‘Als N-VA in paniek raakt, is dat het begin van het einde’

Bart De Wever © Reuters

‘Alleen als Bart De Wever zelf de peilingen begint te geloven en daarop zijn handelen baseert, is zijn houdbaarheidsdatum verstreken’, zegt Walter Pauli.

N-VA valt in de peilingen terug op haar resultaat van de vorige verkiezingen. Bart De Wever gaf dit weekend toe dat dit slecht nieuws is voor de partij.

Is de houdbaarheidsdatum van Bart De Wever verstreken?

Walter Pauli: Alleen als Bart De Wever zelf de peilingen begint te geloven en daarop zijn handelen baseert, wel. Wat dat is toch het fundamentele, en dat zal elke goede sociale wetenschapper beklemtonen: bij peilingen met een foutenmarge van om en bij de drie procent, zouden we toch zéér voorzichtig moeten zijn om er verregaande conclusies aan te verbinden. Bovendien blijken de scores van de verschillende partijen in verschillende peilingen doorgaans enkele procenten uit elkaar te liggen. Wat leren we hieruit? Weinig, behalve dat de N-VA ongeveer dertig procent haalt, beetje meer, beetje minder, en dat Bart De Wever als burgemeester van Antwerpen minder hoog scoort bij nationale bevragingen over de nationale politiek. Moet hem dat zelf zuur opbreken? Gezien er geen nationale of zelfs Vlaamse kieskring meer is (behalve voor de Europese verkiezingen, maar daar ambieert hij geen zetel) zal hij in 2014 opkomen in kieskring Antwerpen. Dààr moet hij zijn stemmen halen. Dat valt dus nog allemaal te bekijken en te spelen.

Of de N-VA Bart De Wever nog een tweede keer zal kunnen uitspelen als ‘algemene kopman’, is nog een heel andere vraag. Die campagnetechniek is één keer gelukt, is de kans groot dat dit inderdaad niet zal blijven lukken. Vraag is ook hoe De Wever zelf reageert op een nederlaag. Gooit hij de handdoek in de ring, zoals Stevaert, of vecht hij doorgaan, al dan niet na een zekere periode van ‘sabbatical leave’, en wordt hij een comeback-kid zoals Verhofstadt, of lang voor zijn tijd Gaston Eyskens?

Is dit het begin van het einde van de N-VA?

Pauli: Neen, indien de N-VA het hoofd koel houdt, Ja, indien ze doordoen zoals ze al een tijdje bezig zijn. N-VA heeft zich de voorbije jaren wel zéér nadrukkelijk op sleeptouw laten nemen door de peilingen. Eerst door zeer overmoedig te zijn, toen na de gemeenteraadsverkiezingen de peilingen bleven stegen. The sky was the limit, en ook een aantal lieden in de Vlaamse beweging rekenden zich alvast rijk hoe veel procentjes België nog verwijderd was van de definitieve splitsing. Het duidde op een gebrek aan kennis van de politieke geschiedenis, want partijen die een verkiezingen winnen, hebben nogal eens de neiging om zeker het eerste half jaar nadien nog hoger te scoren in de peilingen. Zie bijvoorbeeld SP.A-Spirit in 2003/2004. Dat was fout en getuigde van veel hoogmoed. Maar het gevoel leefde wel bij veel N-VA’ers: ze lieten zich gek maken door peilingen die niet meer zijn wat ze zijn: in het beste geval indicaties, en voor de rest luchtkastelen, en natuurlijk: amusement voor de krantenlezer. Maar zo veel N-VA’ers maakten alvast grote plannen, die dus gebouwd waren op lucht. Het beste voorbeeld was Geert Bourgeois, die zich geen gewone Geert meer vond maar ineens een hele Jos, en in De Standaard alvast het ministerpresidentschap kwam claimen en de volgende staatshervorming regelen. Die verborgen ambitie zal al langer gesluimerd hebben, maar nu hadden de peilingen hem zo sterk gemaakt, dacht hij, dat hij er alvast mee naar buiten kon komen. Pijnlijk.

