Vrije Tribune

‘Het is hoog tijd voor een herwaardering van deeltijds leren: van laatste kans naar eerste keuze’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Drie Vlaamse Parlementsleden voor N-VA pleiten voor een herwaardering van deeltijds onderwijs. ‘We willen dit veel intenser gaan promoten als 100% gelijkwaardig alternatief binnen het klassieke onderwijsaanbod.’

Tim, 17 jaar is een zeer enthousiaste leerling in de TSO-richting Jeugd- en gehandicaptenzorg … tenminste als de handen uit de mouwen mochten. “Ik ben een man van het doen, niet van het zeggen hé meneer”. Tim komt regelmatig zeer moe op school aan. Niet omdat hij te laat uitging of languit lag te chillen op zijn zetel. Neen, na school ging Tim werken. Het hele jaar door was hij jobstudent, vrijwilliger in een aantal voorzieningen voor personen met een beperking en daarbuiten babysitte hij ook bij een gezin dat een dochter had met een meervoudige beperking. Stilzitten was zijn dingen niet. Hij keek dan ook reikhalzend uit naar de stages en stagebezoeken bij hem waren een genot voor iedereen. Het was voor hem niet werken, net zo min als zijn naschoolse jobs, maar een vorm van levend leren die bij hem ook veel meer opleverde dan leren op school..

De naam is fictief, het personage daarentegen uit het leven gegrepen. Al jaren weten we dat leren niet stopt als je de schoolbanken verlaat maar ‘levenslang’ en op de werkplek gebeurt. Laat ons van die werkplek dan ook een schoolplek maken. Iedereen heeft zijn eigen leerstijl en voor sommigen is dit “al meewerkend” in plaats van “al studerend” leren.

Het echte leven is daar

buiten

Er bestonden al heel wat trajecten van deeltijds leren en werken om deze jongeren werk ervaring te laten op doen en om hen te laten kennismaken met de werkvloer. Verschillende systemen werden opgestart, maar de veelheid aan geplante bomen – uiteraard met eigen regelgeving en plannen op Vlaams én federaal niveau – maakten het bos onzichtbaar door de bomen. Ouders, leerlingen, het onderwijsveld en het bedrijfsleven zijn al lang vragende partij voor meer eenvormigheid, transparantie en meer efficiëntie. En hoewel – volgens een Unizo-enquête uit 2012 – 70 procent van de ondernemers tevreden is over het werk van leerjongeren, daalt het aantal leerjongeren de laatste jaren. Daar moeten we iets aan doen.

Met de zesde staatshervorming komen quasi alle bevoegdheden die te maken hebben met werken en leren naar Vlaanderen. Dat schept een opportuniteit. Wat nu nodig is, is geen tabula rasa, maar wel een rationalisatie. We moeten inventariseren wat bestaat, behouden wat goed is, en daar een coherent geïntegreerd stelsel van maken.

Anno 2015 hebben al te veel jongeren geen animo meer om te leren. ‘Leren door werken’ kan die zin terug brengen.

Op die manier kunnen we de leerroutes naar praktijkonderwijs versterken en herwaarderen: ‘leren door werken’ moet een positieve, bewuste keuze zijn. We willen dit veel intenser gaan promoten als 100% gelijkwaardig alternatief binnen het klassieke onderwijsaanbod. Vormen van niet voltijds secundair onderwijs worden in Vlaanderen nogal vaak als minderwaardig beschouwd – en dit in schril contrast met andere Europese landen waar deeltijds leren en werken als evenwaardig wordt beschouwd aan voltijds leren.

Dimitri, een jonge gast van 17 jaar glunderde als een pauw. Het vliegtuigje waaraan hij had meegewerkt was net gekeurd voor een eerste proefvlucht. Op school scheen hij wat in zichzelf gekeerd te zijn. Toen hij uitlegde hoe het vliegtuigje werd gebouwd was daar niets van te merken. Hij bracht het verhaal met dezelfde passie en authentieke verbetenheid als de vliegtuigbouwer zelf.

