Peter Mertens (PVDA)

‘De elite graait, grabbelt en grijpt als nooit tevoren’

Peter Mertens (PVDA) Kamerlid PVDA

‘De grootste mythe van deze tijd is dat er geen geld zou zijn. Er is meer geld dan ooit, maar het is ook ongelijker verdeeld dan ooit’, schrijft Peter Mertens. Hij geeft een voorsmaakje uit zijn nieuwe boek ‘Graailand’ (EPO).

De elite graait, grabbelt en grijpt als nooit tevoren. Ongestraft verstoppen miljonairs en multinationals miljarden euro’s in postbusbedrijven en belastingparadijzen. Overbetaalde politici walsen ongestoord de draaideur door tussen politiek en grootbedrijf. Wat crisis?

Crisis is voor sissies, zegt de kaste, en ze verhogen opnieuw de taksen en bevriezen de lonen. We leven toch boven onze stand? Ondertussen vloeit het verse geld naar nieuwe speculatieve zeepbellen, tot de bubbels barsten. Hoe meer ellende de graaiers zaaien, hoe meer opstand ze oogsten tegen de elites.

Een standbeeld voor Coucke en Huts?

‘We zouden een standbeeld moeten oprichten voor Marc Coucke en Fernand Huts‘, vertelde vicepremier Jan Jambon onlangs in een krant. De verafgoding voor de goden van het grote geld neemt hand over hand toe.

‘De elite graait, grabbelt en grijpt als nooit tevoren.’

Terwijl een miljardair zoals Marc Coucke geen eurocent belastingen betaalt op de meerwaarde die hij boekt bij de verkoop van zijn aandelen, zakken steeds meer landgenoten onder de drempel van de armoede. Terwijl zonnepaneelplantagehouders zoals Fernand Huts aan de subsidiekraan hangen, kreunen gezinnen en alleenstaanden onder steeds meer taksen op elektriciteit en water.

En wie ouder wordt moet het helemaal maar zelf uitzoeken. Rusthuizen worden onbetaalbaar, in een vermarkte rush naar maximale winst. Er zijn commerciële zorgcentra die nauwelijks drie euro per dag besteden aan maaltijden, hard inhakkend op de waardigheid van onze senioren. Zelfs de zorg voor onze medemensen wordt uitbesteed aan multinationals zoals G4S, om snel geld te scheppen op de opvang van daklozen en vluchtelingen. Waar gaat dit naartoe?

Natuurlijk broeit en borrelt de lava dan in de buik van de samenleving. Onlangs werd bekend dat meer dan een tiende van de bevolking in Europa, met name 54 miljoen mensen, in de nakende wintermaanden een pijnlijke keuze zal moeten maken tussen voedsel en verwarming. Zij leven boven hun stand, zo vertelt een eindeloze stoet goedweerverkopers. De kloof tussen de gevestigde politiek en het volk is nooit zo groot geweest. Een kaste van tienduizendeuro-politici, afgesneden van het volk. Met hetzelfde jargon, dezelfde pakjes, dezelfde schoentjes en dezelfde wereldvreemdheid.

‘De grootste mythe van deze tijd is dat er geen geld zou zijn. Er is meer geld dan ooit, maar het is ook ongelijker verdeeld dan ooit.’

Ze leggen loonbevriezingen op voor het volk, en vinden dat de ceo’s van het grootbedrijf nog niet genoeg verdienen. Ze zitten aan de knoppen in de Europese Commissie, en leggen een hongerdieet op aan de Letten, de Ieren, de Grieken en andere Portugezen van dit continent. En nadien krijgen ze als blijk voor bewezen diensten een dikbetaalde baan bij grootbanken of grootbedrijf. Zoals José Manuel Barroso bij Goldman Sachs International, of Karel De Gucht bij ArcelorMittal. Dat is de nieuwe normaliteit, en wie er kritische vragen bij stelt wordt afgeserveerd als ‘populist’ of ‘extremist’.

Postbusbedrijven

De grootste mythe van deze tijd is dat er geen geld zou zijn. Er is meer geld dan ooit, maar het is ook ongelijker verdeeld dan ooit. Bijna negen jaar na het uitbreken van de bankencrisis bezitten 62 multimiljardairs even veel vermogen als de 3,5 miljard armste mensen ter wereld. Dat is geen cijfertjesprobleem. Dat is een probleem van democratie. Ze hebben de fiscaliteit helemaal omgebouwd, zodat uiteindelijk een poetsvrouw meer belastingen betaalt dan een multinational.

