Dyab Abou Jahjah

Abou Jahjah over selfie-rel: ‘Als jonge moslim blundert, schakelen we naar inquisitiemodus’

Dyab Abou Jahjah Auteur en opiniemaker

Het is niet correct om jonge mensen al te hard aan te pakken op foute uitspraken, vindt Dyab Abou Jahjah. ‘Jongeren uiten zich vaak ongelukkig als ze emotioneel en boos zijn, en tegenwoordig blijft dat op hun online profielen staan.’

Het gebeurt bijna altijd, vandaar dat ik het als een van de zekerheden van het leven acht: na een lezing stelt iemand een vraag of maakt een statement dat islamofoob is. Het kan van alles zijn. ‘Ik geloof moslims niet, want jullie mogen liegen van jullie geloof‘, of: ‘moslims mogen toch mij en mijn familie doden omdat we ongelovigen zijn‘, ‘moslims mogen onze vrouwen en dochters verkrachten‘. Of wat dacht je van ‘moslims hebben een plan om de boel hier over te nemen en van ons slaven te maken‘.

Voor dat laatste moet je zelfs niet bij gewone burgers in een klein dorp in West-Vlaanderen zijn, Le Vif/L’Express en de RTBF hebben zich recent bezondigd aan dit soort moslimcomplotdenken met tendentieuze items waarin de MoslimBroederschap wordt verheven tot iets dat lijkt op de antisemitische fabel van de orde van de Protocollen van Zion.

Deze oude antisemitische complottheorieën van Joodse werelddominantie worden nu gerecycleerd en geactualiseerd onder de noemer van ‘De Islamisering’, en zo geraken ze als tot op de redacties van kranten en tv. Politici, opiniemakers en journalisten zijn altijd van slechte wil als ze dit soort discours propageren.

‘Als jonge moslim blundert, schakelen we naar inquisitiemodus’

En dat doen sommige politici, journalisten en opiniemakers te vaak: ze spelen in op de angstgevoelens van de burger en hopen ermee, ieder op zijn terrein, te scoren. Daarom tolereer ik dit niet van politici en mediafiguren en klasseer ik ze meteen bij de racisten en de opportunisten als ze dat doen.

Maar als ik dit soort verhalen en vragen krijg van gewone burgers, die bang zitten te kijken naar nieuwsitems over IS, Al-Qaeda en de Taliban, naar onthoofdingen en naar andere gruwelen die gepleegd zijn door de extreem salafistische sektes in Syrië, Irak of Afghanistan, en dan afkomen met racistische statements, dan is mijn reflex niet meteen schandaal roepen en die mensen voor racist uitmaken. Ik neem dan de tijd om uit te leggen dat ik ook bang ben van die extremisten. Dat ze ook mijn vijanden zijn, en dat ik ook gruw van hun daden. Dat een absolute meerderheid van de moslims die mening deelt. En, meer nog, dat deze moslims ten oorlog trekken tegen IS en consorten. Letterlijk zelfs.

Voor veel mensen is mijn uitleg dan een eyeopener, waardoor ze hun angst en gevoelens kunnen plaatsen in een verhaal dat hen verbindt met mij en met de meerderheid van de moslims. Voor anderen is mijn uitleg gewoon een leugen en tactiek, en maakt hij deel uit van datzelfde moslimcomplot om Europa en de wereld te domineren.

Bij jongeren, en vooral tieners, heb ik nog meer geduld. Het spreekt vanzelf dat ik ze pedagogisch benader. Maar blijkbaar zit ik fout. Blijkbaar moeten we helemaal niet pedagogisch omgaan met gedesinformeerde burgers van goede wil, en zeker niet met jongeren. We moeten ze labelen en kraken en kapotmaken.

Dat is althans de indruk dat ik krijg wanneer ik de discussie volg over de tweets en Facebookposts van Zakia Belkhiri, het meisje met de hoofddoek die met een selfie Vlaams Belang voor de hele wereld voor schut zette. Wat een prachtige manier om haat en racisme te ontwapenen, dacht ik toen ik die selfie op mijn tijdlijn zag passeren.

Abou Jahjah over selfie-rel:  'Als jonge moslim blundert, schakelen we naar inquisitiemodus'
© Jurgen Augusteyns

Haar assertieve en nonchalante beeld – met de gegeneerde gezichten van wereldvreemde fanaten achter haar – ging de wereld rond. Natuurlijk heeft dat slapende honden wakker gemaakt, die gingen graven in haar Facebook en Twitter timelines en enkele posts vonden waarin ze zich hatelijk uitdrukte over joden.

De posts dateren van 4 jaar geleden, toen ze net achttien was en tijdens de aanval die Israël toen uitvoerde tegen Gaza. Een van de zovele keren dat Israël Gaza bombardeerde, met als gevolg de dood van burgers – onder wie kinderen. Beelden die de westerse media vaak niet laten zien, maar die wel, en gelukkig, hun weg vinden naar Arabische media, en ook naar Facebook en Twitter. Beelden die terecht veel emoties en verontwaardiging bij veel mensen naar boven halen. Deze verontwaardiging wordt ook geuit. En dat volgens de leeftijd en het politieke bewustzijn van de betrokken persoon.

