Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘De belastingfantasie van onze tollenaars is grenzeloos’

Jean-Marie Dedecker is in zijn wekelijkse column vlijmscherp voor de begroting. Tegelijk haalt hij Kris Peeters door de mangel. ‘Gaston Eyskens draait zich om in zijn graf’.

“The only difference between a tax man and a taxidermist is that the taxidermist leaves the skin” schreef Mark Twain. Het enige verschil tussen een dierenopzetter en een belastingcontroleur is dat de dierenopzetter nog de huid overlaat. Met onze tollenaars wordt zelfs het bot gevild. We worden al van schraapzucht en gulzigheid beschuldigd als we onze zuurverdiende spaarcenten willen beschermen. De roerende voorheffing verhoogt tot 30%, een verdubbeling op 5 jaar tijd, en van dividenden op aandelen wordt straks meer dan de helft of 53.8 % afgeroomd.

Verzinsels van een kluns

De belastingfantasie van onze tollenaars is grenzeloos. Zo wordt er nu een zondebelasting op de tankkaarten uit de rovershoed getoverd om brandstof aan te kopen waarvan de prijs al voor drievierden uit accijnzen, taksen en lasten bestaat. Verzinsels van een kluns. We zouden verkiezingen moeten houden de dag na de begrotingsbesprekingen. Het zou politici aanzetten de tering naar de nering te zetten in plaats van een slecht theaterstuk op te voeren van aanstellerij en profileringsdrang. We hebben geen overheidsschuld van 440 miljard euro omdat we te weinig belastingen betalen, maar omdat de overheid te veel maait en te weinig zaait. Elke Belg wordt geboren met een rugzakje staatsschuld van 40.000 euro. Het is dan ook maar logisch dat het gat in de begroting nu voor 70% dichtgereden wordt met besparingsmaatregelen, zelfs in de gezondheidszorg, waar er sprake is van een overconsumptie van 7 miljard euro. Waar de verzuilde mutualiteiten elkaar beconcurreren met terugbetaling van botervlootjes en saunabezoekjes en waar de ziekenfondsen meer krijgen voor hun administratieve verwerking van ziektebriefjes dan alle huisartsen in ons land samen verdienen, namelijk 1,073 miljard euro. Het is niet meer dan logisch dat men voortaan in de pensioenberekening rekening zal houden met een verminderde waarde van de zogenaamde gelijkgestelde periodes, vermits men een pensioen verdient door bijdragen uit arbeid. Het is immers een anachronisme dat een zelfstandige, die gans zijn leven bijgedragen heeft aan de sociale zekerheid, een lager pensioen krijgt dan iemand die van stempelen een loopbaan heeft gemaakt. Van alle ambtenaren die in 2014 met pensioen gingen, deed 68% dat vervroegd. De ambtenarenpensioenen bedroegen in 1995 zo’n 2,4% van het BBP en in 2015 quasi 4%. Ze stegen de laatste tien jaar met 33%. Mag de goegemeente dan niet terecht vragen dat de militairen een paar jaar langer in hun kazematten blijven liggen dan op hun 55ste hun wapens aan de wilgen te hangen?

Gaston Eyskens draait zich om in zijn graf

Als Kris Peeters en zijn CD&V over “rechtvaardige fiscaliteit ” praten is dat alsof Judas Iskariot een preek zou afsteken tegen verraad en omkoping. Decennialange “christelijke” machtsuitoefening met een doorgedreven lobbyfiscaliteit ten gunste van de eigen zuil heeft van ons belastingstelsel een fiscale koterij gemaakt, waarvan haar eigen kerk en haar gelovigen gulzig uit de offerblok vol belastinggeld mogen meegraaien. Het doet dan ook vermoeden dat het fiscaal schietgebedje voor een meerwaardebelasting van Peeters niet alleen een schijnbeweging was, maar vooral chantage om de bittere Arco-pil te laten slikken door de belastingbetaler. De deelbewijzen van Arco(par) die niet alleen door Bacob, de bank van de christelijke arbeidersbeweging, maar ook door VDK verkocht werden waren aandelen en geven dus geen recht op de spaardersgarantie. Het stond er zwart-wit opgedrukt. Wij citeren uit een foldertje voor de “Arcopar aandelenrekening” : “beleggen in aandelen, waarbij u niet op de beurs terecht komt, waarbij u geniet van kapitaalsgarantie en een hoger rendement en vrijgesteld van roerende voorheffing…Een ideaal appeltje voor de dorst.”