Dit jaar bleek opnieuw dat de vijftig grootste belastingontwijkende bedrijven in ons land nauwelijks 2,7 procent belastingbetalen, terwijl ze wettelijk dik tien keer meer zouden moeten bijdragen. Alleen al de belastingontwijking van die vijftig grootbedrijven kost onze overheid 6,9 miljard euro per jaar. Ondertussen groeit het gat in de begroting, en worden jaar na jaar de taksen voor gewone stervelingen de hoogte ingeduwd. En van een echte vermogensbelasting is nog steeds geen sprake. Ongestraft verstopt het grootbedrijf miljarden euro’s in postbusbedrijven in Panama, in Zwitserland of in Luxemburg. Ook dat kost onze overheden handenvol geld.

We staan machteloos, roept de politiek in koor. En net daarna benoemen ze Jean-Claude Juncker tot voorzitter van de Europese Commissie. Juncker, de man die nota bene zelf op de hoogte was van de grote belastingontwijking via zijn eigen Luxemburg. Hoe cynisch kan het zijn? Juncker volgt bij de Commissie Barroso op, die ondertussen bij Goldman Sachs aan de slag is en daarenboven een pensioen trekt van 7.000 euro per maand. Zelfs een goede populist zou zulke absurditeiten nooit kunnen verzinnen. En om dat allemaal goed te praten stuurt men partijvoorzitters zoals Gwendolyn Rutten op ons af, die koudweg mogen komen vertellen dat ongelijkheid goed is voor ons allemaal. Het onbeschaamd gegraai is olie op het vuur van verzet. En dat barst los in alle richtingen.

Vloeibare zeep voor nieuwe zeepbellen

Het hele euroverhaal moet op de schop. Van bij de start is de euro op maat gesneden van het Duitse grootbedrijf. Het heeft alle onevenwichten op dit continent vergroot. Duitse producten, laaggeprijsd dankzij een verregaande lage-loon-politiek in eigen huis, hebben het nieuwe Europa overspoeld. In de rand van de Unie ging men goedkoop geld lenen bij banken uit Duitsland, Frankrijk en de Benelux. Het Duitse geld ging op wandel. Kapitaalexport heet dat.

‘Tot Boem! Paukeslag! De bankencrisis. Want ooit moest die economie-op-de-poef wel barsten.’

In de eerste vijf jaar van de euro, tussen 2002 en 2007, verliet zowat 563 miljard euro de Duitse heimat. Hoe absurd is dat. In de periferie van Europa werden met dat geleende geld massaal veel producten en diensten ingevoerd. De lokale economieën werden van de kaart geveegd, en Duitsland werd wereldkampioen export. Tot Boem! Paukeslag! De bankencrisis. Want ooit moest die economie-op-de-poef wel barsten. Toen kwam de trojka, om met harde hand besparingsplannen op te leggen aan de landen in de periferie. Het mocht niet baten.

Sinds april 2016 pompt de Europese Centrale Bank maandelijks 80 miljard euro in de Europese economie. Toen de geldpers opstartte, was een injectie van 1.100 miljard euro voorzien en zou het programma in september 2016 aflopen. Maar dat is ondertussen al verlengd tot maart 2017. De geldpers blijft op volle toeren draaien. Maar de economie veert niet op. De beurzen wel, want het grootbedrijf koopt ondertussen eigen aandelen op met het gratis geld. Private grootbanken zuiveren hun precaire situatie wat aan, en voor de rest vloeit het verse geld vooral naar nieuwe speculatieve activiteiten. Zo wordt het monetaire beleid vloeibare zeep om nieuwe financiële zeepbellen te belazen. En we weten allemaal: zeepbellen spatten ooit uit elkaar.

Contraproductief bluswerk

Je kan de crisis niet alleen met geldpolitiek oplossen. Het dient tot niets zuurstof toe te dienen en ondertussen de strop rond de hals verder aan te spannen. En dat gebeurt door een economische politiek die verder inhakt op de koopkracht van miljoenen burgers in Europa. Het bluswerk van de centrale bank is contraproductief zolang er geen einde komt aan de drastische besparingen. In de rijkere Oeso-landen zagen meer dan twee derde van de gezinnen hun reële inkomens dalen tussen 2005 en 2014, zo becijferde het studiebureau McKinsey najaar 2016. We spreken dan over 540 miljoen mensen die hun inkomen zagen stagneren of dalen. Je moet geen economisch genie zijn om te begrijpen dat er dan minder wordt geconsumeerd.

