‘De hervormde Senaat zit met zichzelf in de knoop’

Bizar: Kamer en Senaat samen kosten in de begroting van 2015 bijna 4 miljoen euro meer dan twee jaar geleden. Nochtans heeft de zesde staatshervorming de Senaat uitgehold, daalde het aantal senatoren van 71 naar 60 en verhuisden aanzienlijke federale bevoegdheden naar de deelstaten. De inflatie alleen verklaart het nominaal gestegen budget niet. Ondertussen verwordt de Senaat in alle luwte tot een machteloos fantoomparlement. De leden van de nieuwe Hoge Vergadering weten een half jaar na de verkiezingen zelf nog niet goed wat hun rol en betekenis is. Een hervorming in 2019 kondigt zich nu al aan.

De nieuwe senatoren hebben tijdens hun eerste plenaire vergaderingen vooral gedebatteerd over de werking van hun nieuwe Senaat zelf. Zo was er tijdens de laatste zitting in november een discussie over de zogenaamde informatieverslagen, de adviezen die de Senaat mag opstellen over thema’s die raakvlakken hebben met meerdere beleidsniveaus. Op de agenda stond een gesprek over een informatieverslag dat de wereldvrouwendag van maart volgend jaar moet voorbereiden. De gedachtewisseling ging echter niet over grootse kwesties zoals mondiale genderdiscriminatie, maar over het principe van de informatieverslagen zelf: wat is de manier om ze op de agenda te zetten, waarover mag juist geadviseerd worden en hoeveel commissies kunnen daartoe dienen?

Regeltjes

Het ging er bij wijlen hevig aan toe, in het bijzonder tussen SP.a-senator Bert Anciaux en Senaatsvoorzitster Christine Defraigne van de MR, over de te volgen werkmethode. ‘Het zou goed zijn mochten wij ons in de Senaat opwinden over de inhoud, maar niet te veel over reglementen’ moest CD&V’er Steven Vanackere opmerken. Het Senaatsdebat betrof dus de Senaat zelf, en trouwens: met alle plechtstatigheden eigen aan een opstart, was dat tijdens de eerste zitting in oktober niet anders.

Een fragment uit de zitting van 7 november, naar aanleiding van het informatieverslag over de 4de VN-wereldvrouwenconferentie in maart:

De voorzitster. – Informatieverslagen zijn geen adviezen.

Steven Vanackere – Een adviescomité kan geen verslag opstellen.

De voorzitster. – Mijnheer Anciaux, ik heb u een antwoord gegeven. U mag me die vraag nog tienmaal stellen, ik zal tienmaal hetzelfde antwoord geven.

Bert Anciaux – Mijn tweede vraag ging over de wijziging van de agenda. De voorzitster. – Mijn verontschuldigingen, ik was uw tweede vraag vergeten. We hebben gestemd en de gewijzigde agenda is aangenomen. Daarmee is de kous af.

Bert Anciaux – Wat de wijziging van de agenda betreft …

De voorzitster. – Daarover hebben we gestemd.

Bert Anciaux – Dat klopt. Er is inderdaad gestemd over de toevoeging van het verzoek om een informatieverslag op te stellen. Mijn vraag is echter of de Senaat ook de agenda wil wijzigen en andere verzoeken die rechtsgeldig zijn ingediend, wil toevoegen.

De voorzitster. – De agenda is gewijzigd. Ik ga niet om de drie minuten wijzigingen voorstellen.

Het illustreert dat de hervormde Senaat met zichzelf in de knoop zit. Er loopt een breuklijn, over meerderheid en oppositie heen, tussen zij die de wettelijk toebedeelde rol van het nieuwe plenum zeer ruim interpreteren, en zij die er een bescheiden lezing van de opdracht op nahouden. Dat leidt tot discussies, zoals over wat de ’transversale’ thema’s zijn, waarover de Senaat zich mag buigen. Het zijn kwesties die door meerdere beleidsniveaus moeten behartigd worden: mondiale vrouwenemancipatie valt daar inderdaad onder. Maar het begrip valt helaas oneindig breed te interpreteren. Zo stoppen mobiliteit en klimaat in feite niet aan de deelstaat- of Europese grenzen. Ook cultuur kan eronder ressorteren. Evenals armoede. En ga zo maar door: van internationale misdaad over Moeder Aarde tot wereldvrede, dat alles kan behoren tot de transversale missie van de hervormde Senaat. Annick De Ridder, fractieleider van de N-VA: ‘de zesde staatshervorming heeft de Senaat helaas niet afgeschaft maar hervormd. In plenaires blijft de goede werking echter zoekende en daar bestaan verschillende meningen over. Wij willen de Senaat niet laten uitgroeien dat wat ze ooit was, wij willen geen Senaat 2.0.’

