtlijnigen en rekkelijken verpakt in retoriek die teruggrijpt op de Tweede Wereldoorlog en andere vervlogen tijden en die gedrenkt is in clichés. Alle sarcasme, cynisme en woede die de Griekse crisis heeft opgeroepen zijn symptomen van de overtuiging dat ‘business as usual’ niet langer voldoet. De muntunie kan alleen overleven als staten bereid zijn tot het opgeven van meer soevereiniteit, zodat de muntunie versterkt kan worden via o.a. een fiscale unie. Elders zijn spanningen over zeggenschap, zelfbestuur en onafhankelijkheid en de eeuwige discussie over integratie versus nationale soevereiniteit ook zichtbaar.

Globalisering heeft de strijd tussen soevereiniteit en internationaal bestuur steeds prangender gemaakt. Een hoge mate van ‘global governance’ is vereist voor de aanpak van grensoverschrijdende dreigingen als terrorisme en klimaatverandering. Maar des te groter de behoefte aan mondiaal bestuur om markten open, zeeën vrij, bevolkingen veilig en het klimaat in toom te houden, des te meer we tegen de grenzen van globalisering en internationaal bestuur aanlopen.

‘Het laaghangend fruit van de globalisering is geplukt. Verdergaan betekent snijden in nationale trots en emotie.’

Het meeste van het laag hangende fruit van de globalisering is geplukt. Verdere stappen vereisen diep, pijnlijk snijden in nationale trots en emotie.

Globalisering heeft eraan bijgedragen dat armoede gigantisch afgenomen is, maar heeft aan landen die zich uit de armoede hebben gevochten ook nieuw politiek, diplomatiek en militair elan verschaft. Dit brengt wrevel teweeg tussen gevestigde en nieuwe machten.

De Grote Recessie bracht de gevaren van globalisering pijnlijk voor het voetlicht. Massa’s mensen werden ineens gewaar van het feit dat zij zeer kwetsbaar zijn voor financieel-economische ontwikkelingen aan de andere kant van oceaan of grens. Wantrouwen tegen integratie, internationalisering en vrijhandel namen daardoor toe.

Twee kanten van dezelfde medaille

Bovendien heeft globalisering sowieso grote groepen verliezers voortgebracht – de lage middenklasse in de rijke landen en mensen helemaal onderaan de inkomensladder – die zich duidelijker laten horen en die moeilijker genegeerd kunnen worden door politici.

‘Global governance’ en globalisering zouden in wezen twee kanten van dezelfde medaille moeten zijn. Beide worden nu bekrast, mede door de wederopleving van de geopolitiek. Structuren en organisaties die in de decennia na de Tweede Wereldoorlog soms nog behoorlijk functioneerden – al moet dat niet overschat worden – staan nu onder druk. Tegelijkertijd is de groei van de wereldhandel enorm afgezwakt. Voorheen gaf de wereldhandel een flinke boost aan mondiale economische groei, maar dat is niet langer het geval.

Voorlopig lijkt globalisering een hoogtepunt bereikt te hebben in de jaren in de aanloop naar de financiële crisis. Landen die nu voortrekkers zouden moeten zijn van een vreedzame, geleidelijke hervorming van de internationale orde kampen met grote problemen.

Rusland

Rusland is door mismanagement en sancties in een recessie beland en gezien Poetins harde koers en de laag blijvende olieprijs, zal de Russische economie niet snel een opleving zien. Bovendien heeft Poetin met zijn combinatie van ijdelheid, imperialisme, realisme en populisme krachten ontketend die gedijen in en schreeuwen om een klimaat van oorlog en nationalisme.

China

China worstelt met de overgang van een exporteconomie naar een op consumptie en binnenlandse groei gerichte economie en met de problemen die samengaan met het liberaliseren van een economie en financiële markt. Bovendien vaart president Xi Jinping een almaar autoritairder koers. De nationalistische kaart is Beijing ook niet vreemd, ware het alleen al omdat soms tegemoet gekomen moet worden aan de gevoelens van de massa die vaak patriottistischer is ingesteld dan de machthebbers. Maar de leiders zijn ook niet vies van een potje nationalistisch, geopolitiek schaken. Beijing wil geen nieuwe Koude Oorlog starten, maar strijdt wel met de VS om regionale dominantie.

Andere grote, opkomende landen – een inmiddels door steeds meer analisten als achterhaald beschouwde term – gaan minder confronterend te werk als Beijing en zeker als Rusland, maar beschouwen de huidige verhoudingen ook als scheefgegroeid en vinden dat zij een prominentere plek aan de tafel verdienen.

Die andere opkomende staten lijden eveneens onder binnenlandse politieke en economische problemen. De glans van de Indiase leider Modi is dof geworden nu hij vastloopt in hervormingen van de arbeidsmarkt, harmonisering van belastingen en opengooien van productmarkten. Brazilië kampt met een politiek-economische crisis die steeds grotere proporties aanneemt. Zuid-Afrika stevent af op een voor een opkomende economie zeer magere groei in 2015 en een werkloosheid van 35%.

‘De vluchtelingencrisis maakt duidelijk dat Europa nog altijd in de eerste plaats gestuurd wordt door nationale regeringen en nationale belangen en niet door solidariteit en gezamenlijk belang.’

De BRICS-landen zullen globalisering en internationaal bestuur niet snel een positieve zwengel kunnen geven. Ook van het Westen hebben we weinig verwachtingen. De vluchtelingencrisis maakt duidelijk dat Europa nog altijd in de eerste plaats gestuurd wordt door nationale regeringen en nationale belangen en niet door solidariteit en gezamenlijk belang.

De VS hebben na de avonturen in Afghanistan en Irak en na de moeizame omgang met de Arabische Lente minder behoefte om de kar te trekken. Van isolationisme is geen sprake, maar de VS gaan ook zeker niet onbevangen de wereld ‘verbeteren’. Bovendien kan nogal wat aangemerkt worden op de bijdrage van Amerika aan de internationale orde: het heeft altijd grote betalingsachterstanden bij de VN gehad en het weigert lid te worden van het Internationaal Strafhof. Ook voor Amerika geldt dat korte termijn, nauw gedefinieerde nationaal belangen voor gedeelde belangen gaan die zich pas veel later uitbetalen.

Waar de VS en andere Westerse staten vroeger konden wegkomen met hypocrisie en opportunisme, wordt dat nu moeilijker, omdat andere landen meer macht hebben gekregen en omdat de media overal zijn.

Lastige hervormingen

‘Business as usual’ voldoet niet meer in de internationale politiek en economie. Maar hervormingen zijn zeer lastig gezien de opkomst van (her)nieuw(d)e grootmachten, de soms nukkige reactie van de gevestigde orde, geopolitiek crises, ontevreden en angstige kiezers, mogelijke grenzen aan de globalisering nu nationalisme, populisme en mercantilisme de kop opsteken, het teruggrijpen op nationale soevereiniteit, vastgeroeste internationale instituties en economische tegenwinden.

De boost die internationalisering en globalisering en relatieve geopolitieke rust in de jaren negentig en eerste jaren van het nieuwe millennium gaven aan de wereldeconomie, keert voorlopig niet terug. Ook gezien laag blijvende productiviteitsgroei, gigantische schuldenbergen, en de vergrijzing. Over een aantal decennia kunnen wetenschappers wel eens terugkijken op de periode vanaf de jaren negentig tot 2007-2008 als anomalie in de wereldwijde economische groei en als hoogtepunt van de liberaal-economische orde van Bretton Woods.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content