Bart Caron (Groen)

‘Er is veel armoede in Vlaanderen. Moeten we daarom stoppen met investeren in Oosterweel?’

Bart Caron (Groen) Voormalig Vlaams Volksvertegenwoordiger voor Groen

‘De Vlaamse regering voert voor de lokale besturen een beleid van ’trek-uw-plan’ verpakt als meer lokale autonomie’, schrijft Bart Caron (Groen) in een reactie op het opiniestuk van Marius Meremans (N-VA). ‘Dit lijkt erg op een hold-up op het geld van de minister van jeugd en cultuur, ten gunste van de minister van binnenlands bestuur.’

Gisteren verscheen van collega Marius Meremans een opiniestuk op Knack.be. Alles wat de discussie kan voeden, is welkom in een democratisch debat. Maar, debat vereist ook een wederwoord, zeker als collega Meremans een stuk schrijft vol kromme redeneringen, daarbij de werkelijkheid veel rooskleurig voorstelt dan die is, en tenslotte, al dan niet bewust, een aantal besparingen op kap van de gemeenten vergeet.

Op één punt heeft de steller gelijk: de subsidies die momenteel nog vanuit Vlaanderen naar de lokale besturen stromen en ingezet worden voor het lokaal jeugd-, cultuur- en sportbeleid vertegenwoordigen slechts een beperkt deel van wat een Vlaamse gemeente in totaliteit spendeert aan dat beleid. Dat is juist. Het is altijd de bedoeling geweest.

‘Er is veel armoede in Vlaanderen. Moeten we daarom stoppen met investeren in Oosterweel?’

Immers, uit de geschiedenis van de vervloekte decreten blijkt dat het Vlaams beleid daarbij al uitging van een grote zelfbeschikking en autonomie van de gemeenten. Het ging om impulsen om gemeenten en steden aan te zetten te investeren in cultuur, jeugdwerk (o.a. werkingen voor kansarme jeugd) of sport. Die impulsen hadden voor een groot multiplicatoreffect. Niet dat gemeenten hier trouwens een pak verplichtingen opgelegd werden.

Ze mochten vrij intekenen, behalve voor een openbare bibliotheek. Die laatste is al veertig jaar verplicht, omdat de toenmalige en sommige huidige cultuurpolitici het belang van lezen en van toegang tot cultuur en informatie hoog in het vaandel voerden, en daarbij zelfs een emancipatorisch en cultureel ideaal koesterden. Zelfs in het super gedecentraliseerde Nederland bestaat er nog een bibliotheekwet.

Van betutteling richting autonomie

De bij ons gehanteerde subsidietechniek is niet uitzonderlijk. Integendeel, ook vandaag is veel beleid een vorm van impulsbeleid. Kijk naar premies voor isolatie of voor restauratie van monumenten. Die dekken nooit alle uitgaven. Een subsidie van bijv. 40% zet veel gezinnen en (lokale) besturen aan de stap naar bijv. restauratie, naar isolatie, naar investering in zonnepanelen enz. te zetten. De gemeenten hebben trouwens nooit geklaagd over die vrij beperkte subsidie. De schepen van cultuur, jeugd en sport hebben dankbaar gezwaaid met deze regelgeving om in hun gemeenten, als vertegenwoordigers van zachte sectoren, toch een en ander te kunnen realiseren. Proficiat daarvoor.

Ja, er is een evolutie van betutteling naar autonomie. De vervloekte decreten zijn in de loop van de decennia geëvolueerd richting meer lokale zelfstandigheid. De betuttelende regels werden afgeschaft, de bijhorende planlast werd geschrapt. Dat is trouwens gebeurd met steun van Groen. Na de laatste wijziging, ook met N-VA in de Vlaamse regering, was er een evenwicht gevonden tussen lokale autonomie en een zeer beperkte Vlaamse aansturing op beleidsprioriteiten.

De vier N-VA-ministers uit de Vlaamse regering: Ben Weyts, Liesbeth Homans, Philippe Muyters en minister-president Geert Bourgeois.
De vier N-VA-ministers uit de Vlaamse regering: Ben Weyts, Liesbeth Homans, Philippe Muyters en minister-president Geert Bourgeois.© Belga

Dat komt/kwam neer op een volwassen vorm van bestuurlijke coproductie, samenwerking om betere resultaten te bereiken. Dat gebeurt op vele terreinen, zoals bijv. in openbare werken, in milieuzorg, bij de bestrijding van deradicalisering enz. Coproductie is geen uiting van diep wantrouwen in de lokale besturen, maar van geloof in de meerwaarden van een actieve samenwerking tussen bestuursniveaus.

