Maartje De Vries en Benjamin Pestieau

‘Een werkweek van 30 uur heeft meer voordelen dan u zou verwachten’

Maartje De Vries en Benjamin Pestieau Maartje De Vries is voorzitster van de vrouwenorganisatie Marianne. Benjamin Pestieau is syndicaal verantwoordelijke van de PVDA.

‘De combinatie van werk en gezin is dringend aan een nieuw inspirerend verhaal toe’, betogen Maartje De Vries en Benjamin Pestieau. Zij zien een kortere werkweek net als een voorbeeld van slim ondernemerschap.

Het stuk hieronder is een voorpublicatie uit ‘De miljonairstaks en zeven andere briljante ideeën om de samenleving te veranderen’. Volgens PVDA-voorzitter Peter Mertens, die het boek samenstelde, gaat het om ideeën die buiten de lijntjes kleuren. ‘Dat VOKA en Karel Van Eetvelt het er niet mee eens zijn, sterkt mij net in mijn overtuiging dat die vernieuwing toch de juiste is’, legt Mertens uit.

Opnieuw meester worden van je tijd

‘Beeld je eens in hoe je leven en dat van je gezin eruit zouden zien als een 30-urige werkweek het nieuwe voltijds zou zijn.’ Eva Brumagne, de directeur van vrouwenbeweging Femma, zet haar ploeg enthousiast op dat spoor: dertig uur betaald werken als de nieuwe norm voor voltijds. Bij Eva proef je het enthousiasme om er echt voor te gaan, om de epidemie van het overwerk en de overbezette agenda’s achter ons te laten, om mensen met tijdshonger terug meester te laten zijn van hun tijd, hun gezondheid, hun relaties, hun leven.

Zij is niet de eerste die met zo’n droom vooruitkijkt. Bijna een eeuw geleden, in 1930, deed de grote econoom John Maynard Keynes de voorspelling dat we in 2030 door de vooruitgang nog maar drie uur per dag zouden werken. Daaraan koppelde hij de grootste uitdaging voor die verre toekomst: wat te doen met al die vrijgekomen tijd? ‘We zijn er te lang op getraind inspanningen te leveren, we hebben niet geleerd te genieten’, schreef hij. ‘Eer aan wie ons kan leren de dag te plukken, eer aan de verrukkelijke mensen die in staat zijn direct plezier te vinden in de dingen, en aan de lelies in het veld die niet werken of spinnen.’

Burn-out
Burn-out © Istock

Keynes was niet gek. In zijn tijd was de werkweek snel aan het krimpen en leek zijn voorspelling allesbehalve utopisch. In de VS wist de National Association of Manufacturers in 1930 maar op het nippertje te verhinderen dat de Senaat de 30-urenweek stemde. De Amerikaanse vakbondsfederatie Industrial Workers of the World (IWW) pleitte in 1931 voor een 4-urige werkdag. Keynes trok slechts de lijn richting korter werken door naar de toekomst. Ook de filosoof Bertrand Russell voegde zich in die jaren in het rijtje van de grote denkers die op een 4-urige werkdag rekenden: ‘Er zal geluk en levensvreugde zijn,’ schreef hij, ‘in plaats van overspannen zenuwen, vermoeidheid en buikpijn.’

‘Als het aan het beleid en de werkgevers ligt, gaan we alleen nog maar langer en harder werken’

Zeventig jaar later, in het begin van deze 21ste eeuw, waren landen als België, Frankrijk en Nederland al vier tot vijf keer zo rijk als in 1930, maar niet vrije tijd of het ‘pluk de dag’ zijn onze grootste uitdagingen, maar stress en onzekerheid. En als het aan het beleid en de werkgevers ligt, gaan we alleen nog maar langer en harder werken. We zouden geen keuze hebben: anders verliezen we de ‘concurrentieslag’ met China en India, kunnen we ‘de vergrijzing niet betalen’ of kampen we straks met ‘acute arbeidskrachttekorten’.

Het is een van de grote paradoxen van onze tijd: de mogelijkheden van de hightech samenleving lijken haast onbeperkt en toch worden we meer dan ooit geplaagd door die ‘overspannen zenuwen, vermoeidheid en buikpijn’. Minder werken is de vergeten droom van de 20ste eeuw. Of toch niet?