Politiek impotent

De nieuwe Senaat is zeer afwezig in de Wetstraat. Aanstaande vrijdag komt de premier eens langs, drie maanden nadat zijn coalitie van start ging. Het nieuwskanaal van Google vermeldt de Hoge Vergadering een laatste keer een maand geleden, toen het haar veiligheidsmaatregelen opdreef. De twitter-account van de Senaat vermeldt tientallen ceremoniën maar signaleert slechts één politiek feit, de plenaire bijeenkomst van begin november. Het laatste definitieve commissieverslag dateert uit Di Rupo-tijden. Vorige week belandde de nieuwsbrief van de Senaat in mijn mailbox. Die blokletterde: ‘de Nieuwe Senaat is klaar.’ Zes maanden na de verkiezingen, is de Senaat naar eigen zeggen ‘klaar.’ Het is een fantoomparlement geworden.

Het probleem van de Senaat is begonnen in 1995, toen het zeggenschap over de begroting verloren ging.

'De hervormde Senaat zit met zichzelf in de knoop'
© BELGA

‘Sindsdien is dat parlement machteloos’ zegt professor overheidsfinanciën Herman Matthijs: ‘het Europees parlement werd pas belangrijk toen het de EU-begrotingen moest beoordelen. Het Congres in de VSA telt mee omdat Obama er zijn rekeningen moet presenteren. De eerste Kamer in Nederland heeft hetzelfde probleem als onze Senaat, omdat het geen gezag heeft over de begroting. In politiek gaan macht en geld altijd samen.’

Weg sfeer

De sfeer tijdens de eerste twee zittingen was slecht. Dat volgde op een moeizame opstart achter de schermen, onder andere inzake de vergoedingen. Omdat deelstaatsenatoren regionaal al zetelen en werken, vroegen sommigen om een financieel surplus. Verplaatsingskosten werden een issue: 20 of 40 verplaatsingen per jaar? Wat met het informaticabudget? Bedragen voor ondervoorzitters ten belopen van 100 of 200 euro? De onenigheid over die budgetten belandde noodgedwongen zelfs op de federale onderhandelingstafel. Er was ook discussie over het moment waarop de maandelijkse vergaderingen zouden plaatsvinden. Uiteindelijk koos de meerderheid voor vrijdag. ‘Voor sommigen lag dat moeilijk, want het betekent een dag meer pendelen naar Brussel’ zegt een senator.

3,9 miljoen euro duurder

De dotatie aan de Senaat daalde van 69,9 miljoen in 2013 tot 62,2 miljoen dit jaar; dat is een besparing van 7,7 miljoen euro. De dotaties aan partijen daalden van 10 naar 0 miljoen euro. Samen wordt dus 17,7 miljoen minder uitgegeven aan de Senaat. Maar die partijdotaties werden naar de Kamer geschoven: daar steeg het bedrag van 10 naar 27,4 miljoen euro, een indrukwekkende stijging van 17,4 miljoen euro. De dotatie zelf aan de Kamer nam toe van 122 tot 126,2 miljoen euro, een verschil van 4,2 miljoen. Het Kamerbudget stijgt op twee jaar tijd dus van 132 tot 153,6 miljoen, een toename van 21,6 miljoen euro. De minderuitgave aan de Senaat (17,7) is dus kleiner dan de meeruitgave (21,6) via de kamer.

'De hervormde Senaat zit met zichzelf in de knoop'
© JDM

Het federale parlement kost in de begroting van 2015 dus 3,9 miljoen euro meer, ook al heeft de zesde staatshervorming de rol van Senaat drastisch ingeperkt, en verhuisden aanzienlijke bevoegdheden naar regionale parlementen. Herman Matthijs schreef eerder al in Knack dat de vermindering van het aantal senatoren anno 1995 ook niet voor een grote besparing heeft gezorgd, ‘en met de huidige afslanking is dat is dat ook niet het geval.’

Het kostenplaatje van de partijfinanciering via Kamer en Senaat samen valt op; van 20 (10 Kamer + 10 Senaat) miljoen in 2013 tot 27,4 miljoen dit jaar, een stijging met 7,4 miljoen. Matthijs: ‘er is een besparing op de dotaties van de Senaat, maar de partijen hebben beslist dat de Kamer de dotatie overneemt. De stijging van meer dan 7 miljoen euro moet ook wel gecorrigeerd worden met de inflatie. Er zijn ook meer mensen gaan stemmen, en er was een demografische toename. Je kan dus stellen dat de electorale aangroei een financiële meevaller is voor de penningmeesters van de partijen.’ Het budget aan de Senaat als instelling blijft met 62 miljoen ook hoog. Professor Matthijs: ‘de nieuwe Senaat betaalt ook de uittredingsvergoedingen van de oude Senaat. Op termijn zal dat bedrag dus automatisch dalen.’

