Vrije Tribune

‘Het beroepsgeheim van OCMW-medewerkers vormt geen belemmering in de strijd tegen terrorisme’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Dit wetsvoorstel is de eerste stap om ook het beroepsgeheim van artsen, journalisten en advocaten te ondermijnen’, voorspellen de Brusselse OCMW’s. Morgen wordt gestemd over een nieuwe wet die het beroepsgeheim aanpast voor OCMW-medewerkers.

Nutteloos, gevaarlijk voor de fundamenten van onze rechtsstaat, beledigend voor de gebruikers van het OCMW en totaal onredelijk met betrekking tot de verantwoordelijkheid die op de schouders rust van de maatschappelijk werkers. Dit is hoe wij, de secretarissen van de OCMW’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het wetsvoorstel zien waarover deze week gestemd wordt, en dat als doel heeft om gedeeltelijk de geheimhouding van de personeelsleden van de instellingen van de sociale zekerheid op te heffen.

‘Het beroepsgeheim van OCMW-medewerkers vormt geen belemmering in de strijd tegen terrorisme’

De aanvankelijk aangenomen veronderstelling, is dat het beroepsgeheim van de maatschappelijk werkers een belemmering is voor de strijd tegen het terrorisme.

Zelfs al is de tekst algemeen, aangezien die zich richt tot “alle instellingen van de sociale zekerheid”, toch blijkt duidelijk uit de debatten van de commissie in de Kamer dat de OCMW’s in eht bijzonder geviseerd woeden.

De aanvankelijke veronderstelling is onjuist en in werkelijkheid lijk het hier meer de bedoeling om het beroepsgeheim van iedereen te ondermijnen: maatschappelijk werkers, artsen, advocaten, journalisten, psychologen, priesters, verpleegkundigen die aan huis gaan, en vele anderen die zouden moeten toegang hebben tot de meeste vertrouwelingen die zich tot hen richten.

We lezen hier en daar dat sommigen niet aarzelen om openlijk met de vinger te wijzen dat een van onze OCMW’s een absolute of zelfs een dogmatische visie heeft over het verplichte beroepsgeheim.

Waarom wettelijk kader veranderen?

Wij zijn van mening dat wanneer het verzoek afkomstig is van de overheden die uitdrukkelijk vermeld zijn in het Wetboek van Strafrecht of door een onderzoeksrechter, een rechtbank of een parlementaire onderzoekscommissie, er gevolg aan moet gegeven worden; we communiceren eveneens wanneer we te maken hebben met een ernstig en onmiddellijk gevaar waardoor we niet anders kunnen dan het beroepsgeheim op te heffen.

Is het dan nodig om de wet te veranderen terwijl de huidige wetgeving reeds de hiervoor vermelde oplossingen voorziet, die wij altijd aangewend hebben en daardoor de grenzen van de wet respecteren.

De besproken tekst vermeldt het feit van het verkrijgen van “administratieve informatie” (geholpen persoon of niet, …); dit is eveneens opmerkelijk aangezien deze elementen opgenomen zijn in de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, die een centrale en federale instelling is.

Daarnaast willen we het totaal onredelijke karakter van dit voorstel benadrukken, meer bepaald de verantwoordelijkheid dat dit voorstel legt op de schouders van de werknemers van de instellingen van de sociale zekerheid, en in het bijzonder de maatschappelijk werkers van het OCMW.

Voor wat betreft de ambtenaren die niet gehouden zijn aan het beroepsgeheim, moeten zij in overeenstemming met artikel 29 van het wetboek van strafvordering aangifte doen bij de procureur des Konings van strafbare feiten waarvan zij kennis verwerven tijdens de uitoefening van hun functie.

Het huidig voorstel verplicht de ambtenaren, onderworpen aan het beroepsgeheim, van de instellingen van de sociale zekerheid, om te communiceren met de procureur des Konings over informatie die kan leiden tot ernstige aanwijzingen over het bestaan van een terroristisch misdrijf.

Hier wordt met twee maten en gewichten gemeten. De doorsnee ambtenaar moet aangifte doen van een misdrijf, en de maatschappelijk werker wordt verplicht om informatie aan te geven die kan leiden tot ernstige aanwijzingen over het bestaan van een terroristisch misdrijf.

Hier loopt hij natuurlijk het risico om zelf vervolgd te worden voor niet-naleving van artikel 458 van het wetboek van strafrecht wanneer de “ernstige aanwijzingen” niet ernstig genoeg blijken te zijn!

Deze situatie is natuurlijk ontoelaatbaar en volledig onevenwichtig zonder rekening te houden met het feit dat er een reële rechtsonzekerheid is voor onze medewerkers die dit niet nodig hebben. Dit is niet aanvaardbaar. Dit is de reden waarom de Secretarissen van de OCMW’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich verzetten tegen het wetsvoorstel dat bedoeld is om het beroepsgeheim te beperken.

Deze tekst is ondertekend door de secretarissen van de OCMW’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content