Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘De ranzige boerenpsalm van voetballer Benito Raman’

Jean-Marie Dedecker heeft te doen met voetballer Benito Raman. ‘Niet iedereen is slim genoeg om zijn eigen domheid te beseffen of te omvatten’, zo klinkt het in zijn kerstcolumn.

De ranzige boerenpsalm van voetballer Benito Raman

Alle boeren zijn homo’s” Deze dwaze uitspraak van KAA Gent-speler Benito Raman om de spelers van Club Brugge te ridiculiseren, beheerste afgelopen week de gemoederen van de sportwereld. De Twittergestapo en het Facebooktribunaal, de toogpraatkuilen van het lompenproletariaat, draaiden overuren in de discipline shaming and blaming. Sportcolumnist Hugo Camps, die zelf al jaren van maniëristisch scheldproza zijn handelsmerk maakt, schreeuwde zelfs om een levenslange schorsing van de onverlaat. Relneven en -nichten spaarden de roede niet. Eerder lynchethiek dan gezond boerenverstand.

Wie zoals Raman “Divide et Impera” op zijn linkerarm tatoeëert, de oorlogsretoriek van Philippus II van Macedonië, en “Only God can judge me” op zijn rechterarm, heeft het waardenpatroon en het ego van een snijboon. Het beschilderen of tatoeëren van het lichaam, betekende volgens Johann Wolfgang Von Goethe, de terugval in een dierlijk stadium. Volgens de Britse filosoof Theodore Dalrymple is het de Hegeliaanse synthese van de tegenstelling tussen het groeiende onvermogen en de groeiende behoefte om anders te zijn. Wie dan nog met de naam Benito gezegend is, omdat zijn vader de Italiaanse fascist Mussolini als idool beschouwde, is opvoedkundig bijna gepredestineerd tot het uitkramen van stigmatiserende onzin. Dan ben je misschien eerder aan heropvoeding toe voor een franke muile, dan aan psychologische begeleiding. Want bij die laatste categorie zitten meer pamperaars dan pedagogen.

Luiz Suare hoort eerder gemuilkorfd in een kennel thuis dan op een voetbalveld.

Toch heb ik met hem te doen. Je bent karakterieel tussen je twintig en je zestig, wat je ingelepeld kreeg tussen je tweede en je zesde levensjaar, zei een behaviorist me ooit. Als je dan op je zestiende al verwend wordt met lucratieve contracten en opgehemeld wordt als een verlosser, moet je al sterke voetbalkuiten hebben om niet te ontsporen. Je kunt een jongen uit een dorp halen, schreef de Amerikaanse journalist Arthur Baer, maar je kunt het dorp niet uit de jongen halen. Voorbeelden legio. Op dezelfde dag dat Raman zijn boerenpsalm zong ging Maxime Lestienne van PSV op de vuist in Eindhoven. Mahmoud Trezeguet Hassan van RSC Anderlecht gomde de vrouwen weg op een Instagramfoto. Wie bij zijn club moeilijk vervangbaar is wordt vergeven, de andere moet door het stof. Anthony Vanden Borre die zijn collega’s bij Anderlecht mietjes noemde werd verbannen, maar Luiz Suarez van FC Barcelona wordt door de socio’s aanbeden terwijl hij al meer spelers gebeten heeft dan een pitbull. Hij hoort eerder gemuilkorfd in een kennel thuis dan op een voetbalveld.

Wie de zweetgeur van de kleedkamer kent, weet dat ploegsport een substituut is voor stammenoorlogen. Het viriele turbotaaltje op de tribunes en in de catacomben van het stadion is tribale retoriek. Trainers doen er niet zelden aan mee. Elke groep heeft zijn subcultuur en bij het voetbal gelden andere normen en waarden dan bij pakweg rugby of hockey. Voetbal wordt beoefend door potige matennaaiers die mekaar kreupel schoppen en elkaar negentig minuten naar het leven staan. Het is een sport waarin je voor een doodschop wegkomt met de glimlach en een gele kaart. Om iemand kreupel in de krukken te stampen moet je hoogstens twee wedstrijden in de tribune. Voor de boerenpsalm van Raman daarentegen eisen de KBVB en de FIFA een stadionverbod, een schorsing van vijf wedstrijden en 18.500 euro boete.

De morele ruggengraat van vele voetbalbobo’s loopt door hun portefeuille.