Een aantal mensen werd in de senaat door hun partij politiek opgevist. ‘Vooral diegenen die niet verkozen raakten, van alle partijen, en er eigenlijk van droomden om minister te worden’ zegt een deelstaatsenator. Het loon van de 10 gecoöpteerde senatoren is gehalveerd, wat met de onkostenvergoeding neerkomt op een 2500 euro netto per maand. Dat is voor een ervaren parlementair een aanzienlijke inlevering.

5 personeelsleden per Senator

Ondanks slechts acht plenaire vergaderingen per jaar heeft de Senaat 273 voltijdse personeelsleden te verantwoorden, waaronder bodes, IT’ers, vertalers, juristen en poetsers. Ter vergelijking: het Vlaams parlement telt 240 personeelsleden, twee per parlementslid. In de Senaat is dat bijna vijf per parlementslid. De leeftijdspiramide van het personeel is breed bovenaan, waardoor het sociaal kapitaal de komende jaren automatisch moet verdunnen, door een natuurlijke uitgroei: tegen 2019 gaan er een kleine 50 met pensioen. Onderhandelingen met de regionale parlementen om medewerkers over te nemen verlopen vrij vruchteloos. De Kamer schakelt momenteel experten van de Senaat in: wanneer bijvoorbeeld een vertaler nodig is, dan doen de Kamerdiensten in de eerste plaats een beroep op senaatsexperten, en pas in tweede orde op externe specialisten. Wanneer iemand daar op proef is en na een jaar voldoet, dan kantelt hij of zij naar de payroll van de Kamer. Dat doet op termijn de Kamerbegroting stijgen, en die van de Senaat dalen.

Maar er doet zich soms een probleem voor inzake bedrijfscultuur. De plechtstatige, wat van de actualiteit onthechte Senaat zou een minder flexibele arbeidsethos schragen dan de Kamer. Er zijn ook loonverschillen en statutaire voordelen: de Senaat was altijd een zeer goede betaler, met veel vakantiedagen en interessante, gebetonneerde rechten. Tijdens de installatie van de nieuwe Senaat beloofde de nieuwe voorzitster het personeel ’te beschermen’ en dat zal inderdaad nodig zijn, gegeven de besparingsatmosfeer waarin momenteel het hele land vertoeft. De mensen die daar werken, hebben er niet voor gekozen om zonder werkgever te vallen.

Eucharistie

'De hervormde Senaat zit met zichzelf in de knoop'
© Reuters

Op de interessante, in oktober gelanceerde website BelConLawBlog wordt de Quo Vadis van onze Senaat mooi samengevat. Gentse studenten, assistenten en doctorandi publiceren er over staatsrecht, en momenteel in een meerdelige reeks over de zesde staatshervorming, zoals laatst over de hervormde senaat. De conclusie luidt: ‘voorlopig heeft België een instelling (de Senaat) waarvan het huidige nut niet echt duidelijk is. Het is aan de politici om een doordachte keuze te maken. Daarbij dienen zij de Senaat af te schaffen en zijn taken te laten uitoefenen door de Kamer, of de instelling om te vormen tot een performant overlegplatform voor de deelstaten dat communautaire problemen ontmijnt en dat toekomstige institutionele stappen op een doordachte manier voorbereidt.’

De Senaat heeft als dusdanig iets aandoenlijk. Het maandelijkse plenum doet denken aan de eucharistieviering in een leeggelopen kerk. Het draagt de grandeur van een indrukwekkend verleden in zich, maar niemand gelooft er nog in, behalve de enkelingen die er nog heil voor zichzelf in vinden. Het rode pluche en haar decorum is aantrekkelijk, en refereert aan politiek misschien minder complexe tijden, toen Senatoren nog rekruten waren uit de absolute sociaalculturele toplaag, en ook het aanzien vandien genoten. Leuke anekdote: onder alle gewezen parlementsleden van het land is de titel ere-senator de meest populaire, ook bij volksvertegenwoordigers. Omdat ‘senator’ zo mooi klinkt. Ook in het buitenland gooi je er nog hoge ogen mee. ‘Senator’ bestaat in vele talen. Eendeputé zijn, klinkt daartegenover nogal gewoontjes, zeg maar: volks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content