Miranda Van Eetvelde (N-VA)

‘Gun jeugdbewegingen de ruimte om fouten te maken en eruit te leren’

Miranda Van Eetvelde (N-VA) Vlaams parlementslid voor N-VA en voormalig arbeidsbemiddelaar bij de VDAB

‘De jeugdbeweging heeft nog steeds een unieke rol voor de opvoeding van kinderen en jongeren naast het gezin en de school’, schrijft Miranda Van Eetvelde, Vlaams parlementslid voor N-VA. ‘Natuurlijk zijn de incidenten van de afgelopen maanden te betreuren, maar mogen we ook pleiten voor een beetje verdraagzaamheid?’

Het was een bewogen zomer voor de jeugdbewegingen. Elke week was er wel een zomerkamp dat in de aandacht stond. Het begon met positief nieuws nog voor de kampen van start gingen: na jaren van dalingen en tekorten, was er voor het eerst eindelijk een ommekeer zichtbaar in het aantal tenten voor de jeugdbewegingen. De tekorten zouden slinken, kortom er zou geen jeugdbeweging meer op kamp moeten zonder tenten. Zo was er een daling van het aantal voorlopige geweigerde aanvragen bij de Uitleendienst voor kampeermateriaal (ULDK) met 25% tegenover 2016. Later – in juni – kwamen er nog 149 tenten waardoor de tekorten verder zouden slinken. Het is nog niet duidelijk of er helemaal geen tekorten waren deze zomer, maar sowieso is er sprake van een vooruitgang tegenover vorige zomers, mede met dank aan de minister van Defensie.

‘Gun jeugdbewegingen de ruimte om fouten te maken en eruit te leren’

De positieve teneur van de eerste berichten sloeg snel om. Eerst was er een nachtspel dat uit de hand liep en waarbij een tiener in shock naar het ziekenhuis moest. De commotie over het ‘incident’ maakte al snel plaats voor andere feiten. Een jeugdbeweging op kamp werd bestolen. De buit van de diefstal: zo’n 3000 euro. Een andere jeugdbeweging werd weggepest door de intimidatie van lokale jongeren, terwijl een andere groep dan weer het slachtoffer werd van haar eigen succes: zij waren met te veel om samen de trein naar huis te nemen zoals gepland.

Niet veel later bereikten ons de krantenkoppen over kampen die stopgezet moesten worden wegens toeslaande ziekte na contact met het vervuilde water van de Ourthe.

En dan moest het ergste nog komen: een jongen raakte vermist toen op kamp was in het buitenland en daar ging zwemmen. Verschillende zoek- en reddingsacties werden opgestart. De jongen werd dood teruggevonden. Het zorgde voor een schokgolf binnen de jeugdbewegingen en bij de hele bevolking.

Op de koop toe was er dan nog zeer recent een school die de té korte rokjes van de chiro- en scoutsmeisjes wil bannen en de meisjes de toegang tot de schoolpoort verbood. En tot slot werd ook deze week een jeugdbeweging geviseerd omwille van een affiche. Een lokale Scoutsgroep had een karikaturale, zwarte stripfiguur gebruikt als mascotte voor hun fuif. Dat was blijkbaar een brug te ver, voor een jonge moeder die fel van leer trok tegen de Scoutsgroep. ‘Denk je dat ik als mama mijn zoontje naar zo’n groep kan of wil sturen?’ vroeg schrijfster Dalila Hermans op haar Facebookpagina.

De jongeren die de fuif organiseerden waren zich van geen kwaad bewust: de affiche wordt al sinds jaar en dag gebruikt, altijd met hetzelfde stripfiguurtje. Die scoutsgroep is meer dan die fuif. een groep jongeren die zich een jaar lang inzetten, zaken organiseren voor en met elkaar. Om dan door één negatieve opmerking de grond ingeboord te worden.

Bewogen zomer

Dat het een bewogen zomer was, is het minste wat je kan zeggen. Deze voorvallen plaatsten deze jeugdbewegingen meer dan anders in de aandacht, en meteen leek iedereen ook een mening klaar te hebben. Naast de evidente harten-onder-de-riem op sociale media, waren er ook die hun gal spuwden over de leiding, over de nodeloze risico’s die ze (zouden) nemen, over de herrie en overlast die ze (zouden) veroorzaken.

‘Onderzoek wijst uit dat goed jeugdwerk een laboratorium is van de civiele maatschappij, en jongeren dus ook respect voor de ander en gemeenschapszin bijbrengt.’

De digitale wereld en de sociale media spelen hierin natuurlijk een rol. Bovendien was – vanuit mediatiek oogpunt – logisch om de incidenten na elkaar te plaatsen. Nochtans zijn er nu – globaal gezien – helemaal niet meer incidenten dan vroeger. Chirojeugd Vlaanderen zei het met zoveel woorden: ‘Er zijn niet meer kampen afgebroken dan andere jaren.’ Er was wel een verhoogde waakzaamheid, bijvoorbeeld bij ziektes op kamp, waardoor er sneller wordt opgetreden, en ook de media daar oog voor hebben. Maar dat wil niet zeggen dat er daarom meer incidenten zijn.

Natuurlijk zijn de incidenten te betreuren en hoop je van harte dat ze zich niet herhalen. Maar mogen we ook pleiten voor een beetje verdraagzaamheid? Voor een beetje ‘je bent jong en je wil wat’? Voor een positieve benadering en voor het erkennen van het belang van de jeugdbeweging.

Vele jongeren worden gevormd in een jeugdbeweging. Voor velen is het een universiteit van het leven. Ze leren er met elkaar omgaan, en de bluts met de buil te nemen. Ze leren er plannen en organiseren. Eerder onderzoek wijst uit dat goed jeugdwerk een laboratorium is van de civiele maatschappij, en jongeren dus ook respect voor de ander en gemeenschapszin bijbrengt. De jeugdbeweging heeft nog steeds een unieke rol voor de opvoeding van kinderen en jongeren naast het gezin en de school, die niet meteen door andere instanties zal overgenomen worden.

Laten we het kind niet met het badwater weggooien. Natuurlijk worden er soms fouten gemaakt. Jongeren maken fouten, net zoals volwassenen overigens. Laat hen die fouten maken en er uit leren. Wij maakten deze vroeger ook, waarom zouden jeugdbewegingen van nu dit ook niet mogen doen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content