‘We leven op een gevaarlijk momentum: uit deze crisis kan een nieuwe nachtmerrie ontstaan.’

Ook de overheidsinvesteringen vallen stil. Dat is in de Unie haast bij wet geregeld door het Stabiliteits- en Groeipact, niet minder dan een begrotingsgevangenis voor de Europese lidstaten. Zolang dat blijft lost het plan-Juncker niets op. Het zogenaamde investeringsplan van Juncker is niet meer dan een druppel op een hete plaat. Ook vanuit het private grootbedrijf komen weinig of geen innovatieve investeringen. Het zijn vrijwel allemaal rationalisatie-investeringen. ‘Fusies en overnames bereiken stratosferische hoogte’, titelde De Tijd vorig jaar. Het Europese grootbedrijf zit ondertussen op een kapitaalberg van 3.200 miljard euro. Zelfs de Financial Times omschrijft de nieuwe mastodonten als ‘superstar companies’, en noemt de groteske monopolie-vorming ‘a giant problem’.

Een politiek van hoop, niet van angst

De huidige politiek voedt de antipolitiek. In Frankrijk hebben tachtig befaamde economen een oproep gelanceerd, omdat ze bezorgd zijn voor een mogelijke opkomst van extreemrechts. ‘De werkloosheid, de onzekerheid, de moeilijkheid om elke maand de eindjes aan elkaar te knopen, dat is het leven van miljoenen medeburgers. Bovenop de kommer en kwel van het materiële leven komt het verlies van hoop, het gevoel dat de toekomst voor ons land en onze kinderen is afgesloten.’ In een gezamenlijke oproep in Le Monde houden zij een vurig pleidooi voor ‘een nieuw productief pact, dat zowel ecologisch als sociaal is’.

De tachtig economen van diverse pluimage willen een totaal andere Europese politiek. Ze schrijven: ‘De Europese landen zijn betrokken in een dodelijke besparingswedloop. Een wedloop om ter meeste competitiviteit, om zo bij de buurlanden delen van de markt en van de banen af te snoepen. Het is tijd deze politiek te verlaten. Ze leidt alleen maar naar een eindeloos verder wegzinken in de crisis.’ De tachtig economen eisen een ambitieus investeringsplan, ze willen dat de laagste lonen met minstens tien procent worden opgetrokken, en ze zijn van mening dat Duitsland zijn handelsoverschotten in eigen land moet investeren investeert en op die manier zijn ‘handelsonevenwicht van bovenuit terugschroeft’.

‘Europa staat op een kruispunt. Het moet opnieuw beginnen, als een sociaal project, als een samenwerkend project in plaats van de concurrentie van iedereen tegen iedereen.’

We leven op een gevaarlijk momentum: uit deze crisis kan een nieuwe nachtmerrie ontstaan. De nieuwe nationalistische en identitaire stromingen zijn geboren en groot geworden op de puinhoop van de ikke-ikke-ikkemaatschappij, de grote graaicultuur en de crisis. We hebben dringend een totaal ander antwoord nodig. ‘Laat uw keuzes leiden door hoop, niet door angst’, zei Nelson Mandela. Om te antwoorden op de profeten van de angst, zoals Donald Trump, Marine Le Pen en Geert Wilders hebben we niet ‘meer establishment’ nodig. Dat hebben de Amerikaanse verkiezingen wel bewezen: met een kandidate van Wall Street kan je de agressieve demagogie van Trump niet verslaan.

Graailand, het nieuwe boek van Peter Mertens
Graailand, het nieuwe boek van Peter Mertens© DR

Europa staat op een kruispunt. Het moet opnieuw beginnen, als een sociaal project, als een samenwerkend project in plaats van de concurrentie van iedereen tegen iedereen. Europa zal democratisch, duurzaam en sociaal zijn, of zal niet zijn. Er is ongelooflijk veel talent op dit continent, niet in het minst bij de jongere generaties, dat voluit wil gaan voor een toekomst die de moeite waard is. Natuurlijk is dat mogelijk.

Partner Content