De splitsing van België volgens het N-VA-recept

Bart De Wever, Ben Weyts en Jan Jambon © BELGA
Simon Demeulemeester

N-VA draagt met haar confederalisme België dan niet meteen ten grave, het vaderland wordt toch flink uitgekleed. Het veelbesproken confederalisme van de N-VA in 10 van hun voorstellen.

Regeringen

1. ‘Functie van Di Rupo mag blijven, we willen Di Rupo zelf vervangen’

De confederatie België zal een paritair samengestelde Belgische regering kennen, bestaande uit zes tweetalige ministers (een ervan moet het Duits machtig zijn).

Het Vlaamse en Waalse parlement draagt elk twee ministers voor. Minister vijf en zes komen respectievelijk uit de Vlaamse en Waalse regering, en treden op als adviserend minister. ‘Een dubbelmandaat dat de verbinding tussen de confederatie enerzijds en Vlaanderen en Wallonië anderzijds verzekert.’

Het reilen en zeilen binnen die confederatie wordt geregeld door de Belgische raad (bestaande uit de Vlaamse en Waalse minister-president) en de Belgische ministerraden (afhankelijk van de besproken onderwerpen samengesteld door de bevoegde ministers).

Verdwijnt de functie van Elio Di Rupo (PS) dan? Voorzitter Bart De Wever: ‘Een van de zes ministers zal de regering voorzitten. En of je dat nu een kanselier, een minister-president, een premier of een eerste minister wil noemen, maakt voor ons niet veel uit.’ Ondervoorzitter Ben Weyts stelt het scherper: ‘Het komt er voor ons op aan dat we de functie van Elio Di Rupo wel willen behouden, maar dat we Di Rupo zelf willen vervangen.’

Parlementen: Vier parlementen… Of vijf, als de ‘Duitse vrienden ook autonomie willen’

Wat met de Belgische parlementen? Het confederale België van N-VA telt nog vier parlementen: een Belgisch, een Vlaams, een Waals en een voor Brussel-Hoofdstad. Of vijf, als de Duitstaligen ook autonomie willen. ‘Alle volken moeten kunnen kiezen,’ aldus congresvoorzitter Ben Weyts.

2. De Kamer en Senaat worden dus één parlement

Het aantal van 210 Belgische parlementsleden worden teruggebracht naar 50 niet-rechtstreeks verkozen parlementsleden. 25 daarvan komen uit het Waals parlement, 25 uit het Vlaams.

Het Vlaams parlement telt minstens zes leden die in Brussel-Hoofdstad verkozen worden. Zij zetelen ook in het parlement van Brussel-Hoofdstad ‘en bekleden dus een dubbelmandaat’.

3. Het parlement van Brussel-Hoofdstad telt 70 leden

Die worden rechtstreeks verkozen door alle inwoners. Kandidaten staan op een Franstalige of Nederlandstalige lijst, en worden verkozen volgens de huidige procedure. Er geldt een gegarandeerde vertegenwoordiging van 15 Nederlandstaligen.

Brussel

4. De Brusselkeuze

De zogenaamde Brusselkeuze houdt in dat Brusselaars kunnen kiezen of ze aansluiten bij het Vlaamse of Waalse sociale zekerheidsmodel. Die keuze is niet definitief. Na een wachtperiode (van bijvoorbeeld drie jaar) kan iemand overstappen van het ene naar het andere stelsel. ‘De wachtperiode is nodig om de solidariteit met anderen die eerder dezelfde keuze hebben gemaakt niet onder druk te zetten.’

5. ‘Een derde van Brusselse instellingen werkt, een derde werkt niet en nog een derde werkt tegen’: halveren dus

‘Een derde van de Brusselse instellingen werkt, een derde werkt niet en nog een derde werkt tegen,’ zo omschreef Brussels gemeenteraadslid Johan Vandendriesche het. En dus wil zijn N-VA het ’teveel aan politiek’ en instellingen in Brussel halveren. Het politiek personeel wordt ook ‘drastisch verminderd’: ‘minstens 500 van de 1.600 mandaten worden geschrapt’. Dewelke dat zijn en hoe beslist wordt welk mandaat sneuvelt, wordt niet uitgelegd.

De regio Brussel-Hoofdstad wordt één bestuursniveau door het huidige Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de 19 gemeenten en de Brusselse agglomeratie samen te voegen. Die logica trekt N-VA door wat de zes politiezones en de 19 OCMW’s betreft. ‘Wat in New York, Parijs en Berlijn kan, moet in Brussel ook kunnen.’