Ploetermoeders

Vooral jonge moeders staan onder zware tijdsdruk. ‘Slummy mummy‘, ploetermoeder, is het modewoord om de dolle carrousel te vatten van de dagelijkse uitputtingsslag als werkende moeder. De veldslag van betaald werk en gezin, met zeventien rollen in één dag: carrièrevrouw, chauffeur, leraar, kok, poetsvrouw, vriendin en party animal. Niet te verwonderen dat ploetermoeders naar adem happen, verstrikt geraken in het multitasken. Het is eigenlijk echt een wonder dat ze standhouden, al is het meestal ook maar nét.

‘Alle ploetermoeders en bumpervaders vragen zich af: hoe doen die anderen het?’

En allemaal, ploetermoeders of bumpervaders – gekneld in de file tussen werk en crèche en tussen botsende belangen van werkgever en gezin – vragen we het ons wanhopig af: hoe die anderen het doen, die luid lopen te toeteren dat het allemaal zo leuk en intens is, een carrière combineren met kleine kinderen. Druk, druk, druk. Drukte betekent succes en geeft je eigenwaarde. Druk zijn is de trend. En niet kunnen volgen is voor losers.

Kathleen Cools
Kathleen Cools© BELGA

Dan is VRT-anker Kathleen Cools verkwikkend ontnuchterend: ‘Sinds ik merk dat mensen zich soms aan mij spiegelen, heb ik mezelf een beetje gecorrigeerd. Vroeger zei ik in interviews dat je moest gaan voor je job. Dat het allemaal best te combineren valt: een gezin met kinderen en een carrière in de journalistiek. Nu zeg ik gewoon eerlijk dat het niet gemakkelijk is. Ik zou het ook nooit opnieuw doen, of in elk geval niet op dezelfde manier.’

Voelen knagen dat het misloopt, dat je daar iets moet aan doen. Met de vraag zitten wat je met je tijd hebt gedaan… De combinatie professionele arbeid-privéarbeid (opvoeding, huishoudelijke taken, mantelzorg, vrijwilligerswerk…) is dringend aan een nieuw, inspirerend verhaal toe. Er is een ander levensmodel nodig, dat niet alleen vrouwen, maar ook mannen toelaat werk, zorg, engagement en vrije tijd menswaardig te combineren.

Ik heb Eva Brumagne van Femma vorige zomer aan zee ontmoet, op ManiFiesta, voor een publiek gesprek over dat levensmodel, samen met Marijke Persoone van het ACV en Sofie De Graeve van het Vrouwen Overleg Komitee, dat al veertig jaar aan die kortere werkweek vasthoudt.

‘Landen met korte werkweken scoren steevast het hoogst op de emancipatielijstjes’

Eva zei toen, als besluit, over werk en tijd: ‘We veranderen de normen en verwachtingen over wat normaal is en we geven vrouwen en mannen meer tijd om de verschillende rollen die ze opnemen, beter op elkaar af te stemmen. Het is een stap vooruit op het vlak van gendergelijkheid.’

Take back your time

Niet alleen bij ons, maar wereldwijd is de vrouwenbeweging mee de trekkende kracht voor het nieuwe voltijds en voor een verfrissende kijk op tijd en werk. Het is geen toeval: landen met korte werkweken scoren steevast het hoogst op de emancipatielijstjes. Het gaat dan vooral om een betere verdeling van het werk, maar dan wel van àlle werk, betaald én onbetaald. In Zweden, waar de kinderopvang en het vaderschapsverlof fatsoenlijk zijn geregeld, is de tijdskloof tussen mannen en vrouwen het kleinst.

In de VS schreef Barbara Epstein: ‘Voor veel mensen, vooral professionals, lijkt werk wel een religie. Alsof hun baan hun enige geldige bron van identiteit is. Intussen zijn jobs almaar concurrerender en veeleisender. Dat is niet alleen een probleem van die jobs, maar van de hele cultuur. We meten onze waarde als mens af aan ons succes op het werk en we dulden daar geen obstakels. We nemen aan dat we succes in het leven grotendeels kunnen gelijkstellen met welstand en status, die je dan behaalt via je job.’

