Amélie Godefroidt

‘Contact met mensen van een andere religie maakt ons weerbaar tegen angst voor terreur’

Amélie Godefroidt Doctorandus KU Leuven (Centre for Research on Peace and Development, KU Leuven)

‘Het wordt tijd dat onze politici ook de psychologische oorlogsvoering van terroristen begrijpen en ze beter bestrijden.’ Amélie Godefroidt, doctorandus en werkzaam bij het Centre for Research on Peace and Development (KU Leuven) rond de groeiende polarisering door angst voor terrorisme, aan het woord.

Op 17 augustus rijdt een witte bestelwagen in op de drukke winkelstraat Las Ramblas in Barcelona. Diezelfde nacht rijden ook andere terroristen in op voetgangers, dit keer in de badplaats Cambrils. Gevolg: veertien doden en honderden gewonden. De Spaanse autoriteiten spreken van een terreurdaad.

Contact met mensen van een andere religie maakt ons weerbaar tegen angst voor terreur.

Enkele dagen eerder reed een white supremacist – iemand die gelooft in de superioriteit van het witte ras – tijdens een extreemrechtse betoging in op een groep linkse tegenbetogers in Charlottesville, Amerika. Een vrouw komt hierbij om het leven. President Trump, die anders niet snel genoeg kan tweeten, bleef aanvankelijk muisstil – tot de kritiek op deze stilte ze onhoudbaar maakte.

Deze aanslagen tonen hoe we met twee maten en gewichten naar terrorisme kijken. Moeilijk is het nochtans niet, in beide gevallen lieten onschuldige burgers op quasi dezelfde wijze het leven omdat hun gedachtegoed of levenswijze niet strookte met de visies van de daders. Het zijn beiden voorbeelden van terrorisme pur sang.

Polarisering

De geschiedenis (en het heden) leert ons dat elke ideologie en religie vatbaar is voor terroristische praktijken. Van (extreem)links tot (extreem)rechts; van het christendom en jodendom tot de islam.

Voor we verdergaan is het belangrijk enkele feiten in het achterhoofd te houden.

  1. Het merendeel van de slachtoffers van terreur anno 2017 zijn moslims.
  2. Veel daders van recente aanslagen in Europa, die zich beroepen op de islam, zijn geboren en getogen in België, Frankrijk, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, enzovoort.
  3. In vele westerse landen worden nog steeds meer – maar wel eerder kleinschalige en minder dodelijke – aanslagen gepleegd door extreemrechtse en -linkse groeperingen dan door groeperingen die zich beroepen op de islam.

Maar aanslagen en terrorisme linken we vaak enkel aan de islam. En dat is precies wat de terroristen die zich beroepen op het geloof beogen. Terrorisme is eerst en vooral een vorm van psychologische oorlogsvoering. Terrorisme draait rond terreur, het zaaien van angst.

Doctor Levrau merkte het eerder al terecht op in zijn opiniebijdrage: ‘Wie angst zaait, zal verdeeldheid oogsten.’ En reken maar dat de terroristen vandaag oogsten. Na 9/11, de aanslag die voor het Westen een kantelpunt werd, zijn de gevallen van stereotypering, uitsluiting en zelfs agressie tegenover moslims significant gestegen. Want iedere ‘andere’ kan toch ‘één van hen’ zijn, nietwaar? Het is ‘wij’ tegen ‘zij’.

Onze maatschappij die steeds meer polariseert is een perfecte voedingsbodem voor meer ongenoegen, verdere desintegratie en nieuwe gevallen van radicalisering. Zo speelt polarisering perfect in de kaarten van Islamitische Staat (IS). Het netwerk beseft namelijk dat het slechts geringe steun geniet van moslims wereldwijd. Enkel door het leven van moslims in het Westen te verzieken, maakt het kalifaat van IS nog een kans.

Niemand die deze strategie beter kan uitleggen dan IS zelf:

‘The Muslims in the West will quickly find themselves between one of two choices, they either apostatize and adopt the kufri [infidel] religion propagated by Bush, Obama, Blair, Cameron, Sarkozy, and Hollande (…), or they perform hijrah [emigrate] to the Islamic State and thereby escape persecution from the crusader governments and citizens. Muslims in the crusader countries will find themselves driven to abandon their homes for a place to live in the Khilafah, as the crusaders increase persecution against Muslims living in Western lands.’

