KAD, voor liefhebbers van oude Opels hebben deze initialen geen geheim. In de jaren ’60 en ’70 worden de Kapitän, Admiral en Diplomat de “Big Three” bij Opel want ze vormden het topgamma van de constructeur.
Het merk uit Rüsselsheim viert vandaag de 50ste verjaardag van dit luxetrio naar aanleiding van de 26ste editie van de Techno Classica in Essen dat plaatsvindt van 26 tot 30 maart. De drie modellen (Kapitän, Admiral en Diplomat) werden in maart 1964 voorgesteld; Ze kregen een eerder hoekig design in combinatie met een lage gordellijn, een vormtaal die werd ingegeven door de Amerikaanse General Motors-modellen. De Kapitän was de enig die vooraan over een bank beschikte zodat hij plek bood aan zes inzittenden. De andere modellen kregen vooraan twee afzonderlijke stoelen. Zowel de Kapitän als de Admiral werden aangedreven door een 2,6 liter grote zescilinder van 100 pk. Andere nieuwigheid was de volledig gesynchroniseerde vierversnellingsbak die je aan het stuur kon bedienen. Je kon optioneel ook de schakelpook op de vloer hebben en er was eveneens tegen meerprijs een tweetrapsautomaat leverbaar. De V8-motor van de Diplomat kwam rechtstreeks uit de States, het was een 4,6 liter, goed voor 190 pk. Daar waar de Kapitän en de Admiral een topsnelheid haalden van 155 km/u, haalde de Diplomat 200 km/u en spurtte hij in 11 seconden van 0 tot 100 km/u. In 1969 kregen deze drie Opels een grondige update met een verfijnder chassis met achteraan een “de Dion“-achteras. De motoren werden minder gulzig, kregen desgevallend injectie en ook het koetswerk ging meer Europees ogen. In 1978 ruimde deze tweede generatie Kapitän, Admiral en Diplomat plaats voor de Opel Senator en de Opel Monza.(Belga)