‘Britse onderzoekers vroegen werknemers wat ze verkiezen: de loterij winnen of minder gaan werken. Twee derde wil het laatste’

In het land van Barbara Epstein vormt Take Back Your Time een brede coalitie om een campagne te lanceren tegen de epidemie van overwerk en tijdtekort.

Hoe belangrijk we werk ook vinden, over heel de wereld heerst het verlangen terug zijn tijd te nemen. Britse onderzoekers vroegen werknemers wat ze verkiezen: de loterij winnen of minder gaan werken. Twee derde wil het laatste.

'Een werkweek van 30 uur heeft meer voordelen dan u zou verwachten'

Toch gaat het er niet om de werkweek af te schaffen. Integendeel, veel vrouwen, allochtonen en armen zouden juist meer kansen moeten krijgen om betaald te gaan werken. Het probleem is: terwijl de enen zich kapot werken in een helse, vaak stompzinnige baan, staan anderen intussen zonder werk aan de kant. We hebben als samenleving de organisatie van het werk helemaal losgelaten. Een zinvolle en vaste baan is cruciaal voor ieder goed leven. ‘Als de arbeid een genoegen is, wordt het leven een vreugde’, zei Gorki.

Tijd heelt alle wonden, behalve werkloosheid

Mensen afjakkeren en afbeulen deugt niet. Maar net zozeer is gedwongen vrije tijd – ontslag – een ramp. Volgens psychologen heeft langdurige werkloosheid een grotere impact op het welzijn dan het verlies van een dierbare. Tijd heelt alle wonden, behalve werkloosheid. Want hoe langer je aan de kant staat, hoe dieper je wegzakt.

In Engeland staat Anna Coote op de voorposten. Ze schrijft: ‘Minder autorijden, minder vliegtuigreizen, minder vlees eten… Milieuactivisten zijn er handig in mensen te vertellen wat ze allemaal moeten afbouwen. En nee, vertellen dat je dingen moet loslaten of afbouwen is niet meteen gemakkelijk in een communicatiestrategie. De ironie wil dat de milieuactivisten vaak één ding over het hoofd zien waarvan de meeste mensen nochtans heel gelukkig zouden zijn dat het wordt afgebouwd: het aantal uren arbeid.’

Met haar boek Time on Our Side gaat Anna Coote even resoluut als Eva Brumagne en Sofie De Graeve voor de nieuwe visie op voltijds: ‘Men heeft ons aangepraat dat zo lang en zo hard mogelijk werken de beste manier is om een bijdrage te leveren aan de samenleving. Maar in feite werken sommigen onmogelijk lange uren terwijl velen in onzekere, tijdelijke en kortstondige arbeidscontracten vastzitten of geen werk vinden. We moeten de manier herzien waarop we betaalde en onbetaalde tijd waarderen en verdelen.’

‘Het permanente gevoel tijd tekort te hebben speelt ons koopgedrag parten’

Om de planetaire toekomst veilig te stellen moeten we ons grondig anders organiseren. ‘Het permanente gevoel tijd tekort te hebben speelt ons koopgedrag parten’, schrijft Anna Coote. Nu kiezen we voor producten en diensten waarvan we denken dat ze ons tijd besparen: kant-en-klaarmaaltijden, verpakte groenten, snelle weekendreisjes, een hele resem elektrische apparaten. Daar hangt een stevig energie- en prijskaartje aan vast.

'Een werkweek van 30 uur heeft meer voordelen dan u zou verwachten'
© Thinkstock

Hoe gejaagder we bijvoorbeeld onze bestemming willen bereiken, hoe groter de milieu-impact: te voet, met de fiets, het openbaar vervoer, de auto, het vliegtuig. Met meer tijd zouden we meer zelf eten klaarmaken en koken. We zouden meer dingen herstellen dan vervangen. We zouden meer praktische zaken leren en minder gaan afhangen van energie-intensieve technologie. Dat is geen geitenwollensokken-gedoe, maar een rationele anticipatie van een CO2-arme levensstijl.