Psychologische oorlogsvoering

Het wordt tijd dat onze politici ook de psychologische oorlogsvoering van terroristen begrijpen en ze beter bestrijden. Vandaag bestrijden we het geweld voornamelijk met geweld, (hopelijk) verbeterde inlichtingendiensten en internationale samenwerkingsverbanden.

Vandaag wordt te weinig aandacht besteed aan de psychologische en sociale gevolgen van terrorisme.

Dit zijn allemaal cruciale en noodzakelijke maatregelen. Maar vandaag wordt te weinig aandacht besteed aan de psychologische en sociale gevolgen van terrorisme. Met een uitgesproken nadruk op het bestrijden van (potentiële) daders, is er zeker sprake van een gemiste kans. Onze weerbaarheid, steeds zichtbaar na een aanslag, zou ons belangrijkste wapen moeten zijn.

Hoe pak je dit aan? Wel, al decennia – en meer specifiek sinds het toonaangevende The Nature of Prejudice (1954) van sociaalpsycholoog Gordon W. Allport – weten we dat contact tussen diverse bevolkingsgroepen helend werkt tegen polarisering.

Het uitgangspunt is simpel: door mensen met elkaar in contact te brengen kunnen vooroordelen verminderd worden. Betekenisvol, evenwaardig, en door de overheid ondersteund contact maakt ons minder bang voor ‘de andere’, stimuleert wederzijds begrip en ontkracht stereotypes. Uit onderzoek van mijn hand blijkt ook dat contact met mensen van een andere religie ons weerbaarder maakt tegen angst voor terreur. Win-win.

Een van de voorwaarden van Allports contacthypothese is ondersteuning door de autoriteiten. Daarom roep ik onze politici graag op de segregatie in Vlaamse steden en scholen aan te pakken. Waar mensen met diverse religieuze overtuigingen en van diverse origine te vinden zijn, leven ze vandaag nog vaak naast elkaar. Denken we bijvoorbeeld maar aan de kanaalzone versus de Dansaertwijk in Brussel, letterlijk gescheiden door de Zenne, figuurlijk door sociaaleconomische achtergrond.

Door de online schoolinschrijving in grote steden bijvoorbeeld te koppelen aan de woonplaats, slaagden ze erin het schoolkamperen stop te zetten, maar creëerden ze wel nog meer gettoscholen. Zo versterkt ons huidige schoolsysteem de sociale ongelijkheid. De kloof tussen allochtone en autochtone leerlingen is gigantisch in Vlaanderen. Nochtans zijn er ook individuele voordelen: vele studies tonen aan dat een heterogene klas positief is voor iedereen, sterke en zwakke leerlingen.

Heterogene scholen is slechts een eerste stap, ook daar lopen zaken mis. Leerkrachten durven amper over aanslagen te praten uit angst voor problematische reacties van (moslim)leerlingen. Het is misschien een begrijpelijke, maar vooral foute reflex.

Terreur moet net bespreekbaar worden, ook in de klas. We moeten de diverse realiteit waarin we vandaag leven onder ogen durven komen.

We moeten opnieuw leren praten met elkaar. Als we daar niet snel in slagen, zijn we alsnog aan de verliezende hand.

In Molenbeek, Anderlecht of Schaarbeek zijn er genoeg lokale voorbeelden te vinden van scholen waar bijvoorbeeld islamologen uitgenodigd worden om over religie, radicalisering, seksualiteit en zoveel meer te praten met allochtone én autochtone leerlingen.

Dergelijke initiatieven met een focus op dialoog moeten gestimuleerd en geïnstitutionaliseerd worden.

We moeten opnieuw leren praten met elkaar. Als we daar niet snel in slagen, zijn we – ongeacht de territoriale en belangrijke overwinningen in het Midden-Oosten – alsnog aan de verliezende hand.

Amélie Godefroidt doctoreert aan het Centre for Research on Peace and Development van de KU Leuven en werkt rond de groeiende polarisering door angst voor terrorisme.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content