‘Schaf het wettelijk minimumloon af’

© Thinkstock
Johan Van Overtveldt (N-VA)
Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Johan Van Overtveldt, hoofdredacteur van Trends, vindt de aandacht van de Europese Unie voor de jeugdwerkloosheid positief, maar twijfelt aan de efficiëntie van het huidige beleid.

Op de Europese top in Brussel is beslist dat de Europese Unie de komende jaren minstens acht miljard euro kan spenderen aan de strijd tegen jeugdwerkloosheid. De Europese leiders hebben zich voorgenomen om de beschikbare fondsen versneld uit te geven. Drie vragen aan Trends-hoofdredacteur Johan Van Overtveldt.

Gaat die acht miljard euro een wezenlijk verschil maken?

Johan Van Overtveldt: De aandacht van de Europese leiders voor de jeugdwerkloosheid is zeker een positieve zaak. De oplopende jeugdwerkloosheid in de zuiderse landen is immers niet alleen sociaaleconomisch onaanvaardbaar, maar ook maatschappelijk zeer explosief. Gisterenavond in Portugal waren het vooral gefrustreerde jongeren die de nationale stakingsdag uit de hand deden lopen. Maar of die acht miljard nu echt een verschil gaat maken, valt te betwijfelen. Het geld zal gaan naar projecten in landen met een zeer hoge jeugdwerkloosheid. De ervaring met het besteden van Europese gelden op deze manier, kan moeilijk positief genoemd worden. Gebrek aan efficiëntie, om niet het woord corruptie in de mond te nemen, is dan al te vaak aan de orde van de dag. Tegelijkertijd moet je erkennen dat de bevoegdheden van Europa om op een directe wijze zo’n heikel probleem als de jeugdwerkloosheid aan te pakken, erg beperkt zijn.

Wat moet er dan wel gebeuren?

Johan Van Overtveldt: Hét element dat absoluut centraal zou moeten staan in een beleid gericht op het indijken van de jeugdwerkloosheid, is de creatie van nieuwe jobs. Zoals op een heel treffende manier aangetoond met het systeem van de dienstencheques in België is een drastische verlaging van de loonkosten een enorme stimulans voor de creatie van nieuwe jobs. Eens mensen in een job zitten, kunnen ze zich verder ontwikkelen, ervaring opdoen en zich gesterkt bewegen op de arbeidsmarkt.

In deze context pleit ik voor een afschaffing van het wettelijk minimumloon. Vandaag worden te veel mensen en zeker ook jongeren uitgesloten op de arbeidsmarkt omdat hun kost voor de werkgever niet in verhouding is tot de productiviteit die zij kunnen halen. Breng die kost naar beneden en bedrijven zullen hun productiviteitseisen ook kunnen bijstellen. Het gevolg zal zijn dat er meer jobs beschikbaar zijn. Nu is het natuurlijk zo dat niemand kan overleven op een inkomen van pakweg 500 euro in de maand. De overheid kan echter dat inkomen verder aandikken door toelagen te verstrekken aan de werkenden. Economen spreken dan vaak van een negatieve inkomensbelasting. Blijven jongeren werkloos, dan kosten ze ook veel geld aan de maatschappij. In het systeem dat ik voorsta, moet de overheid ook serieus over de brug komen maar dan is er tenminste de finaliteit van zinvolle jobs, nu en naar de toekomst toe.

Minister van Werk Monica De Coninck (SP.A) wil de sociale lasten voor jongeren verlagen. Een goed voorstel?

Johan Van Overtveldt: Dit is zeker een stap in de goede richting, al is er altijd het risico van verschuivingen. Daarmee bedoel ik: wanneer je in het beleid heel specifieke maatregelen gaat nemen gericht op heel specifieke doelgroepen, dat gaat dit vaak ten koste van andere groepen op de arbeidsmarkt. Stimuleer je heel nadrukkelijk de tewerkstelling van jongeren onder 28 jaar, dan is het risico reëel dat de tewerkstelling van zij die net iets ouder dan 28 zijn, daaronder zal lijden. Het initiatief van De Coninck is vooral positief omdat het bevestigt dat zelfs binnen de regering Di Rupo de realiteit van een nauw verband tussen loonkost en tewerkstelling bestaat. Raakt iedereen daar echt van overtuigd, dan komt er eindelijk zicht op een tewerkstellingsbeleid dat vruchten kan dragen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content