Stabiele werkomstandigheden en een gunstig loon

Anna Coote en haar New Economics Foundation willen zelfs gaan voor 21 hours. Stel je voor! 21 uur: dat is in Groot-Brittannië – met zijn miljoen verfoeide nulurencontracten en zoveel andere nepstatuten – dicht bij wat mensen in de actieve leeftijd gemiddeld aan tijd besteden voor betaald werken. En maar net iets meer dan wat gemiddeld naar onbetaald werk gaat. Experimenten wijzen uit dat die trend naar korter werken wel eens heel populair kan worden, als de werkomstandigheden stabiel zijn en het loon gunstig.

Want er is helemaal niets natuurlijks of onvermijdelijks aan wat we vandaag als een normale fulltime beschouwen. Anna Coote: ‘Tijd, net als werk, is een koopwaar geworden. Dat is een recente erfenis van het industrieel kapitalisme. Maar die erfenis is vandaag, met de instant communicatie en mobiele technologieën, achterhaald. Die nieuwe technologieën brengen nieuwe risico’s en druk, maar ook nieuwe mogelijkheden. De uitdaging is: de macht van de oude industriële klok breken zonder er nieuwe pressie en spanning aan toe te voegen. En tijd vrijmaken om een houdbaar leven te leven.’

’t Veelurenwerk, thans meer dan vroeger

De macht van de oude industriële klok en de herinnering aan de onnoemelijk lange werkdagen in de tijd van Oliver Twist en priester Daens doen wel eens vergeten dat er ook tijden zijn geweest waarin niet alleen werken telde. Eisen de eigen arbeid en carrière vandaag het prerogatief van hoogste zingeving op? Wel, dat is niet altijd zo geweest. Integendeel. De geschiedenis heeft zelfs culturen en talen gekend waar het woord ‘arbeid’ niet bestond. De Yir-Yoront Aboriginals in Australië beschreven ‘arbeid’ en ‘spel’ met hetzelfde woord. De Dogon in Mali gebruikten voor ‘werk op het land’ hetzelfde woord als voor religieuze dansen.

‘Onze verre voorouders mogen dan niet rijk zijn geweest, ze hadden wel vrije tijd. Ze werkten om te leven, maar leefden niet om te werken’

Het vergde een proces van eeuwen voor men in de tijd van Daens en Dickens mensen tot die absurde werktijden kon dwingen. Rond 1300 moest een Engelse boer zo’n 1500 uur per jaar werken om in zijn levensonderhoud te voorzien. Niet meer. In die tijd barstte de kalender nog van de feestdagen. In Engeland ging toen maar liefst een derde van het jaar aan feestdagen op. In Spanje zouden het zelfs vijf maanden zijn geweest. Onze verre voorouders mogen dan niet rijk zijn geweest, ze hadden wel vrije tijd. Ze werkten om te leven, maar leefden niet om te werken.

Vijfhonderd jaar later – het jonge kapitalisme had zich in het continent genesteld en de industriële revolutie stond voor de deur – was het beeld omgeslagen. In 1786 probeerde keizer-koster Jozef II het aantal vrije dagen te beperken door alle kermissen en kerkwijdingen te laten plaatsvinden op dezelfde dag: de tweede zondag na Pasen. Frankrijk voerde in 1793 een republikeinse kalender in, officieel om de sporen van het christendom uit te wissen, maar in feite vooral om 90 verlofdagen af te schaffen.

Napoleon Bonaparte.
Napoleon Bonaparte.© iStock

Om zich weer populair te maken moest Napoleon tien jaar later de oude kalender weer instellen, ‘die aan de mooie meiden zou toelaten vaker te dansen’. Want al die wetten botsten op weerstand. De arbeiders pasten een vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid toe.

