‘Ik zie vrouwen die zelfs 10 keer een nieuwe prothese hebben gekregen’

JOSÉ BUDO: 'Borstvergrotingen kosten de samenleving handenvol geld.' © FRANKY VERDICKT

Na verloop van tijd gaan alle borstimplantaten met siliconen lekken, en telkens weer draaien de ziekenfondsen daarvoor op. Plastisch chirurg José Budo trekt aan de alarmbel: ‘We zouden dat geld beter gebruiken voor borstreconstructies bij kankerpatiënten.’

Esthetische borstoperaties kosten onze ziekenfondsen jaarlijks miljoenen euro’s. De ingreep zelf wordt niet terugbetaald, maar screenings om verwikkelingen op te sporen en eventuele hersteloperaties wel. ‘Het is onverantwoord om door te gaan zoals we bezig zijn’, zegt plastisch chirurg José Budo, die al dertig jaar in het vak zit en in die tijd duizenden borsten heeft geopereerd. ‘We wéten dat borstimplantaten op den duur voor problemen zorgen, maar iedereen kijkt de andere kant op.’

Het is niet voor het eerst dat de veiligheid van siliconenprothesen in twijfel wordt getrokken. Een paar jaar geleden ontstond overal in Europa ophef over de borstimplantaten van de Franse fabrikant PIP, die van minderwaardige kwaliteit bleken te zijn. ‘Flauwekul’, zegt José Budo. ‘Alle implantaten “zweten” siliconen uit en lossen op den duur op. Het enige wat je PIP kunt verwijten, is dat hun implantaten waren gevuld met gel die niet het juiste certificaat had.’

Borstimplantaten worden al sinds de jaren zestig gebruikt. Waarom heeft het zo lang geduurd voor men zich bewust werd van de risico’s?

JOSÉ BUDO: We weten al dertig jaar dat de kans op complicaties groot is. Bij mij is het besef gegroeid tijdens mijn opleiding in Groot-Brittannië, begin jaren tachtig. Sommige Britse chirurgen waren toen al overtuigd dat zulke prothesen op den duur zouden lekken.En ze hebben gelijk gekregen. Ik heb het met mijn eigen ogen gezien: als je een borstprothese op een stapeltje kladpapier legt, begint ze al snel zo te ‘zweten’ dat het papier helemaal nat wordt. Thuis heb ik eens een prothese op een plank in mijn werkkamer laten liggen. Pas vijftien jaar later, toen ik verhuisde, vond ik haar terug. Wat bleek? Ze was haast helemaal opgelost, en in de plank was een grote vochtvlek achtergebleven.

Hoe dat komt? De industrie kan onmogelijk een ideaal membraan produceren dat zweten of lekken uitsluit. Fysisch kan dat gewoon niet. Alles wat je in zo’n membraan stopt, komt er na verloop van tijd geleidelijk weer uit. Maar dat wisten we dus in 1983 al.

Toch bent u al die tijd borstimplantaten bij uw patiënten blijven plaatsen.

BUDO: Ik gebruik alleen prothesen gevuld met fysiologisch water. Die zweten en lekken ook soms, maar daarbij komt alleen water in het lichaam terecht. Dat is onschadelijk. Helemaal anders is het als er siliconen vrijkomen. Uit een Nederlands onderzoek is gebleken dat die borstpijn, vermoeidheid, gewrichtspijn en concentratiestoornissen kunnen veroorzaken.

Waarom kiezen niet alle chirurgen dan voor waterimplantaten?

BUDO: Veel heeft met de marketingtechnieken van de producenten te maken. Vroeger hadden waterimplantaten ook een slechte reputatie. Ze werden gevuld via een ventiel en dat brak geregeld af: in 10 tot 15 procent van de gevallen was er sprake van ‘deflatie’. Maar vandaag is hun kwaliteit veel beter en zijn er minder problemen mee.

Dat geldt toch ook voor siliconen-

implantaten?

BUDO: De producenten van die implantaten hebben vooral een membraan proberen te ontwikkelen dat geen vocht doorlaat. Zoals gezegd, was dat vergeefse moeite. Ze vullen hun implantaten nu met siliconengel in plaats van vloeibare siliconen, en toch zweten ze nog. Er zijn zelfs complicaties bijgekomen. Zo verteert de gel op den duur het membraan, waardoor er in de borst als het ware een ei zonder schaal zit. Die stroperige brij weer verwijderen, is haast ondoenbaar. Daarnaast is er grote kans op kapselvorming. Het is normaal dat het lichaam op zo’n prothese reageert door er een omhulsel rond te maken, maar soms is dat te dik. Dat zie je aan de borst, en de patiënte heeft er veel last van. Ze kan bijvoorbeeld niet meer op haar zij of rug slapen.

Komt dat vaak voor?

