Herman Matthijs (UGent, VUB)

’10 bedenkingen bij de CETA-rel’

‘Als de EU dit CETA akkoord niet zou tekenen, dan is dit meteen ook het einde van het gemeenschappelijk handelsbeleid. Maar wie gaat in Europa toegeven?’ vraagt professor Herman Mattijs zich af. Hij lijst tien bedenkingen op bij de ontwikkelingen van de laatste dagen.

Alles draaide de laatste dagen rond het vrijhandelsakkoord CETA (Comprehensive Economic and Trade Agreement) tussen de EU en Canada. De Canadese premier, Justin Trudeau, heeft zich dit weekend in zijn kanselarij te Ottawa en/of in zijn private woonst te Montréal uitgebreid laten briefen over de werking van de Belgische federatie. Ongetwijfeld zal deze liberale regeringsleider enigszins geschrokken zijn, want Canada is zelf een federatie met tien provincies die zeer veel macht hebben. In de praktijk is het land eerder een confederatie.

Over het Waalse ‘neen’, het CETA verdrag en de houding van België zijn er wel een aantal kritische bedenkingen te maken.

1. België heeft een politieke atoombom gelegd onder de werking van de Europese Unie. Tot nu toe stond België altijd bekend als de grootste pleitbezorger van de Europese integratie, en daar kan nu verandering in komen. Bovendien vinden alle andere lidstaten van de EU dat alle 28 moeten tekenen of het wordt niets. Wat nu gebeurt is dat één van de pijlers van de EU, het gemeenschappelijk handelsbeleid, onderuit wordt gestampt door een onderdeel van een van de zes oprichters. In ieder geval kan die Belgische houding een aantal andere lidstaten goed uitkomen. Laat ons niet vergeten dat Nederland ook problemen heeft met het associatie-akkoord met Oekraïne. Daarnaast zijn er nog vele lidstaten die politieke problemen hebben met andere EU-dossiers.

2. Minister-president Paul Magnette heeft een punt dat er meer politiek debat moet komen over dergelijke verdragen. Dit CETA-verdrag omvat zowat 1.600 bladzijden en daarover wordt dan ineens snel de goedkeuring gevraagd aan het federale alsook de regionale parlementen. De EU heeft in 2005 twee negatieve referendums gehad, Frankrijk en Nederland, over de Europese grondwet. Sindsdien is het volk niet meer geraadpleegd. Tot recent de Britten, in een volksraadpleging, neen zeiden tegen het EU lidmaatschap. Ook in Nederland zei het volk ‘neen’ tegen Oekraïne. Hier komen we bij één van de kernproblemen van de EU, namelijk: dit geheel wordt niet meer gedragen door de bevolking. Indien alle 13 uitbreidingen van de EU, gedurende deze eeuw, zouden onderworpen zijn geweest aan referendums in de bestaande lidstaten, dan waren er vandaag geen 28 lidstaten geweest.

3. Het ‘neen’ van het verkozen Waalse Parlement tegen CETA is een democratische daad. De Gewesten hebben een dergelijke bevoegdheid in België. Trouwens, in de Canadese confederatie is CETA uitgebreid het onderwerp geweest van onderhandelingen tussen de federatie en de tien machtige provincies. Is daar in België ooit overleg over geweest? Deze Belgische institutionele regeling kan alleen maar door middel van een staatshervorming worden gewijzigd.

4. Het Belgische politiek landschap ligt er aardig verdeeld bij over dit CETA-vraagstuk. Het federale en het Vlaamse niveau zijn voor CETA en dat geldt ook voor het Vlaamse deel van het Brussels Parlement. De Franstalige bazen in dit Hoofdstedelijk Parlement en het Waalse Gewest zijn tegen. Het compleet taal-verdeeld Brussels Gewest blijft wel mooi onder radar in deze discussie en laat Magnette de kastanjes uit het vuur halen. Zo heeft de PS met de Waalse Minister-president het communautaire terug op de politieke agenda gezet. Door deze stemmingen zijn wij de facto een confederaal land geworden. De zet van Paul Magnette komt de federale regering goed uit. Na de kritiek op het begrotingsoverleg zorgt deze CETA rel voor meer synergie tussen de federale coalitiepartners.Want de vier partijen in de regering-Michel zijn allemaal fans van het CETA verdrag. De CETA rel heeft de begrotingsruzies, voorlopig, laten verdwijnen en de standvastigheid in de regering doen toenemen. Dit laatste is zeker niet de bedoeling van de oppositie.