De beruchte Gentse textielondernemer Lieven Bauwens moest in het begin van de 19de eeuw een slinkse truc uithalen: hij betaalde zijn arbeiders vooraf, zodat de politie de thuisblijvers kon terughalen. Het nieuwe arbeidsethos werd er grondig ingeprent: ‘arbeid adelt’, ‘luiheid is het oorkussen des duivels’. Een halve eeuw later zwoegde een fabrieksarbeider om te overleven twee keer zo lang als de boer uit 1300. De 70-urenweek – zonder vakantie, zonder weekend – was de norm geworden. Ook voor kinderen. De industriële revolutie, de bewierookte motor van de vooruitgang in de 19de eeuw, had voor een verschrikkelijke sociale achteruitgang gezorgd. De vrije tijd was met de markten van het kapitalisme en de machines van de industrialisering verloren gegaan.

Toen klonk het in een strijdlied zo:

’t Veelurenwerk rooft menig zwoeger

Den arbeid weg, dus ook het brood.

’t Veelurenwerk, thans meer dan vroeger,

Baart ziektepijn en vroege dood.

’t Lang werken doet de lonen dalen;

Beult af het lijf, verlamt den geest.

En doet in menig opzicht vallen

Het zwoegend volk beneden ’t beest!

De 40-urenweek: wanneer het onmogelijke toch mogelijk wordt

Terwijl bij ons strijdliedjes het ‘veelurenwerk’ vervloekten, haalden de steenhouwers in het verre Australische Victoria de 8-urendag binnen. De eersten die het Australische voorbeeld nastreefden, waren de Amerikanen. Zij organiseerden op 1 mei 1886 een algemene werkonderbreking om de 8-urendag te eisen. Drie jaar later besliste het Internationale Arbeiderscongres dat de arbeiders op 1 mei 1890 in alle landen samen zouden betogen voor de 8-urendag. Het parool luidde: ‘8-8-8’. Acht uur werken, acht uur slapen, acht uur ontspanning.

Natuurlijk kon niemand de impact van dit idee voorspellen en de snelheid waarmee het werd overgenomen in verschillende landen. Maar het volstond om 1 mei één keer te vieren opdat iedereen zou begrijpen en aanvoelen dat het een jaarlijkse traditie moest worden. Tot de slag was gewonnen. De doorbraak kwam er meteen na de Eerste Wereldoorlog. Nauwelijks één maand na de Oktoberrevolutie voerde de piepjonge Sovjet-Unie als eerste land de wettelijke 8-urendag in. Dat had een domino-effect. In nauwelijks een paar maanden volgden Duitsland, Polen, Spanje, Frankrijk, Italië… België kwam in 1921 wat achterna hinken.

‘Hendry Ford zag een kortere werkweek als een kwestie van slim ondernemerschap’

Meteen werd de 40-urenweek het nieuwe doelwit: vijf dagen werken in plaats van zes. Waarom de werkweek niet verder laten krimpen, nu de productiviteit zo steeg? Zelfs de industrieel Henry Ford was mee, al was hij een eenzame uitzondering in werkgeversmiddens. Voor hem was de vrije tijd als een ‘cold business fact‘. Een arbeider zonder vrije tijd zou nooit een van zijn auto’s kopen als hij van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in de fabriek moest zwoegen. De kortere werkweek als een kwestie van slim ondernemerschap. Maar voor de arbeiders betekende dat korter werken natuurlijk veel meer. Voor hen ging het om meer echte vrije tijd. Om meer tijd voor hun kinderen. Om meer tijd voor hun ontplooiing. Werd sinds de 8-urendag niet veel meer gelezen, getuinierd en gesport?

In 1934 won het antifascistische Volksfront in Frankrijk de verkiezingen en zo werd daar de wettelijke 40-urenweek realiteit. Als het regent in Parijs, dan druppelt het in Brussel: bij de grote algemene staking van 1936 was de 40-urenweek een cruciale eis. De werkgevers weerden zich ertegen als duivels in een wijwatervat. Pas in 1975 werd bij ons de 40-urenweek veralgemeend. Maar niettemin, in nauwelijks een eeuw tijd was de arbeidstijd gehalveerd. De 6 x 14 uur van 1870 was honderd jaar later 5 x 8 uur geworden.

