‘De Joegoslavische oorlog is het beste wat me is overkomen’

Joodse klezmer, zigeunermuziek, Russische liturgie en Arabische weemoed. Balkanfenomeen Goran Bregovic (67) verzoent wat niet samenhoort en hij doet dat op een overweldigende manier. ‘Noem het mijn muzikale Sarajevo.’

Lange tijd werd de naam van Goran Bregovic in één adem genoemd met die van filmmaker Emir Kusturica. Het is immers met de soundtracks van Time of the Gypsies (1988), Arizona Dream (1993) en Underground (1995) dat hij wereldwijd de harten van miljoenen veroverde.

En toch, de Servisch-Kroatische muzikant en componist maakt al twintig jaar geen filmmuziek meer. ‘Het zou zonde van de tijd zijn, en van het talent ook’, lacht hij. ‘Kijk naar zo’n man als Ennio Morricone, een genie dat de soundtrack verzorgde voor meer dan vijfhonderd films en tv-series. Als er twintig zijn die hijzelf in zijn autobiografie zou opnemen, zal het veel zijn. Over de rest zwijgt hij liever, om het nageslacht de schande te besparen. Of tenminste, zo stel ik het me voor.

‘Kijk, als je jong bent, geloof je dat je alle kanten op kunt. Langzaam kantelt dat inzicht. Dan zie je dat het leven kort is, dat je moet voortmaken met de dingen waarin je gelooft. En dan stel je vast dat het op latere leeftijd veel moeilijker is om goed werk af te leveren dan als je pakweg dertig bent. Waarom? Het punt is dat God elke mens een bepaalde hoeveelheid verstand en talent heeft geschonken, dat zijn constanten. Het enige wat wel beter wordt, is je smaak en inzicht. Dat zorgt op den duur voor een onevenwicht.’

Bregovic noemt zich desalniettemin een tevreden kunstenaar en mens. ‘De films die ik nu maak, zijn er waarbij je de beelden zelf moet bedenken. De muziek leidt je erheen. Toegegeven, filmmuziek was begin jaren negentig mijn redding. Toen ik, en alle mensen uit dat land van Tito, onze oude wereld verloren, was dat mijn manier om de toekomst te verzekeren. Ik heb ooit gezegd dat de Joegoslavische oorlog het beste was wat me kon overkomen, en in zekere zin is dat ook zo. Oorlog zorgt voor urgentie en brengt het beste – en het slechtste – in mensen naar boven. Elk van ons is gereset door wat er tussen 1992 en 1995 gebeurde, in tweeën gedeeld ook. Het leven ervoor, en dat sindsdien. Je bent genoodzaakt om opnieuw te beginnen. Zonder het conflict in ex-Joegoslavië was ik nu een gepensioneerde rock-‘n-rollmuzikant met een huis op het Kroatische eiland Brac. Het is er goed vissen, geloof me.’

Sinds Bregovic geen filmmuziek meer maakt, pendelt hij tussen Parijs, zijn geboortestad Sarajevo en Belgrado. ‘In Frankrijk wonen mijn vrouw en kinderen, maar ik heb de Balkan nodig. Het eten, de geuren, het leven zoals het daar is. In Parijs kan ik niet werken, componeren in een stille kamer is mijn ding niet. Ik ben geen klassiek geschoolde musicus. Als kind werd ik uit de vioolles weggestuurd. Geen talent, zeiden ze. En er zou nog veel water naar zee vloeien vooraleer ik midden jaren zeventig de succesvolle bezieler werd van Bijelo Dugme, zeg maar de Joegoslavische versie van Deep Purple. Dertien goedverkopende platen, anderhalf decennium lang touren door Oost-Europa.

Het gelijk van Aristoteles

‘Sindsdien is mijn muziek veranderd, maar het concept bleef. Zelfs al schrijf ik een liturgisch stuk, dan nog gebeurt het op een rock-‘n-roll manier. Ik heb mijn assistenten en muzikanten rond me nodig, we proberen dingen uit, vermaken ons, het is simpel en ouderwets. En er is altijd veel volk, dat elke middag samen aan tafel gaat.’