Jongeren uiten zich vaak ongelukkig als ze emotioneel en boos zijn, en tegenwoordig blijft dat op hun online profielen staan. En dus is het nu prijs. Dat meisje met de voor racisten pijnlijke selfie kan worden weggezet als een antisemiet en een Jodenhater. De cirkel van haat is rond.

Dat ze zelf afstand nam van haar ongelukkige tweets en posts, dat ze de context in een brief duidde, dat ze duidelijk heeft uitgelegd dat ze toen het verschil tussen ‘Israël’ en ‘de joden’ niet kon maken en dat haar verontwaardiging tegen de daden van Israël zich daarom heeft vertaald in een haatdragend statement jegens joden, dat ze nu beter weet en dat ze zich verontschuldigt: het heeft allemaal niet mogen baten.

Dat hebben we de laatste tijd vaak meegemaakt: als een jonge moslimmens een flater begaat, uit emotie of angst, telt de pedagogische benadering naar jongeren niet meer en schakelen we over naar inquisitiemodus. In Brussel werden kinderen door de politie van school gehaald op basis van een dissidente mening over de aanslagen van 22 maart, die een leraar interpreteerde als ‘goedpraten’. In Frankrijk werd zelfs een jongen van 8 jaar aangehouden. Is dit een statement dat moslimjongeren sneller volwassen worden en slimmer zijn dan hun schattige en onschuldige leeftijdsgenoten die geen moslim zijn? Of is dit een uiting van racisme?

‘Zakia geloofde, zoals de meeste Belgen en Europeanen, dat er geen verschil is tussen Israël en joden’

Zakia was terecht boos, maar zelf slachtoffer van de propaganda van Israël, dat zich verkoopt als dé Joodse staat. Ze geloofde, zoals de meeste Belgen en Europeanen, dat er geen verschil is tussen Israël en joden, dat alle joden achter Israël staan. Dat kritiek op Israël gelijk is aan kritiek op joden, en dat tegen Israël zijn gelijk is aan tegen joden zijn. Dat is toch wat de Israëlische ambassade in Brussel en haar vrienden dag en nacht verkondigen?

Dat meisje kende toen niet het verschil tussen zionisten en Joden. Ze wist niet dat veel Joden tegen de zionisten zijn, en dat meer en meer Joden de staat Israël zelfs boycotten. Ze wist niet dat het zionisme een Europese koloniale racistische ideologie is en dat Israël een creatie van het zionisme is en niet van het Jodendom. Zakia was niet politiek bewust.

‘Ik blijf ‘zionist’ gebruiken in mijn kritiek, en vermijd ‘joden’

Veel Arabieren en moslims weten dat ook niet. Wat ze weten is dat een staat die zichzelf de Joodse staat noemt bommen op hun dorpen en steden dropt en hun families daar vermoordt. Net zoals veel Belgen en Fransen en Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog geen boodschap hadden aan een onderscheid tussen ‘nazi’s’ en ‘Duitsers’. Ze spraken over ‘de moffen’ en over ‘de Duitsers’ en drukten hun haat uit over en tegen die gewelddadige bezetter. Ze waren niet politiek correct en maakten achteraf geen statement in de lijn van ‘Ik weet nu dat veel Duitsers tegen de nazi’s zijn, en ik verontschuldig me tegenover het Duitse volk dat ik dat verschil niet heb onderstreept’.

Ik ben ook onder Israëlische bezetting opgegroeid en ben als kind een paar keren aan Israëlische bommen en kogels en dus de dood ontsnapt. Ik heb het recht om elke voorstander van de staat die familieleden van mij heeft gedood, ter verantwoording te roepen. Maar ik merk hoe ik zélf altijd weer ter verantwoording word geroepen vanwege een vermeend antisemitisme dat achter mijn consequente oppositie tegen het zionisme zou schuilen. De wereld op zijn kop. Nochtans blijf ik altijd ‘zionist’ gebruiken in mijn kritiek en ik vermijd ‘joden’ te gebruiken, omdat ik bewust ben van mijn positie als voorbeeld voor velen, en dus van mijn verantwoordelijkheid om mensen bewust te maken dat het niet om een etnisch of een religieus conflict gaat.

Maar zolang Israël zich de Joodse staat noemt en ook als dusdanig wordt erkend, zal deze oefening heel moeilijk blijven. Hetzelfde geldt voor IS, dat zich Islamitische Staat noemt. Het verschil echter is dat IS niet erkend is door de absolute meerderheid van de moslims, en dat de moslims oorlog voeren tegen IS. Dat kan niet gezegd worden van de relatie tussen de meerderheid van de Joden en Israël. Daarom is het belangrijk om het zionisme te ontmaskeren. Niet alleen onder moslims, maar ook onder joden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content