Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘Een noodtoestand is helemaal niet in strijd met de mensenrechtenverdragen. Wel integendeel’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

Is de noodtoestand een Guantanamo aan de Noordzee? Laten we even ernstig blijven, want alleen ernst is in deze een goede raadgever, stellen Veerle Wouters en Hendrik Vuye, co-voorzitters van Objectief V, Studiecentrum confederalisme.

‘Angst is een slechte raadgever’, ‘Ik wil geen Guantanamo in België’, ‘Als De Wever mensen wil opsluiten, dat hij onderzoeksrechter wordt’, ‘Men gebruikt het in Tunesië en Turkije’… De woordvoerders van sommige partijen zijn wel heel creatief geweest in hun zoektocht naar mooie oneliners. Zoals het wel vaker het geval is met de slagzinnetjes van de Wetstraat, zijn ze ook deze keer naast de kwestie. Een noodtoestand gaat niet over het vernietigen van rechten, maar net over het bewaren van rechten.

Noodtoestand en Mensenrechten

Een noodtoestand is helemaal niet in strijd met de mensenrechtenverdragen. Wel integendeel. Mensenrechtenverdragen stellen net uitdrukkelijk dat afwijkingen, in geval van noodtoestand, mogelijk zijn. Zo stelt het EVRM: ‘In tijd van oorlog of in geval van enig andere algemene noodtoestand die het bestaan van het land bedreigt, kan iedere Hoge Verdragsluitende Partij maatregelen nemen die afwijken van zijn verplichtingen ingevolge dit Verdrag, voor zover de ernst van de situatie deze maatregelen strikt vereist en op voorwaarde dat deze niet in strijd zijn met andere verplichtingen die voortvloeien uit het internationale recht’. Het VN-verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten, bevat een gelijkaardige bepaling.

‘Een noodtoestand is helemaal niet in strijd met de mensenrechtenverdragen. Wel integendeel’

Afwijkingen zijn mogelijk, omdat een democratie weerbaar moet zijn. Ze moet zichzelf beschermen tegen groeperingen die de democratie willen vernietigen.

Het maatschappijmodel dat Jihadisten nastreven, is onverenigbaar met onze basiswaarden. De Jihadistische beweging is in alles het tegengestelde van onze democratische rechtstaat. Wanneer wij pleiten voor een wetgeving die noodtoestand invoert, dan is het niet de angst die onze raadgever is. Het zijn net de mensenrechten die ons hier raad geven. De noodtoestand maakt integraal deel uit van de mensenrechtenverdragen. Wie het tegendeel beweert, heeft de verdragen niet gelezen.

Het moment van de rechterlijke toets: ex ante of ex post?

Al in november 2015 hebben we uitgelegd wat een noodtoestand is. We schreven toen: ‘In ons systeem gaat een onderzoeksrechter voorafgaand na of een huiszoeking toegelaten is. Men kan deze rechterlijke toetsing in uitzonderlijke omstandigheden, zoals terrorisme, ex post laten gebeuren. Daarbij zal de rechter nadien nagaan of de huiszoeking gerechtvaardigd was en of er voldaan is aan de criteria. Van een volstrekt verlies van rechten is hier zeker geen sprake‘. Nu krijgen we navolging.

Een noodtoestand betekent evident niet dat de rechter wordt uitgeschakeld. Een rechterlijke toets is essentieel in een democratie. Minister-president Geert Bourgeois benadrukt dit terecht. Dat hebben wij ook altijd gedaan.

Alleen is het de vraag op welk moment men de toets organiseert. In ons systeem is het zo dat de rechter voor dwangmaatregelen ex ante toestemming geeft. Dit is een goed systeem. Maar werkt het wel altijd in de strijd tegen een ongrijpbare vijand als IS? Men kan evengoed alle waarborgen behouden en bijvoorbeeld in geval van huiszoeking of telefoontap, de rechterlijke controle ex post laten plaatsvinden. En deze rechterlijke toets is een volwaardige toets. Indien de rechter oordeelt dat bijvoorbeeld de huiszoeking niet gerechtvaardigd is of niet volgens de regels is verlopen, dan zal het verzamelde bewijsmateriaal niet mogen gebruikt worden in de procedure.

Een rechterlijke toets ex post, is dat zo revolutionair? Is dat zo gevaarlijk? Helemaal niet, ons rechtssysteem kent dit al heel lang. We doen het zelfs voor de meest ingrijpende maatregel die er kan bestaan: de vrijheidsberoving. Wanneer iemand, bij betrapping op heterdaad, van zijn vrijheid wordt beroofd door de politiediensten, dan oordeelt de rechter binnen een termijn van 24 uur. Deze termijn zal binnenkort zelfs worden verlengd. Indien een rechter in geval van vrijheidsberoving ex post oordeelt, is het dan zo in strijd met de rechtsstaat om dit ook toe te laten voor maatregelen die minder ver gaan dan een vrijheidsberoving? En dit dan nog alleen in geval van noodtoestand. Het is evident dat het uitroepen van een noodtoestand ook niet zomaar kan. Ook hier zullen er waarborgen zijn.

Geen problemen zoeken die niet bestaan

In de media lezen we ook dat de mensenrechtenverdragen dan wel een noodtoestand toelaten, maar niet de Belgische Grondwet. Ergens lezen we zelfs dat daar wel een mouw aan te passen is. Wel, die mouw hoeft men niet ver te zoeken, ze bestaat al meer dan 75 jaar.

Het is juist dat artikel 187 van de Grondwet stelt: ‘De Grondwet kan noch geheel, noch ten dele worden geschorst’. Maar het is al evenzeer juist dat het Hof van Cassatie in een arrest van 4 maart 1940 heeft beslist dat noodwetgeving niet in strijd is met artikel 187. Wanneer de democratie in gevaar is, legt advocaat generaal Raoul Hayoit de Termicourt uit, dan is noodwetgeving niet in strijd met de Grondwet. Net omdat de democratie zich niet mag laten vernietigen, want eens de democratie vernietigd, dan is er geen rechtsstaat meer en dan is er geen Grondwet meer.

Niet de angst, maar het recht is onze raadgever. En dat is een zeer goede raadgever. Een democratie moet weerbaar zijn en ook dit beginsel maakt integraal deel uit van de mensenrechten. Wie dat ontkent, heeft slechte raadgevers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content