Het klinkt haast idyllisch en nochtans is dat niet bepaald het beeld dat journalisten, experts en diplomaten momenteel van de regio schetsen. Nadat de door moslims gedomineerde Bosnische regering in februari bij het Internationaal Strafhof in Den Haag een genociderechtszaak probeerde aan te spannen tegen Servië, daalden de relaties met Servië en met de Bosnische Serviërs tot onder het vriespunt. Bovendien wil de Bosnisch-Servische leider nu een referendum over de onafhankelijkheid van zijn regio, de Republika Srpska. Die spanningen moeten toch voelbaar zijn? ‘Als we de korte bloeiperiode onder Tito even buiten beschouwing laten, dan kun je de Balkan niet anders zien dan als een eeuwig ongelukkige plek, een instabiele grens, een breuklijn tussen orthodoxe christenen, katholieken en moslims, die elkaar periodiek naar het leven staan. Het gaat nooit over, de laatste oorlog was een schakel in een lange ketting van bloedvergieten. WO I, WO II, het Joegoslavische conflict. De wonden helen nooit, zo’n oord is dit.

‘We hebben bovendien de trein van de geschiedenis gemist. Was de 19e eeuw voor Europa die van de vorming van de natiestaten, dan kwamen wij flink honderd jaar achter. Ken je dat verhaal over de vriendschap tussen de Servische linguïst Vuk Stefanovic Karadzic en Johann Wolfgang von Goethe, die elkaar in 1823 ontmoetten? Terwijl de ene nog aan het bedenken is welke regels de taal heeft, buigt de andere zich in Faust over het ultieme ethische dilemma.

‘Die dichotomie tussen ons en jullie is er nog altijd. We zijn een donkere, vergeten uithoek. En daarin wortelt ook die typische structuur van mijn muziek. Zie het als een poging om zaken met elkaar te verzoenen die niet samenhoren maar toch naast elkaar bestaan.

‘In dat soort context is de democratie een gevaarlijke uitvinding. Aristoteles vond het niet zo’n geschikte bestuursvorm, omdat die alleen is gericht op het belang van de numerieke meerderheid, de armen. Kijkend naar mijn geboortegrond ben ik het met hem eens. Als een meerderheid van slecht opgeleide burgers mag bepalen wie de plak zwaait, krijg je een explosieve situatie. Die mensen zien het bredere plaatje niet, laten zich er al te makkelijk intuinen en kiezen louter uit eigenbelang. En aldus bestijgt de ene onbekwame heerser na de andere de troon.

‘Weet je, ik wil het er eigenlijk niet meer over hebben. Hoe ouder ik word, hoe meer ik me afkeer van politiek. Elke discussie erover is fundamenteel stompzinnig want au fond weten we niet hoe de vork aan de steel zit.

‘Neem het begin van de Tweede Wereldoorlog in Joegoslavië, in 1941. Toen ik een kind was, leerden we geromantiseerde verhalen over de Partizanenoorlog, de heldhaftige antifascistische strijd tegen nazi-Duitsland, fascistisch Italië, de Kroatische Ustasabeweging en later ook tegen de Servische Cetniks. 300.000 militairen en 1,3 miljoen burgers legden het loodje en ons werd verteld dat de Joegoslaven zelf hadden besloten om die oorlog te voeren. ‘Beter een oorlog dan een pact, beter het graf dan de slavernij’, dat waren de leuzen. En dan, decennia later, komen we erachter dat het de Britse inlichtingendiensten waren die ons land de strijd introkken. Zij voerden het plan van Winston Churchill uit om ons koste wat het kost in het conflict te betrekken.

‘Zo gaat het elke keer weer. Een halve eeuw na het grote sterven wordt hier of daar een archief geopend en haalt een nieuwe waarheid het hele officiële discours onderuit. Een enkele historicus kan daar wat mee, maar voor de slachtoffers en hun nabestaanden zijn het vijgen na Pasen. Hun lot is lang geleden beslecht.’

Gelooft Bregovic dan in complottheorieën? Hij lacht. ‘Volstrekt niet. Maar tegelijk heb ik weinig talent voor naïviteit. Dat heeft met mijn achtergrond te maken, ik ben een kind van het communisme. In een autoritair systeem is de kracht naakt en bruut, voor illusies is geen plaats.

‘Maar gesteld dat we echt begrijpen wat er gebeurt, dan nog zijn we als burger te klein om iets te doen. Onze plicht bestaat erin om in onze eigen leefwereld ethisch te handelen, te trachten goede sporen na te laten en kinderen op te voeden tot individuen waar we trots op kunnen zijn. Dat is op zich al een hele klus, kijk om je heen en stel vast hoe vaak zelfs dat misloopt.’

