Vrije Tribune

‘De taaleisen voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt zijn te streng’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Het taalonderwijs voor migranten is onvoldoende op de praktijk gericht, zegt Fatma Arikoglu van Ella, het kenniscentrum voor gender en etniciteit. ‘Ook zijn de taalvereisten op de arbeidsmarkt te streng. Vaak leren mensen namelijk pas Nederlands eens ze een job hebben.’

Vlaanderen beweert te beseffen dat de klassieke weg waarbij nieuwkomers eerst Nederlands (moeten) leren via NT2-trajecten (Nederlands als tweede taal, nvdr.) en nadien een job (of een vervolgopleiding) zoeken, een achterhaalde formule is.

Trajecten waarbij cursisten de nodige hoeveelheid Nederlands leren die nodig is voor een specifieke job zijn veel realistischer. Maar het aanbod van deze gecombineerde trajecten en de toepassing ervan zijn dun gezaaid.

De taaleisen voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt zijn te streng.

Uit het verkennend onderzoek van Ella naar de ervaringen van vrouwen met Nederlands als tweede taal blijkt dat nieuwkomers Nederlands willen leren ‘in het echte leven’ en dit bij voorkeur op de arbeidsmarkt.

‘Er zijn geen wachtlijsten. Iedereen kan onmiddellijk aan de cursus beginnen’, reageerde de minister van Integratie- en inburgeringsbeleid Liesbeth Homans (N-VA) op het bericht over de forse stijging van het aantal nieuwkomers die lessen Nederlands volgen.

Dat zegt natuurlijk weinig over de kwaliteit van het aanbod. En het zegt nog minder over de resultaten van die cursussen. Vinden werkgevers het verworven Nederlands voldoende? Of beter, vinden nieuwkomers na hun NT2-traject werk dat aansluit bij hun competenties en interesses?

Als we het aan de vrouwen vragen die deze cursussen hebben gevolgd, blijkt er nog werk aan de winkel. De schoolse context waarin de meeste lessen doorgaan, levert bitter weinig resultaten op, vinden de bevraagde vrouwen van het onderzoek. Er gaapt volgens hen een grote kloof tussen ‘de klas’ en ‘de realiteit’.

De inburgeringsklassen vertrekken vanuit een abstract idee van ’taal leren’. Die taal werkt in de klas, maar is veel minder bruikbaar in de dagelijkse realiteit.

Taal leer je het best in de praktijk en dus met een focus op het brokje taal dat je nodig hebt in een specifieke context. Als we dit vertalen naar het beleid, hebben we nood aan taallessen in functie van het doel van de student, taallessen op maat.

Enkel zo kan men de kloof tussen het klasgebeuren en de buitenwereld verkleinen. Er is nood aan inburgeringslessen op maat van de nieuwkomer, niet op maat van de ontvangende samenleving.

Ook van de arbeidsmarkt zal een andere kijk op ‘anderstaligen’ gevraagd moeten worden. De taaleisen op de arbeidsmarkt zijn vaak irrelevant voor de job en dit geldt niet enkel voor bedienden maar ook voor pakweg sollicitanten in de poetshulp.

Niet zelden worden nieuwkomers jobs geweigerd omdat dialecten en accenten in het Nederlands geassocieerd worden met ‘niet geïntegreerd’, ‘ongepast voor de job’ of ‘wat zullen onze klanten wel zeggen’.

Iedereen heeft wel een accent maar dat van ‘de ander’ krijgt de betekenis ‘niet van hier’, ‘niet geïntegreerd’ en dus ‘niet goed genoeg voor de job’.

Stereotiepe genderrollen in de begeleiding en ondersteuning van nieuwkomers naar werk of naar een vervolgopleiding blijken ook geen uitzondering. Professionals leiden nieuwkomersvrouwen, ongeacht diploma(niveau), veel te vaak naar poetswerk of jobs met precaire statuten. Veel vrouwen happen toe omdat ze verder weinig kansen krijgen. Zij die volharden in hun zoektocht naar een job op maat van hun niveau en voorkennis, komen na een oneerlijke en frustrerende strijd met lege handen thuis.

Taal leer je het best in de praktijk en dus met een focus op het brokje taal dat je nodig hebt in een specifieke context.

Het huidige taalbeleid steunt op het idee dat het verwerven van ‘de’ taal een voorwaarde is voor ‘integratie’ of ‘emancipatie’. Die enge en achterhaalde focus op ‘het’ Nederlands veegt alle kennis van nieuwkomersvrouwen weg.

Dit weerhoudt nieuwkomers ervan hier hun leven verder op te bouwen op een menswaardige manier. ‘Het brokje Nederlands’ dat ze verwerven in de cursussen is namelijk vaak ontoereikend in de praktijk, maar nog belangrijker is dat het discours over ’taal leren en integratie’ zorgt dat nieuwkomers, eens ze de arbeidsmarkt betreden, net worden getaxeerd op irrelevante taalkennis en men hun reële taalkennis niet erkent.

Het huidige taalbeleid creëert met andere woorden drempels tot volwaardige participatie in de samenleving. Tijd om het over een andere boeg te gooien en deze ervaringen van nieuwkomersvrouwen mee te nemen in de evaluatie van dit taalparadigma.

Fatme Arikoglu is stafmedewerker voor Ella, het kenniscentrum voor gender en etniciteit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content