Anno 2015 hebben al te veel jongeren geen animo meer om te leren. ‘Leren door werken’ kan die zin terug brengen. Door variatie te brengen en door de theorie meteen in de praktijk te brengen of zelfs direct op de werkplek te verwerven. Door te kunnen werken in een omgeving met ervaren rotten. Door aan de slag te mogen met state of the art materiaal dat technologische jongens en meisjes uitdaagt maar dat in vele scholen niet voorhanden is. Leren krijgt door te werken een positieve, motiverende connotatie.

De brug tussen onderwijs en arbeidsmarkt moet nog beter gestut worden. Deze brug situeert zich niet enkel na de schoolse loopbaan, maar ook tijdens de loopbaan. Scholen en bedrijven moeten sterke partners worden vanuit een win-win-benadering.

Uitbouw van het eerste netwerk

Jongeren leren arbeidsattitude, ze leren er de regels die in een onderneming gelden en ze beseffen dat deze niet hetzelfde zijn als op de schoolbanken. Ze leren in team werken. De praktijkervaring en de competenties die jongeren op de werkvloer verwerven en de specifieke competenties die ze ontwikkelen zijn goud waard én voor ondernemers die op zoek zijn naar goede arbeidskrachten voor de langere termijn én voor de jongere zelf.

Leerlingen in een stelsel van zogenaamd ‘duaal’ leren door werken kunnen bovendien de continuïteit van bedrijven verzekeren en kunnen zelf vlot op mooie toekomstperspectieven rekenen. Ze bouwen er al een eerste netwerk uit. De helft van de afgestudeerden van het Audi-pilootproject ‘Geassocieerd onderwijs’ bijvoorbeeld kon bij het afstuderen in 2014 meteen aan de slag bij Audi Brussels ; de anderen hebben zeer waardevolle competenties op zak of startten een extra jaar opleiding.

Dat geldt zeker ook voor kansengroepen, en daarmee komen we bij een ander pluspunt aan een nieuw stelsel van leren door werken, met name de uitbreiding van kansen voor alle groepen van de bevolking. Iedereen weet hoe moeilijk bijvoorbeeld jongeren met een migratie-achtergrond het hebben op de arbeidsmarkt. Deze jongeren hebben vaak een beperkt netwerk. Via leren door werken kunnen ze de nodige ervaring opdoen om makkelijker aan een job te geraken maar ook zichzelf bewijzen aan werkgevers. Zo kunnen we het aantal jongeren in ‘NEET: “Not in Education, Employment, or Training” terugdringen.

Oplossing voor wie schoolmoe is

Let wel, duaal leren door werken kan ook een oplossing zijn voor wie ‘schoolmoe’ is, maar is zeker veel meer dan dat: het moet voor iedereen een positieve kans zijn en worden om zijn of haar talenten te ontwikkelen. Een systeem dat àlle – zwakkere, sterkere, … – leerlingen kan aanspreken die werkend willen leren. In het verleden werd het stelsel veel te veel gezien en gepromoot als onderwijs van de laatste kans. Dat is het niet, mag het niet meer zijn.

Moet iedereen aan de slag in een bedrijf? Neen, zeker niet. Maar het omgekeerde klopt ook niet: niet iedereen is gemaakt om te leren en sommigen werken nu eenmaal liever met hun handen.

Betekent één geïntegreerd stelsel ook een eenheidsstelsel, lees eenheidsworst? Natuurlijk niet. One size fits none. In het stelsel van leren door werken willen wij gaan voor maatwerk, voorafgegaan door een grondige en neutrale screening en toeleiding en waarbij waarbij – vanzelfsprekend – rekening wordt gehouden met de jongere zijn of haar schoolsituatie en interessegebied én de noden van de werkgever.

Betekent leren door werken dat er geen algemene vorming meer gegeven wordt? Neen, in tegendeel. Het is net door het motiverende van leren door werken dat jongeren ook terug gemotiveerd worden voor algemene vorming.

Een nieuw systeem gaat dus niet over leren leren en werken, maar over leren door werken. Aristoteles wist het al: “wat we moeten leren doen, leren we al doende.”

(De drie ondertekenaars zijn Vlaams Parlementslid voor N-VA. Koen Daniëls was jarenlang actief als leerkracht, stagebegeleider en pedagoog in BSO-, en TSO-school, Axel Ronse is voormalig directeur bij UNIZO, Miranda Van Eetvelde is voormalig arbeidsbemiddelaar bij de VDAB.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content