In Amsterdam debateerde N-VA-voorzitter Bart De Wever met Europarlementariër Derk Jan Eppink (LDD) en de economen Barbara Baarsma en Arnoud Boot over de toekomst van België en Europa. “Ons programma is hetzelfde voor België en Europa.”
Hoewel het debat grotendeels gewijd was aan de toekomst van Europa – waarbij De Wever zei dat het programma van de N-VA voor België en Europa hetzelfde is: in België confederalisme, in Europa een begrotingsunie waarbij Europa ook effectief kan ingrijpen in de begrotingen -, blikte de N-VA-voorzitter op het einde nog vooruit op de verkiezingen. “Ik wil een regering maken zonder de PS”, zei hij. “Zij hebben de deur daarvoor zelf opengezet. En als zij een regering kunnen vormen zonder Vlaamse meerderheid, kan het omgekeerd zeker. Maar eerst moet de kiezer dit mogelijk maken.”
Op de vraag of hij premier wil worden, antwoordde de N-VA-voorzitter: “het ergste wat je in België kan overkomen, is de verkiezingen winnen. Of nee: premier worden is nog erger.”
“Het getal 16 in ‘Wetstraat 16’ staat voor het percentage dat je nog zal halen als je er buitenkomt”, vervolgde De Wever, verwijzend naar de percentages die Open VLD en CD&V nog halen vergeleken met de tijd toen Verhofstadt en Leterme premier werden.
Bart De Wever bleef dus heel vaag over zijn ambities in verband met het premierschap. “U gaat mij niet verleiden tot gevaarlijke uitspraken”, klonk het.
Is confederalisme het eindpunt voor N-VA?, werd hem nog gevraagd. “Dat is afhankelijk van de verdere evoluties op Europees niveau. Ik vermoed dat Europa ook de eenentwintigste eeuw zal doorkomen en steeds meer bevoegdheden naar zich toe zal trekken, zodat we overmorgen wakker worden zonder tussenniveau. Ik wil wel iedereen geruststellen: ik heb niet de ambitie de eerste leider ter wereld te worden die een meerderheid afscheurt van een minderheid.” (MI)