Vrouwen bestormen de arbeidsmarkt

Na 1975, toen de massawerkloosheid de kop opstak en het neoliberalisme het voor het zeggen kreeg, kwam de spectaculaire krimp van de werktijd knarsend tot stilstand. Een kwart van de Britse werknemers arbeidt vandaag meer dan 48 uur per week. In de VS, waar zeventig jaar geleden de 40-urige werkweek wettelijk werd vastgelegd, werkt nu driekwart van de fulltimers meer dan die 40 uur.

In de landen waar de individuele werkweek sinds 1970 nog wel een beetje kromp, hebben gezinnen het toch nog drukker gekregen. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de belangrijkste ontwikkeling van de voorbije halve eeuw: de vrouwen bestormden massaal de arbeidsmarkt. Bij ons leveren koppels nu samen gemiddeld 63,8 uur betaalde arbeid per week. In 1970 was dat 52,5 uur.

'Een werkweek van 30 uur heeft meer voordelen dan u zou verwachten'
© iStock

‘Hoera, de robots komen’: met een vraagteken of uitroepteken?

Op smartphones en tablets worden we van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bestookt met werkgerelateerde sms’jes, e-mails en oproepen. Door de smartphone zou de gemiddelde werknemer volgens Britse onderzoekers 460 uur per jaar extra werken. Het stopt nooit, lijkt het wel.

Baxler is een intelligente robot met gezichtsvermogen, die dingen leert door iemand na te doen. Baxler kost minder dan het salaris van een menselijke werknemer en kan werk verrichten dat wij als mensen ook kunnen doen. Baxler is nooit ziek, kan 24 uur per dag werken en zal niet om vakantie vragen. Aantrekkelijk voor een werkgever, toch? Volgens Bill Gates gaat software de komende twintig jaar de helft van de jobs overnemen. Toen Amazon ontdekte dat magazijniers 60 procent van hun tijd aan het lopen waren, meer dan vijftien kilometer per dag, besloot het een leger robots aan te stellen.

‘Terwijl de technologie voortraast, blijven steeds meer mensen achter’

Amerikaanse ziekenhuizen zetten robots in om wasgoed, medicijnen en bedden van de ene naar de andere locatie te brengen. De Los Angeles Times laat nu zelfs al artikels over aardbevingen geautomatiseerd schrijven door een computer. Chauffeurs, slagers, bakkers, kelners, vertalers, bouwvakkers, dokwerkers, accountants, verpleegsters en journalisten… zorgrobots, onderwijsrobots, robotarmen binnen de assemblage gaan hun werk doen. Niet over honderd, maar binnen twintig jaar!

Terwijl de technologie voortraast, blijven steeds meer mensen achter. Innovatie in Silicon Valley betekent massaontslag elders. Volgens het McKinsey Global Institute zullen robots en innovaties wereldwijd twee miljard banen inpikken. De Nederlandse filosoof Rutger Bregman publiceert over deze race against the machine fascinerende pagina’s. Hij geeft het voorbeeld van het bedrijf Kodak, de uitvinder van de digitale camera, met eind van de jaren 1980 ruim 145.000 mensen op de loonlijst. Onlangs ging Kodak failliet terwijl Instagram – de gratis mobiele app om digitale foto’s of video’s uit te wisselen, nota bene een bedrijf met twaalf werknemers – voor 1 miljard aan Facebook werd verkocht.

‘Het kan ook anders: nieuwe technologie als sleutel tot een toekomst waarin we veel minder moeten werken’

Maar hoeft het zo te zijn dat alleen een kleine elite de vruchten plukt van een hightech economie? Natuurlijk niet. De toekomst van arbeid in een eeuw van robots heeft alles te maken met de keuze die we maken. Want het kan ook anders: nieuwe technologie als sleutel tot een toekomst waarin we veel minder moeten werken.

Als de robot het saaie, repetitieve, moeizame werk overneemt, zouden we ons van geestdodend werk kunnen bevrijden. Dan komt tijd vrij voor geëmancipeerd werk en voor waar alleen wij, mensen, bekwaam zijn: het volbrengen van creatieve taken, zorg dragen voor elkaar en communiceren. Dan kunnen we nieuwe vormen van samen-werken exploreren.