Deze operatie is trouwens inconsistent. Waarom beperkt de Vlaamse overheid de afschaffing van de decreten en de overdracht van centen naar het Gemeentefonds tot deze sectoren? Terzijde, maar niet onbelangrijk, cultuur, sport en jeugdwerk vertegenwoordigen zowat 90 procent van het over te dragen budget. Waarom gebeurt dat niet voor lager en kunstonderwijs, voor ouderenzorg, voor algemeen welzijnswerk (samenwerking OCMW’s en CAW’s), voor kinderopvang, voor monumentenzorg enzovoort? Daar blijft sturend Vlaanderen alleen de lakens uitdelen en hoor je geen woord over lokale autonomie. Je kan dit zelfs uitbreiden naar de federale overheid? Waarom zijn er wel nog sectorale subsidies voor politie en brandweer, voor leeflonen enzovoort?

‘Hallo N-VA, zitten jullie ook niet aan het stuur van deze federale bevoegdheden? ‘

Hallo N-VA, zitten jullie ook niet aan het stuur van deze federale bevoegdheden? Waar is de logica van deze operatie? Kan Marius Meremans mij dat eens uitleggen? Of is het zo dat het geld voor cultuur mag aangewend worden voor openbare werken, maar niet voor kinderopvang? Op welke ‘intellectuele eerlijkheid’ is dat gebaseerd?

En daarnaast. Ik begrijp dat Vlaanderen vele andere sectoren nog sterk betuttelt. Laat ons die drastisch afbouwen aub. Bijvoorbeeld in de welzijnssector. Moet de aansturing daarom helemaal verdwijnen? Kan iemand mij uitleggen waarom Vlaanderen geen enkele vorm van beleid mag voeren over bibliotheekwerk, cultuurcentra, cultuurspreiding enz? Het lijkt erg op een hold-up op het geld van de minister van jeugd en cultuur, ten gunste van de minister van binnenlands bestuur.

Demagogische argumenten

Nog een kromme redenering: collega Meremans schrijft dat de Vlaamse overheid anno 2015 een ‘kaderstellende’ overheid is die de grote doelstellingen van het Vlaamse beleid bepaalt. En dat de gemeenten het vertrouwen krijgen om dat in te vullen. Wel ja, akkoord. Waar is de kaderstelling over cultuurspreiding, participatie, lezen, informatie enz…. Die is mee geschrapt… Er is gewoon geen enkele vorm van kaderstelling.

En dan het bekende demagogische argument: wat ben je met een Olympisch zwembad, een state of the art concertgebouw als je straten leegstand vertonen en de bevolking de vinger op de knip houdt? Ja, er is veel armoede in Vlaanderen. Zullen we dan ook stoppen met te investeren in prestigieuze Vlaamse projecten zoals pakweg Oosterweel? Investeren in cultuur en jeugdwerk is investeren in (volks)ontwikkeling, is het empoweren van de bevolking, in de lokale levenskwaliteit.

Wat vergeet hij mijn gewaardeerde collega?

Bij de overdracht van de bedragen naar de gemeenten wordt 5 tot 10% achtergehouden, lees bespaard, door Vlaanderen. En er is beslist de subsidies niet meer te indexeren. Daarenboven worden criteria als kansarmoede, welvaartsniveau enz., die nu gehanteerd worden om de bedragen toe te kennen, geen rekening meer mee gehouden. De bedragen worden immers bevroren.

‘Een regeerakkoord is geen decreet. De onderhandelaars vervangen het parlement niet.’

En nog meer: uit eerste onderzoek blijkt nu al dat er vrij drastisch personeel afvloeit in bibs en cultuurcentra, dat bibfilialen worden gesloten en evenementen minder budget krijgen. Als de tendens zich doorzet, – de moeilijke financiële situatie van de gemeenten laat niet anders vermoeden – zal de balans over een jaar of zes bijzonder negatief zijn. Dankzij de lokale autonomie van mijn N-VA-collegae.

Het is naar de lokale besturen een beleid van ’trek-uw-plan’ verpakt als meer lokale autonomie.

Nog dit: dat de afschaffing van de sectorale subsidies aan de gemeenten zwart op wit in het Vlaamse regeerakkoord staat, is geen vorm van ‘beslist’ beleid. Een regeerakkoord is geen decreet. De onderhandelaars vervangen het parlement niet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content