Econoom Gert Peersman: ‘De kostprijs van een job dankzij de taxshift is wel heel hoog’

© Belga
Ewald Pironet

‘De aangroei van jobs in ons land is niet zozeer te danken aan het regeringsbeleid, wel aan de Europese conjunctuur’, zegt professor Gert Peersman (UGent). Op verzoek van Knack beoordeelt hij het economische beleid van de regering-Michel. Hoe zit het met de beloofde jobs, jobs, jobs?

‘De jobs die dankzij de taxshift gecreëerd worden zijn bovendien erg duur’, zegt Gert Peersman in een interview in Knack. ‘Volgens De Nationale Bank gaat het om minstens 25.000 euro jaarlijks per job, volgens het Planbureau 108.000 euro. En dan gaan we er vanuit dat alle terugverdieneffecten worden gerealiseerd.’

Premier Charles Michel (MR) houdt vandaag zijn State of the Union, net nu zijn regering drie jaar aan de macht is. Peersman (UGent) vergeleek de economische prestaties van België gedurende de drie jaren regering-Michel met die van 30 andere Europese landen. ‘Sorry’, concludeert Peersman, ‘België doet het slechter dan de meeste Europese landen.’

Bijvoorbeeld de jobcreatie. ‘Wij hebben meer dan ooit drie prioriteiten’, verklaarde premier Michel bij het begin van zijn regeerperiode. ‘Jobs, jobs, jobs.’ Is dat gelukt? Volgens de Nationale Bank steeg het aantal loontrekkenden in 2016 met 45.000 stuks. Als je daar de zelfstandigen bijtelt, klom de totale werkgelegenheid met 59.000. Het aantal werklozen daalde toen met 26.000. Maar komt dat door het beleid van de regering-Michel, of is het te danken aan de internationale conjunctuur die verbeterde?

Peersman bekeek de evolutie van de werkgelegenheidsgraad tijdens de regering-Michel: hoeveel mensen op arbeidsleeftijd (20 tot 64 jaar) waren er aan de slag bij het aantreden van de regering-Michel, en hoeveel vandaag? ‘Onze werkgelegenheidsgraad is in die drie jaar met 0,8 procentpunt toegenomen’, zegt Peersman. ‘Dat kun je moeilijk een sterke prestatie noemen, want daarmee staan we op de 23e plaats op 30 landen. Heel wat Europese landen creëerden in die periode meer jobs dan België, zoals Zwitserland, Italië, Ierland, Polen en Portugal. Ook onze buurlanden Frankrijk en Nederland deden het beter: in Frankrijk steeg de werkgelegenheidsgraad met 1 procentpunt, in Nederland met 2,2 procentpunt.’

Sorry, België doet het slechter dan de meeste Europese landen.

Peersman hield ook rekening met de aangroei van jobs tussen begin 2008 en het aantreden van regering-Michel, maar kan niet anders dan besluiten: ‘De aangroei van jobs in ons land is niet zozeer te danken aan het regeringsbeleid, wel aan de Europese conjunctuur. Je hoort me niet zeggen dat de regering geen goede maatregelen heeft genomen op het vlak van de arbeidsmarkt – al vind ik de maatregelen voor flexi-jobs overroepen: die zullen niet méér mensen aan het werk helpen, ze geven mensen gewoon de kans om nog wat bij te verdienen. Met de flexi-jobs bestaat zelfs het risico dat je mensen die nu een voltijdse baan hebben juist uit de arbeidsmarkt duwt, bijvoorbeeld in de horeca. Het principe van een taxshift is dan weer wél een goeie regeringsmaatregel.’

Onze loonkosten in de drie jaar regering-Michel stegen met slechts 1 procent. Dat is de op vijf na minste stijging in Europa. Alleen in Griekenland, Italië, Malta, Spanje en Cyprus stegen de loonkosten in die periode nog minder – niet toevallig allemaal landen die economisch zwak presteren. Maar in Nederland stegen de lonen met 2,4 procent, in Frankrijk 3,5 procent en in Duitsland 7,2 procent. ‘Tel bij onze geringe loonstijging onze goede productiviteit, en we zijn de primus van Europa. Nergens stegen de loonkosten per eenheid product zo weinig als in België. Conclusie: onze arbeid werd onder Michel I veel goedkoper, en dat zorgde zonder twijfel voor meer jobs.’

De kostprijs per job is wel heel hoog, merkt Peersman op. ‘Volgens het Planbureau zal de taxshift tegen 2021 45.190 jobs opleveren, de Nationale Bank denkt dat het er 64.500 zullen zijn. Afhankelijk van hoeveel taxshift-jobs er werkelijk bijkomen, zal dat de overheid tussen de 102.000 euro en de 146.000 euro per job kosten. Dat is het cijfer zonder terugverdieneffecten. Als alle terugverdieneffecten waarop de regering hoopt er ook effectief zullen zijn (wat dus niet zeker is) zal dat volgens het Planbureau de begroting nog altijd 108.000 euro per job kosten. De Nationale Bank is optimistischer en komt uit op 25.000 à 30.000 euro per job. Dat zijn jaarlijks terugkerende kosten voor de belastingbetaler. De jobs die dankzij de taxshift gecreëerd worden zijn dus erg duur. De regering pronkt ermee dat die banen vooral in de privésector worden gecreëerd, maar als ze de begroting zoveel geld kosten, kun je net zo goed zeggen dat het om door de overheid gesubsidieerde jobs gaat.’

Lees het volledige interview deze week in Knack of in onze +Zone: ‘De regering-Michel is niet de regering die ze beweert te zijn’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content