‘De omvang van de plaatselijke solidariteit met de terroristen heeft mij ook verbaasd’

Han Renard

Het boek Mijn waarheid over Molenbeek is het persoonlijke antwoord van Philippe Moureaux (PS) op de kritiek die hij als ex-burgemeester van Molenbeek over zich heen kreeg. Hij ging opnieuw praten met jongeren, en in ‘zijn’ eigen Molenbeek botste hij op een jihadisme dat sneller is gegroeid dan hij dacht.

Philippe Moureaux
Philippe Moureaux© Dieter Telemans

Philippe Moureaux: ‘Na drie jaar afwezigheid (Moreaux is burgemeester-af sinds 2013) heb ik opnieuw de volksbuurten bezocht. Ik ben er met jongeren over het jihadisme gaan praten. Daar viel mijn mond soms van open, moet ik bekennen. De Molenbeekse jeugd lijkt in drie jaar tijd compleet veranderd. Als ik vroeger een lastige discussie met jongeren had, ging dat over kruimeldiefstallen, vandalisme en dat soort dingen. Nu praten ze alleen nog over Syrië. Sommige zaken gingen echt mijn petje te boven. Herinner u de beelden van Abdelhamid Abaaoud in Syrië in een auto die lijken over de grond voortsleept? Een normaal mens wordt misselijk van zulke beelden. Maar sommigen van zijn vroegere vrienden kijken daar vol bewondering naar. Zij vinden hem een held, een vent met ballen.’

U hamert er in uw boek op dat de opkomst van de radicale islam in Molenbeek een recent fenomeen is. Ontslaat u uzelf niet te gemakkelijk van enige verantwoordelijkheid?

MOUREAUX: Pas in mijn laatste jaren als burgemeester werd zichtbaar dat het salafisme voet aan de grond begon te krijgen. Maar het was toen onmogelijk om in te schatten hoe gevaarlijk die stroming zou worden. Bovendien: het salafisme staat weliswaar haaks op het harmonieus samenleven van verschillende culturen, maar de meeste salafisten zijn vreedzame moslims die op zichzelf terugplooien en niets meer met onze samenleving te maken willen hebben. Maar ineens waren er wel vrouwen die mij geen hand meer wilden geven. Dat was volkomen nieuw.

Na de arrestatie van Salah Abdeslam citeerde de krant De Morgen een inwoner van Molenbeek: iedereen wist dat hij hier zat. Niemand lichtte de politie in.

MOUREAUX: Dat is bluf en opschepperij van jongeren die zich interessant willen maken bij journalisten. Salah Abdeslam heeft bovendien alleen de laatste dagen voor zijn arrestatie in Molenbeek verbleven. Daarvoor zat hij wekenlang in Vorst en Schaarbeek. Pas toen hij moederziel alleen overbleef en niet meer wist waarheen, belde hij een oude en niet echt tot aanbeveling strekkende kennis in Molenbeek. Die gaf hem een schuilplaats.

Maar steun krijgen van oude jeugdvrienden is nog iets anders dan wat minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon beweert, namelijk dat deze kerels op brede steun in de moslimgemeenschap kunnen rekenen. Dat laatste klopt van geen kanten. Alle verantwoordelijken van de moskeeën hebben de aanslagen ook in scherpe bewoordingen veroordeeld. Maar ik geef wel toe dat de omvang van de plaatselijke solidariteit met die terroristen mij soms ook heeft verbaasd. In mijn boek geef ik het voorbeeld van een gematigde moslima die heel vijandig staat tegenover de IS en de aanslagen verafschuwt. Maar in haar jonge jaren was ze bevriend met de broers Abdeslam. Toen ik haar vroeg wat zij zou doen als de voortvluchtige Salah bij haar zou aankloppen, zei ze: ‘Dan zou ik niet anders kunnen dan hem beschermen.’

Dat is toch onthutsend?

MOUREAUX: Het heeft te maken met een vorm van kameraadschap en loyauteit onder jeugdvrienden in die wijken die voor ons moeilijk te begrijpen is, zeker gezien de ernst van de daden waarover we het hier hebben. Maar die loyauteit heeft niets met godsdienst te maken. Het is een fenomeen dat vergelijkbaar is met ouders die hun criminele kinderen de hand boven het hoofd blijven houden.

Philippe Moureaux, De waarheid over Molenbeek, Horizon -Overamstel Uitgevers, 256 blz., 19,99 euro.

Lees het volledige interview met Philippe Moureaux in de +zone

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content