Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘De terreur van de gezondheid: we mogen ons bier nog brouwen maar niet meer opdrinken’

In plaats van 3 glazen per dag mogen er nu nog 10 glaasjes alcohol per week over de toog geschoven worden. Jean-Marie Dedecker heeft het gehad met de gezondheidsreligie en met een betuttelende overheid als lifestyle-politie.

Onze biercultuur wordt vandaag door Unesco als werelderfgoed gelauwerd. Het is echter net zoals met de auto: we mogen ze nog assembleren, maar er niet meer mee rijden, en we mogen ons gerstenat nog brouwen maar niet meer opdrinken. Telkens ik het besje van de VAD (Vlaams expertisecentrum voor alcohol en andere drugs) op het scherm zie verschijnen, bekruipt me de drang om onmiddellijk een neut Hasseltse jenever achterover te kieperen en om haar een fles Bokma cadeau te doen. Tegengif voor Sodom en Gomorra dat om de hoek in mijn stamcafé ligt en een verdovingsmiddel voor de onheilsprofeten van het genot. In plaats van drie glazen per dag mogen er nu nog tien glaasjes per week over de toog geschoven worden. Volgens het besje zijn er 560.000 Vlamingen verslaafd aan alcohol. Als we die regel van 10 pilsjes per week toepassen kijken er enkel al zoveel bouwvakkers te diep in het glas, en zit de helft van onze bevolking statistisch zwaar aan de teut.

De terreur van de gezondheid: we mogen ons bier nog brouwen maar niet meer opdrinken

Tijden veranderen en de zeden ook. Door economische en sociale selectie is het alcoholverbruik al spectaculair gedaald, maar de genotspolitie waakt. In mijn onooglijk geboortedorp met 1.800 zielen tussen duin en polder waren er in mijn kindertijd 38 cafés. Vandaag zijn er nog drie en de enige feestzaal loopt enkel nog vol voor een boterham met smos bij begrafenissen. De stoeproker is afgeserveerd naar asielzoeker in zijn eigen stamkroeg, en de pintelierder wordt nu ook nog een sociale melaatse. De gezondheidsreligie verdringt het volksgeloof en verhoogt de zuurtegraad. Alcohol kan immers niet minder dan tweehonderd ziektes en gebreken veroorzaken. Niettegenstaande een inflatie aan welvaartsziektes zitten de bejaardenhuizen vol met 90-plussers, lopen we gemiddeld meer dan 80 jaar op deze aardkluit rond, en houden we het langer vol dan de bewoners van landen waar een religieus verbod op alcohol en roken met zweepslagen in de geesten en de lijven wordt geramd.

Telkens ik het besje van de VAD (Vlaams expertisecentrum voor alcohol en andere drugs) op het scherm zie verschijnen, bekruipt me de drang om onmiddellijk een neut Hasseltse jenever achterover te kieperen

De angstcultuur van biofanaten wordt besmettelijk. We hechten zoveel belang aan het voorzorgsprincipe dat het op den duur een irrationele maatschappelijke angst wordt en contraproductief werkt. De Soemeriërs brouwden 8000 jaar geleden al bier, 2000 jaar vooraleer – volgens de creationisten – God de mensen geschapen heeft. Duizenden jaren geleden werden we omgeturnd van jagers-verzamelaars naar een sedentair boerenvolkje dat gewassen begon te kweken. Van tarwe bakten ze brood. Vandaag lopen adepten van het paleodieet krijsend als een oermens blootvoets rond, en krijgt een team van professoren 1.5 miljoen euro toegestopt om te onderzoeken of brood wel gezond is.

Snicker slecht voor de tikker

Onze overheid huilt en heult mee in de kerk van de gezondheidsreligie. Als je geen oplossingen hebt voor de grote problemen in de maatschappij moet je je ledig houden met beuzelarijen. Opgefokt risicovrees wordt ingedekt met doorgeschoten en repressief voorzorggedrag. Op het CD&V congres werd op zondag 27 november het stemrecht vanaf 16 jaar gepropageerd. Op maandag 28 november liet onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V) de frisdranken uit de schoolautomaten van de middelbare scholieren bannen. Je moet blijkbaar 18 jaar zijn om het verschil te kunnen maken tussen junkfood en een schijfje plat water, maar vanaf 16 mag je oordelen wie in de Wetstraat 16 ons land mag besturen. Onze pubers worden via hun iPad, iPhone en dito apps dagelijks geconfronteerd met de uitwassen van de boze buitenwereld. De gruwel en de verleidingen zijn amper een muisklik ver. Ze kunnen heus wel het onderscheid maken tussen een blikje prik en een yakultje. Pubers moet je bumperen, niet pamperen. Losgeslagen verbod is de snelweg naar genot.