Is het die antipolitieke opstelling die hem er in maart 2015 toe aanzette om een concert te geven in Sevastopol, op de door Rusland geannexeerde Krim? (Kortaf). ‘Nee. Dat we daar speelden, is omdat het boekingsbureau de stad in de tournee had opgenomen. Een paar dagen ervoor stonden we nog in Kiev.

‘We hebben altijd veel concerten gehad in die hele regio, van Vladivostok over Rostov tot Novosibirsk. In grote zalen maar evengoed in bars of als band bij trouwerijen in de provincie. Voor ons Slaven is Rusland de grote broer, het ijkpunt in ons denken. Het is een land waar zelfs de melkverkoper Rachmaninov kan spelen en het kleinste stadje over een filharmonie beschikt. Dat vind ik geweldig.’

De consequenties van het concert in Sevastopol waren evenwel niet gering. Luttele weken later schrapte het Life Festival in het Poolse Auschwitz zijn naam van de affiche. ‘Op een festival dat fundamenteel gekant is tegen oorlog en elke vorm van agressie, kan voor een dergelijke man geen plaats zijn’, klonk het. ‘Als een klap in het gezicht, zo heb ik dat ervaren. Ik heb Auschwitz als kind al bezocht, het kamp maakte toen een diepe indruk op me. Bovendien beschouw ik mezelf als een muzikale ambassadeur van de verbondenheid tussen culturen en volkeren. Daarop stoelt al mijn werk van de voorbije twee decennia.

‘Ach, wellicht heb ik te weinig nagedacht over dat concert in Sevastopol. Tegelijk vind ik dat mensen overal ter wereld recht hebben op muziek. Ook dat is een mensenrecht. Ik speel voor het publiek, niet voor zijn leiders. Die kunnen me gestolen worden.’

Drie brieven

Volgende week brengt Bregovic op het Balkan Trafik-festival in Bozar Three letters from Sarajevo. ‘Toen de kathedraal van Saint-Denis, in een voorstad van Parijs, me vroeg om een compositie te schrijven voor viool, moest ik denken aan een verhaal dat ik op internet had gelezen. Het gaat over een CNN-journaliste die hoorde dat een oude Joodse man elke dag meermaals naar de Klaagmuur ging bidden. Ze ging erheen en sloeg hem gedurende drie kwartier gade. Toen hij met zijn stok traag naar de uitgang schuifelde, vroeg de vrouw hem hoe lang hij al kwam. “Zo’n 60 jaar.” “Dat is ongelofelijk, ” zei de vrouw, “waar bidt u voor?” “Ik bid voor vrede tussen christenen, joden en moslims. Ik bid opdat alle oorlogen eindigen en de haat sterft. Ik bid opdat onze kinderen verantwoordelijke volwassenen worden die houden van hun naasten.” “En welk gevoel houdt u aan deze gebeden over”, vroeg de journaliste. “Ik heb het gevoel dat ik tegen een muur praat.”

Dit oude joodse grapje geeft aan dat God heus niet van plan is om ons bij te brengen hoe we de demonen van nationalisme en onverdraagzaamheid moeten bezweren om met elkaar te kunnen leven. Daar zullen we zelf achter moeten komen.’

Three letters from Sarajevo is een compositie in drie heel verschillende tradities, die worden vastgesjord met Bregovic’ zigeunerband Weddings & Funerals Orchestra. De violist uit Tel Aviv brengt klezmer, die uit Tunis geeft er een Arabische interpretatie aan en de laatste uit Belgrado werkt in de klassieke westerse traditie.

Zoals alle grote kunstenaars herhaalt ook Bregovic zichzelf voortdurend. De eerste keer dat hij met dit procedé aan de slag ging, was een dikke tien jaar geleden, met My heart has become tolerant (2004), een paar jaar later gevolgd door Forgive me, is this the way into the future, three letters to three prophets (2007). ‘Keer op keer is het een waar feest, een viering van wat ons bindt, over alle grenzen heen. Wat zou een mens nog meer willen?’

Door CATHERINE VUYLSTEKE

‘Als kind werd ik uit de vioolles weggestuurd. Geen talent, zeiden ze.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content