Het is een zalig perspectief. En het kan. Op voorwaarde dat we de keuze maken om recht te zetten wat vandaag krom is: de economie en het economische apparaat moeten in dienst staan van mens en samenleving en niet omgekeerd. Over die keuze heeft Rutger Bregman het wanneer hij besluit: ‘Voor wie wil vasthouden aan de zegeningen van de technologie zit er misschien maar één ding op: herverdeling. Véél herverdeling. Herverdeling van geld, van tijd, en – bovenal – van de robots zelf.’ Lang geleden schreef Oscar Wilde dat iedereen zou profiteren van intelligente machines als ze ‘het bezit van allen’ zouden zijn. Misschien kunnen we dan, met andere bezitsverhoudingen, het fundament bouwen voor een toekomst waarin technologie voor iedereen werkt en niet enkel voor een laag bevoordeelden.

Eine Schnapsidee?

'Een werkweek van 30 uur heeft meer voordelen dan u zou verwachten'
© belga

Karel Van Eetvelt van Unizo vindt het nieuwe voltijds – de 30-urenweek – van Eva Brumagne en haar medestrijders maar niks: ‘Het voorstel is te gek voor woorden. Het gaat om een loonlastenverhoging van 21 procent!’

Te gek voor woorden? Hogere loonkosten of korte werktijden betekenen niet automatisch slechtere kansen voor de export en de economie, hoor. Integendeel. Grieken met voltijds werk presteerden in het jaar 2012 gemiddeld 1824 uren, overuren niet inbegrepen. Dat is een pak meer dan de 1738 uren gemiddeld in België of de 1573 uur van de Fransen. Bovendien zijn de Griekse lonen ook nog eens flink lager. En toch heeft Griekenland niet meteen de meest concurrentiële economie van Europa.

Al even fel als Karel Van Eetvelt reageren grote Duitse ondernemers op het idee van de 30 Stunden Woche. ‘Was für eine Schnapsidee!’ (Wat een bezopen idee!) ‘Ik dacht dat het om een karnavalsmop ging.’ Ze maken hun rekening: 75 procent arbeidstijd bij 100 procent loon katapulteert de loonkosten met 25 procent naar omhoog. Maar wacht eens even, indien de Duitse lonen sinds 2000 met hetzelfde tempo waren gestegen als de productiviteit, dan lagen die loonkosten nu al 15 procent hoger! Over een grotere tijdspanne bekeken: vandaag produceert iedere Belg 3,4 keer meer rijkdom dan in 1960.

We produceren meer in minder tijd. Hoe organiseren we het werk dan? Wat doen we met die productiviteitsstijging? Naar wie gaat de geweldige groei van gecreëerde rijkdom?

‘De organisatie van de arbeid als samenleving weer in handen nemen zou een eind maken aan die onmenselijke jungle van nepstatuten’

Dient ze om de dividenden te verhogen? Dient ze om ieder loon naar werken te geven en een beter leven te gunnen? Het is een debat dat iedereen aangaat. Reikt de democratie nog niet zo ver, zegt u? Aan ons de grenzen te verleggen! Want groeit de ongelijkheid niet onrustwekkend? Zwemmen grote bedrijven en fortuinen niet in het geld zonder dat die rijkdom wordt geactiveerd voor de samenleving?

Bij de discussie over de 30-urenweek gaat het eigenlijk ook helemaal niet om de arbeidstijd. De erosie van de normale banen en de promotie van mini-jobs, precaire baantjes, deeltijdse arbeid en outsourcing zorgde immers al voor een drastische daling van de gemiddelde arbeidstijd.

In Duitsland bijvoorbeeld presteren 41,8 miljoen werkende mensen net 60 miljard uren per jaar. Doorsnee is dat een 30-urenweek. Maar dan niet als een ordentelijke voltijdse baan, maar als een troebele wirwar, met nepstatuten en precaire arbeidscontracten. Dat is het resultaat van de liberalisering van de arbeidsmarkt, het werk van ‘de onzichtbare hand van de markt’. De organisatie van de arbeid als samenleving weer in handen nemen zou een eind maken aan die eigenlijk onmenselijke jungle.

Partner Content