In mijn lagere school waren we lid van de Melkbrigade en vochten we dagelijks voor een – per bak bijgevoegd – flesje chocomelk. Bij thuiskomst kregen we nog een schepje kalk en een soeplepel vette levertraan om ons beendergestel te versterken. Op de collegekoer was er een snoepwinkeltje. Van een Mars kreeg je nog geen sars en van een Snicker kreeg je het ook nog niet aan je tikker. Er waren nog geen helicopterouders die de verfoeilijke Coca-Cola’s en MacDonalds als letseladvocaten met de vinger wezen. We speelden, sporten, ravotten, fietsten naar school en liepen ons de ziel uit het lijf. We verbruikten meer energie dan de calorieflikken vandaag willen verbieden. We hadden geen muisarm, maar blaren op onze voeten, en korsten op onze knieën. Veel efficiënter tegen obesitas dan het castreren van een frisdrankautomaat.

Ik heb geen enkel bezwaar tegen een café zonder bier, zoals er in Gent onlangs ééntje geopend is, al draait Bobbejaan Schoepen zich om in zijn graf. De markt bepaalt het aanbod. Ik heb wel een bezwaar tegen een betuttelende overheid die als een lifestyle-politie de vrije keuze van het individu met doorgeschoten wetten verzuurt, die zich gedraagt als een moraalridder en zich opwerpt als verkoper van het gezondheidsfanatisme. Suikertaksen en accijnzen worden verkocht als boetedoening voor ons zondig gedrag. Fundamentalisten lijden per definitie aan een ziekelijke onverdraagzaamheid en ik ben te libertair om dit lijdzaam te ondergaan.

Fundamentalisten lijden per definitie aan een ziekelijke onverdraagzaamheid en ik ben te libertair om dit lijdzaam te ondergaan.

Ben Weytsneus

Ben Weyts
Ben Weyts© Belga

De bemoeizucht, betuttelingsdrift en reglementitis verspreidt zich over alle geledingen van onze maatschappij en werkt aanstekelijk op onze gezagsdragers. Zondag is Ben-dag. Op deze journalistieke komkommerdag roept Ben Weyts, onze Vlaamse N-VA-minister van Immobiliteit en Dierenwelzijn , na de hoogmis elke week een roedel pennenridders bijeen om te getuigen van zijn doortastend beleid: een zeehondenpontonnetje inhuldigen in de Blankenbergse haven, lederen stoeltjes inzetelen bij de Lijn, of een omgelegd tramspoor vereeuwigen in de Koekenstad. Vorige week besteeg onze minister – het weze gezegd, op gevaar van lijf en leden – een keukenladder om het snelheidsverbod van 70 km/u op onze gewestwegen eigenhandig te afficheren. Als je een verkeerskennis hebt die de actieradius van een bakfiets niet overschrijdt, dan weet je als keizerkoster inderdaad niet dat de laagste snelheidslimiet op de gewestwegen in de West-Europese landen nog altijd 80 km/u is. Nederland verhoogde zelfs de snelheidslimiet om files te vermijden, wijsneus Ben verlaagt ze om files te creëren.

Is de kilometerheffing voor personenwagens al een vooruitziende maatregel van onze tollenaars om het verlies aan accijnzen op brandstoffen te compenseren als straks het stekkerautootje op onze wegen rondtuft?

Als je te laf bent om het verbod op onverdoofde rituele slachtingen uit te voeren, dan schuif je het maar door naar de Boerenbond. Als je onbekwaam bent om de – volgens Touring – 2.500 criminele chauffeurs van onze wegen te plukken en om moordenaars (zoals de doodrijder van Merel) op te hokken, dan moet je volgens Ben maar de ganse goegemeente straffen met instant-wetgeving. Volgens een onderzoek van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid respecteren drie op de vier bestuurders de 90 km/u-regel, en de helft de 70 km/u. In de zone 30 rijden 93% van de automobilisten te snel. Er bestaat zoiets als tijd, plaats en omstandigheden om de verkeersstroom te regulariseren, evenals praktische onhaalbaarheid. We staan met zijn allen miljoenen uren in file, de economische, ecologische en sociale kosten zijn enorm. De gemiddelde snelheid van een vrachtwagen is 37 km per uur en op de snelwegen amper 30 km meer. Door verkeer remmende infrastructuurwerken heeft de overheid onze verkeersaders zelf lamgelegd. Ons rechtsgevoel wordt dan afgemeten met een flitspaal. Een graaibeleid om met boetegeld het gat in de begrotingskas te dichten. Broodroof en sociale drama’s door ingetrokken rijbewijzen met als alibi de verkeersveiligheid. Rekeningrijden of kilometerheffing heeft nog geen camion van de weg gehaald. Integendeel. Het is een belastingheffing voor de misgelopen accijnzen op diesel die de vrachtwagens in het buitenland tanken. Heikneuter Ben wil dit nu ook invoeren voor personenwagens, terwijl we ons al blauw betalen aan rekeningrijden, namelijk met de accijnzen op benzine. Hoe meer je rijdt, hoe meer je verbruikt, hoe meer je betaalt. De melkkoe op vier wielen levert de fiscus jaarlijks zo’n 17 miljard op aan belastingen, heffingen en accijnzen. Of is de kilometerheffing voor personenwagens al een vooruitziende maatregel van onze tollenaars om het verlies aan accijnzen op brandstoffen te compenseren als straks het stekkerautootje op onze wegen rondtuft ? Ophokken, deze Ben Weytsneus, op een zeehondenpontonnetje in de Westerschelde.

Partner Content