Toch is er nog ruimte voor decentralisering in districten, naar analogie met Parijs en Antwerpen. Die districten vallen ‘grosso modo samen met de huidige gemeenten’. Brussel-Hoofdstad kan bevoegdheden ‘symmetrisch’ delegeren, maar behoudt de mogelijkheid om ultiem beslissingen te herroepen.

De koning

6. Protocollaire (en minder rijke) koning

Het protocollaire koningshuis mag blijven bestaan, ook al ‘strookt het geboorterecht niet met de democratische basisbeginselen’, aldus Jan Jambon. Net als in Nederland komt de kabinetschef van de koning onder politiek toezicht te staan.

De dotatie komt uit de zak van de confederatie, die één begroting daartoe opstelt: ’transparant, overzichtelijk en all-in‘. Die dotatie wordt overigens verlaagd én beperkt tot de troonopvolger (nu prinses Elisabeth), de koningin-weduwe (nu Fabiola) en de koning die troonsafstand heeft gedaan (nu koning Albert II).

Wie betaalt wat?

7. De confederatie heft geen eigen belastingen meer, maar int enkele indirecte belastingen

De confederatie moet het geld voor bijvoorbeeld Defensie en Asiel halen uit de BTW en de accijnzen (gelijk over het hele grondgebied, zoals bepaald door Europa). Voor de rest komen er dotaties van de deelstaten.

De confederatie moet dus in de buidel tasten voor de weinig overgebleven bevoegdheden, maar ook voor schuldafbouw. Jambon hekelde dat vandaag de ambitie ter zake enkel geldt voor het terugbetalen van de rente op de staatschuld. ‘De fameuze rentesneeuwbal doemt op’: er moet dus een ‘absolute schuldenrem’ komen op confederaal niveau, vindt N-VA. De bestaande schuld gaat in een delgingsfonds en wordt over 25 jaar (met de opbrengsten uit BTW en accijnzen) afgebouwd.

Solidariteit

8. ‘De Vlamingen zijn het meest solidaire volk ter wereld, en blijven dat ook’

Weyts hamert erop dat de solidariteit tussen Vlaanderen en Wallonië niet opgezegd wordt. Een tijdelijk solidariteitsmechanisme moet integendeel op een ‘objectieve, transparante en responsabiliserende wijze’ die solidariteit verder zetten: ‘Vlaanderen zal inzake solidariteit alle landen en volkeren naar de kroon (blijven) steken.’

9. ‘We zijn een betere ontwikkelingshulp aan de beschaving verplicht’

Hetzelfde solidariteitsverhaal brengt Kamerlid Siegfried Bracke op Europees en wereldwijs niveau: ‘We zijn het aan de beschaving verplicht’. Die ambities zijn groots, zo blijkt. ‘Vlaanderen wil zich onderscheiden in internationale solidariteit.’ De Vlaamse ontwikkelingshulp moet zelfs ‘het vlaggenschip zijn op het wereldtoneel’. N-VA wil een punt maken van het halen van de 0,7 %-norm van de OESO. Die stipuleert dat 0,7% van het nationaal inkomen naar ontwikkelingssamenwerking moet gaan.

Europa

10. ‘Europees debat vervlaamsen en Vlaams debat europeaniseren’

En wat met Europa? Siegfried Bracke, van wie gedacht wordt dat hij de Europese lijst zal trekken, parafraseerde de socialist August Vermeylen. Die zei in 1900 al: ‘Om iets te zijn moeten we Vlamingen zijn. Wij willen Vlamingen zijn om Europeeërs te worden.’ De ex-journalist legt een ‘eurorealistische’ kaart op tafel: ‘Wij zeggen ‘ja’ tegen Europa, daar waar Europa nodig en nuttig is’. Dat vertaalt hij naar een streven om ‘het Europees debat te vervlaamsen, en het Vlaams debat te europeaniseren’. Concreet: net als bijvoorbeeld Denemarken wil N-VA dat ministers voorafgaandelijk een Europese top de parlementen te woord staan. Na de top moet het parlement opnieuw ingelicht worden.

Verder kant N-VA zich tegen een Europese superstaat en tegen een Verenigde Staten van Europa. De N-VA ziet geen heil in een Europese sociale zekerheid, in een Europees minimumloon of in een uniforme pensioenleeftijd.

Democratischer moet de Europese Unie worden door de nationale parlementen de voorzitter van de Europese Commissie te laten verkiezen. ‘Die moet het echte gezicht van Europa zijn, niet de voorzitter van de Europese Raad.’

Het buitenlandbeleid tenslotte komt ook in de handen van de deelstaten. Jambon: ‘Vlaanderen en Wallonië kunnen eigen ambassades openen, of afspreken om die samen te behartigen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content