BUDO: Laat je zo’n prothese op je twintigste inplanten, dan kun je er haast zeker van zijn dat je later in je leven last krijgt van inkapseling. Producenten ontwikkelen wel technieken om dat tegen te gaan, maar daardoor ontstaan weer andere problemen. Soms spuit men nu bijvoorbeeld polyurethaan rond een prothese om de inkapseling te verminderen. Wat zijn de gevolgen als die stof door het lichaam wordt opgelost? Daar hebben we nog het raden naar. We moeten veel meer stilstaan bij die langetermijngevolgen. Een implantaat is het enige wat een vrouw koopt – naast een duur juweel, misschien – en met zich meedraagt tot de dag dat ze sterft. Zo zou het toch moeten zijn. In de praktijk krijg ik vrouwen over de vloer die al acht of zelfs tien keer een nieuwe prothese hebben gekregen.

Dat is toch hun vrije keuze? Esthetische chirurgie wordt tenslotte niet terugbetaald.

BUDO: Het probleem is dat ze op voorhand niet goed geïnformeerd worden. Als een vrouw bij een chirurg komt voor een borstvergroting, krijgt ze vaak niet te horen wat de gevolgen kunnen zijn. Daarom pleit ik ervoor dat de Belgische beroepsvereniging voor plastische heelkunde een tekst opstelt waarin alle mogelijke complicaties beschreven staan. Verder zouden de chirurg, de patiënte én de fabrikant van de implantaten een overeenkomst moeten ondertekenen waarin duidelijk staat wie bij complicaties de kosten draagt, en hoelang die afspraak geldt. Vandaag draait de gemeenschap daarvoor op. De esthetische chirurgie zelf wordt niet terugbetaald, dat klopt. Maar omdat de kans op complicaties zo groot is, moet een vrouw met borstimplantaten om de paar jaar onder meer een mammografie en een echografie krijgen. Die onderzoeken worden wél terugbetaald. Draait de prothese, ontstaat er inkapseling of is er lekkage, dan moet de patiënte weer worden geopereerd. Ook dat dekken de ziekenfondsen. Vindt u dat normaal in tijden dat er zoveel moet worden bespaard? Ik niet. Als vrouwen de risico’s kennen, lijkt het me logisch dat ze latere screenings en operaties zelf betalen. Om dat aan te kaarten, heb ik de voorbije tijd contact gezocht met verschillende politici, maar ik krijg nergens gehoor.

Uw collega’s zullen blij zijn: als vrouwen weten hoeveel hun dat allemaal gaat kosten, zullen ze toch minder snel geneigd zijn om hun borsten te laten vergroten?

BUDO: Daar ben ik helemaal niet zeker van. En zelfs als het zo zou zijn, mogen we daar als arts geen rekening mee houden. We hebben toch de eed van Hippocrates gezworen? ‘Primum non nocere’, staat daarin: je mag je patiënt geen kwaad doen.

Maar uw collega’s doen dat wel?

BUDO: Dat zeg ik niet. De meesten stellen het belang van hun patiënten voorop, maar ik denk dat ze de risico’s vaak niet genoeg kennen.

De laatste tijd zie ik een nieuwe trend opduiken: meer en meer chirurgen maken gebruik van ‘lipofilling’ om een borst te vergroten. Daarbij wordt vet uit het lichaam van de patiënt weggezogen, bewerkt en in de borst ingespoten. Medisch gezien is dat een positieve evolutie. Alleen kan een beginnende borstkanker daardoor minder snel worden opgespoord: het is moeilijk om het verschil te zien tussen kankercellen en de lipofilling. Daarom moeten ook die patiënten geregeld een mammografie, echografie en MRM krijgen. Ook dat is weer duur voor de ziekenfondsen.

U bent wel erg begaan met het budget van het Riziv.

BUDO: Omdat we dat geld zoveel beter zouden kunnen besteden! Met de miljoenen die we elk jaar kunnen besparen als alleen al die screenings niet meer worden terugbetaald, kunnen we honderden vrouwen helpen die een borst verloren zijn. Vandaag wordt een borstreconstructie om medische redenen wel terugbetaald, maar het bedrag dat de ziekenfondsen daarvoor uittrekken is te laag voor het werk en de verantwoordelijkheid die ertegenover staan. Daarom rekenen chirurgen vaak hoge supplementen aan, die de patiënten uit eigen zak moeten betalen. Sommigen kunnen zich dat niet veroorloven.

Onlangs nog zat hier een jonge kankerpatiënte, met twee kindjes aan haar zij, te huilen omdat haar borsten waren weggehaald. Het slaat toch nergens op dat we zo iemand niet helpen, terwijl we wel handenvol geld over hebben voor vrouwen die er vrijwillig voor kiezen om hun borsten te laten vergroten?

DOOR ANN PEUTEMAN, FOTO FRANKY VERDICKT

‘Als vrouwen de risico’s kennen, lijkt het me logisch dat ze latere screenings en operaties zelf betalen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content