5. Minister-president Magnette heeft ook ongelijk. Want dit CETA akkoord werd aangekondigd tijdens de EU-Canadese top te Praag in 2009 en de finale versie dateert uit september 2014. Tijdens heel deze periode zat de partijvan Magnette in de federale , de Brusselse en de Waalse regering. Heeft men toen grootse en/of fundamentele opmerkingen gehoord over CETA vanuit de politieke leiding van dit land ? Daarmee komen we bij de politieke kern van de zaak: de PS gebruikt dit dossier om de Zweedse coalitie in de problemen te brengen.

6. Een vrijhandelsakkoord bestaat vooral om de export te stimuleren. In België is 83 % van de export een Vlaamse aangelegenheid. Dit laatste deel is goed voor meer dan 300 miljard euro aan handel per jaar. Op economisch en financieel vlak is CETA vooral van belang voor Vlaanderen. Ondanks alle kritieken is de Canadese markt een meer dan interessante investering.

7. De EU heeft nog geen vrijhandelsakkoord met Canada. Maar de vier EFTA landen (IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland) hebben wel reeds een dergelijk akkoord. Desalniettemin makenal de lidstaten van de EU en de EFTA deel uit van de Europese interne markt, de Europese Economische Ruimte (EER). Dus een Belgisch bedrijf dat zaken gaat doen in Noorwegen, kan daar dan gebruik maken van het EFTA vrijhandelslakkoord met Canada.

8. Als deze CETA gesprekken al dergelijke enorme problemen geven ten aanzien van een vrijhandelsakkoord, want moet dat dan worden met de Brexit? Inderdaad, het Verenigd Koninkrijk verlaat de EU en dan zal er ook moeten gepraat worden over de toekomstige handelsrelaties met de buren aan de ander kant van het Kanaal. Deze CETA discussie komt de conservatieve regering van Theresa May zeer goed uit in het kader van die toekomstige onderhandelingen.

9. Is Canada een gevaar voor de EU? Verre van, want het BBP van dit land is zowat 1.530 miljard US dollar groot. Uiteraard is dat meer dan het Belgische BBP van zowat 470 miljard US dollar (IMF ramingen voor 2016). Indien Canada een lidstaat zou worden van de EU, dan is dit land maar de vijfde economie binnen de Unie en dit na Duitsland, het VK, Frankrijk en Italië. Met andere woorden, men kan moeilijk stellen dat Canada een economisch gevaar vormt voor de EU.

10. Momenteel is het Canadese bedrijf ‘Bombardier’ bezig met een interne mondiale reorganisatie, lees: een sanering. De Canadezen kunnen terecht niet lachen met het Waalse/ Belgische ‘neen’ en dat zou wel eens onprettige economische gevolgen kunnen hebben voor België. Inderdaad de Noord-Amerikanen denkenveel meer politiek-economisch dan de meeste EU-lidstaten. De bedoelde saneringsfactuur zou wel eens uitgebreid gepost kunnen worden richting Brugge. Zodoende dreigt Vlaanderen in de tewerkstellingsbrokken te vallen.

Conclusie

Uit deze CETA-rel zijn er een aantal lessen te trekken. Canada wil een oplossing van de Europeanen. Als de EU dit CETA akkoord niet zou tekenen, dan is dit meteen ook het einde van het gemeenschappelijk handelsbeleid. Maar wie gaat in Europa toegeven? Is de Europese Commissie bereid om aan Wallonië iets te gunnen, en wordt dan niet de poort opengezet voor vragen vanwege andere landen? Gaat Wallonië zijn verzet intrekken? Op het Belgisch niveau ten slotte is er een belangrijk politiek institutioneel precedent gepleegd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content