Klassenjustitie van uitzonderingsrechtbanken voor wie de normen en waarden gelden voor anderen, maar niet voor henzelf. De morele ruggengraat van vele voetbalbobo’s loopt door hun portefeuille. Het woord van sommige trainers is even vluchtig als chloroform en een handtekening op een contract is al verloochend vooraleer de inkt ervan is opgedroogd. De helft van de FIFA-leiders zit al achter de tralies. Vorige week werden UEFA- en FIFA -superbobo’s Michel Platini en Sepp Blatter in de ban geslagen voor hun graaicultuur en werd een bondstrainer (beschamend) van zijn ziekbed gelicht voor corruptie. Ze kopen een goed geweten met reclameborden als “No to racism” maar gedogen transfers als gelegaliseerde mensenhandel. Er gaat soms meer geld onder dan boven de tafel. Het bondsparket, dat over de gedragscode van Ramon moet vonnissen, moet deze week ook haar eigen gesjoemel bij de WK-bid gaan onderzoeken. Van dergelijke boeren en moraalridders lust ik geen eieren.

Het doorsnee zangrepertoire van het supportersgild bevat meer zwakzinnige teksten dan culturele. Er zijn nergens meer idiote roeptoeters per vierkante meter dan in een spionkop. Het woord homo of janet heeft meer met een verwijt voor gebrek aan stoerheid te maken, dan met discriminatie voor seksuele geaardheid. Raman kreeg schouderklopjes en gegniffel van een roedel collega’s en een ovatie van het supportersheir. Beschamend en achterlijk. Van lompe of onbeschofte boer genoemd te worden is mijn klomp echter nooit gebroken, hoogstens werd mijn opgerekt ego (tijdelijk) aangetast. De agrarische gemeenschap voelt zich door het woord boer al lang niet meer in haar kruis getast. Het knipmesgedrag met preventieve verontschuldigingen van het Gentse voetbalbestuur is dan ook amper misplaatst fatsoen om de schone schijn van familieclub hoog te houden. De Brugse boeren gaan zeker niet uithuilen bij het Centrum voor Gelijke Kansen, evenmin als de Kielse Ratten of de Kuurnse Ezels bij dierenrechtenorganisatie GAIA. Ze dragen hun titulatuur als geuzennaam.

Geef die 21-jarige kleuter een pedagogische pak voor zijn broek en wat billenkoek. Of is dat ook al bij wet verboden ?

Toen Freya Van den Bossche op een 1 mei-viering ” Al wat dat niet springt…” aanhief, viel het proletarisch rode koor pompt in met een refrein dat het decibelvolume van de Internationale ruim overtrof. De Nederlandse cabaretier Youp van ’t Hek noemt veldhockeyspelers steevast kakkers en zijn bloemlezing over de Amsterdamse Gay Pride wil ik moraalridders niet onthouden: ” Ik heb geen problemen met homoseksuelen. Jammer dat er geen boot met demente homo’s mee gaat. Blote rimpelige bejaarden in een roze luier. Zwaaiend naar het volk op de kant. Het mooiste zou zijn als ze op de boot zouden sterven. Lijkt me een prachtig einde. Totaal dement, hangend op een schip vol joelende nichten en dan uit het leven gezwaaid worden door een paar kilometer volwassen homokijkers. Dat je seksuele geaardheid amusement is. Is er een instantie die gaat ingrijpen ? Die homongolen tegen zichzelf in bescherming neemt ?” Alhoewel we Raman ook tegen zichzelf in bescherming moeten nemen, is zijn boutade amper een platitude uit een jongensinternaat vergeleken met Youps proza. Humor is het ventiel waarlangs de spanning uit ons samenlevingsmodel ontsnapt. Alleen loopt de scheidingslijn tussen luim en ernst over lange tenen. Niet iedereen is slim genoeg om zijn eigen domheid te beseffen of te omvatten. We kunnen er wel iemand op wijzen en bijsturen, maar niet lynchen op het altaar van de maatschappelijke correctheid. Als die doorgeschoten correctheid als een beklemmende sluier over het gezond verstand hangt, mag er wel een correctie gebeuren. Geef die 21-jarige kleuter een pedagogische pak voor zijn broek en wat billenkoek. Of is dat ook al bij wet verboden ? Maar maak er toch geen sportnomade van.

En…morgen is het 28 december, feest van de onnozele kinderen.

Partner Content