En vandaag maken diezelfde N-VA’ers krek dezelfde fout, maar dan in omgekeerde richting. Eén onverwacht slechte peiling, en ze schieten in paniek. In de Gazet van Antwerpen is er al een N-VA-parlementslid dat De Wever oproept om snel-snel Antwerpen achter zich te laten en zich terug bezig te houden met de federale politiek. Zelfs Ben Weyts lijkt tussen de regels dat idee niet helemaal ongenegen. Zie mijn antwoord op de vraag hierboven: waarbij snel vergeten wordt dat De Wever zich in Antwerpen (provincie) zal moeten laten verkiezen.

En waarbij de N-VA’ers die dat bepleiten, eigenlijk het argument onderstrepen dat de tegenstanders van N-VA altijd gebruiken voor die partij: dat de N-VA dus inderdaad niet meer is dan een groepje gelijkgezinden dat schuilgaat achter de brede rug van Bart De Wever. Dat ze zonder De Wever eigenlijk niets voorstellen. Of, nauwkeuriger: dat ze dan wellicht terugvallen op het niveau van een gewone partij. En dan zou het wel eens kunnen dat de N-VA’ers, zoals alle Belgische huisvaders, hun rekeningen aan het bijstellen zijn. Wellicht waren er al plannen aan het maken om ook in het parlement te zetelen, als vijfde of zesde of zevende of wie weet nog verder op de N-VA-lijst, een ambitie die misschien kan bij 35 procent of meer, maar die surrealistisch is bij 28 procent, of minder.

Want iemand die het hoofd echt koel houdt, weet dit: als N-VA bij de volgende verkiezing een score haalt tussen de dertig en de vijfentwintig procent, hebben ze opnieuw een dikke zaak gedaan. Inderdaad: zelfs bij verlies van een paar procenten: de uitslag in 2010 was zeer exceptioneel, en kan alleen maar verklaard worden door de combinatie van de sterkte van de N-VA, plus het meevallen van alle externe factoren, in de eerste plaats de zwakte van de verzamelde tegenstanders. Maar omdat zij (en een groot deel van hun kiezers en wellicht ook van de commentatoren) al in hun hoofd zaten met een gegarandeerde score van 30 tot 35 procent,en wie weet zelfs meer, is de kans groot dat men nu al de eigen nederlaag aan het voorbereiden is, dat mooie overwinningen van 27 of 26 procent zullen vertaald worden als ‘we hebben vreselijk verloren’, en dat men overal schuldigen gaat zoeken voor een nederlaag die er eigenlijk geen is.

De drie Vlaamse partijen in de regering Di Rupo scoren heel verschillend in de peiling. CD&V doet het zeer goed, Open VLD behoorlijk, SP.A gaat achteruit. Hoe komt dat?

Pauli: Ook hier geldt hetzelfde: eigenlijk is er amper wat te zeggen, toch niet als men rekening houdt met een foutenmarge van drie procent. Natuurlijk, naar het woord van Karel De Gucht, is het altijd leuker om goed te scoren in een peiling waarin je verder niet gelooft dan het slecht te doen, en de SP.A zit is stilaan op weg om het drie procent minder goed te doen dan in 2010, dus juichen hoeven ze daar ook niet te doen. Maar net zoals de N-VA’ers niet moeten panikeren, zouden de andere partijen best niet triomferen. En net zoals de N-VA zich de voorbije maanden heeft laten kennen door overmoed, lijken in het niet-N-VA-kamp zich een bende frustraties te hebben opgehoogd – en die komen er ineens allemaal uit. Want hoe anders die ‘on the spot’-beschouwingen verklaren die nu al het einde van de N-VA voorspellen? Maar voor een echte verrijzenis van de politieke concurrentie is het toch ook nog veel te vroeg. Hoogmoed, misprijzen en arrogantie voor de tegenstanders: het is een fout waaraan een aantal N-VA’ers en hun clacque zich de voorbije maanden hebben bezondigd, en je kan er gif op innemen dat een aantal niet-N-VA’ers krek dezelfde fout zullen maken. Tot er weer een andere peiling komt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content