De coöperanten waren dus niet volledig onwetend, want ze kregen door het aandeelhouderschap ook nog voordeliger tarieven op spaarproducten of hypothecaire leningen. Gedeelde verantwoordelijkheid. Diegenen die voor 1,6 miljard euro aandelen verkochten als spaarproducten met een vast rendement noemt men in het vakjargon oplichters. Het is dan ook nog hoogst merkwaardig dat de topgraaiers van Arco en het ACW, die mede verantwoordelijk waren voor de val van Dexia, dan nog mochten optreden als vereffenaars van de restanten van hun oplichtingspraktijken. Alsof een dief nog heler mag spelen van zijn gestolen goederen. Vlaams parlementslid Lorin Parys (N-VA) volgde onlangs de subsidiestroom die jaarlijks van de Vlaamse Regering naar het verzuilde middenveld vloeit. Hij onderzocht 250 Vzw’s die gevoed worden met subsidies uit acht verschillende ministeriële departementen. Van de 780 miljoen euro ging er 453 miljoen naar 49 instellingen van Beweging.net, het vroegere ACW, dat uit schaamte haar naam veranderde na de oplichterij met Arco. Een subsidiedatabank zou hier enige transparantie kunnen geven, want niet alle Vzw’s werden doorgelicht en er werd ook geen rekening gehouden met gemeentelijke, provinciale en (een veelvoud aan) federale subsidies. Niemand hoeft dus op te draaien voor het wanbeleid van deze christelijke bankrovers behalve zijzelf. Ook de staatsbank Belfius niet, dat met belastinggeld uit het Dexia-schandaal gered werd. Van de 542 miljoen van de ten gelde gemaakte activa bij de vereffening van Arco blijft er nu nog 250 miljoen over om door te storten naar de 800.000 misleide coöperanten. De rest kan opgehoest worden door alle geledingen rond Beweging.net, van vakbond tot mutualiteit. Ze laafden zich immers allemaal gulzig aan de rijke tafelen van Dexia, en kunnen nu vasten tot hun schuldenberg afgelost is. Ze hangen ondertussen nog laveloos aan het verzuilde subsidie-infuus.

Eyskens draait zich om zijn graf

In plaats van onderzeeër te spelen in zijn eigen regering zou Kris Peeters beter de katholieke klassiekers van zijn voorganger herlezen.

In hun onverdroten ijver om hun eigen achterban te bedienen en elkaars electorale vliegen af te vangen kwamen de partijen in deze begrotingsronde weerom niet verder dan wat gescharrel in de marge. Structurele ingrepen, zoals het verlagen van de vennootschapsbelasting, werden afgeschoten in de onderlinge Zweedse guerrillaoorlog. Over zijn beleidsverklaring van 24 april 1947 schreef Gaston Eyskens in zijn memoires: “Om het tekort van 10 miljard op de begroting van 1947, die in totaal bijna 60 miljard bedroeg, weg te werken, stelde ik een vermindering van de overheidsuitgaven met tien procent in het vooruitzicht. De besparingen zouden vooral worden gerealiseerd door de subsidies aan bedrijven en de werkgelegenheid in de overheidssector te verminderen… Ik kondigde aan 5,5 miljard BF belastingverminderingen door te voeren. Daarmee liep ik vooruit op een grondige hervorming van ons fiscaal stelsel… om de doorzichtigheid van het fiscale wetgeving te verbeteren. Alle maatregelen hadden tot doel een klimaat van economische expansie en sociale vooruitgang te scheppen, de modernisering van de economische structuur mogelijk te maken en de openbare financiën gezond te maken…” 70 jaar na datum draait Eyskens zich om in zijn graf. In plaats van onderzeeër te spelen in zijn eigen regering zou Kris Peeters beter de katholieke klassiekers van zijn voorganger herlezen.

Partner Content