Urbain Vandormael

‘De milieubewuste automobilist is de klos’

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Almaar meer merken rusten een of meerdere modellen uit met alternatieve aandrijving. Alle systemen hebben één kenmerk gemeen: ze zijn duur. Dat heeft ermee te maken dat de ontwikkeling van die systemen handenvol geld kost en de constructeurs een deel van die kosten doorrekent aan de milieubewuste automobilist klant terwijl de politiek een grote mond opzet maar zelf weinig onderneemt om de luchtvervuiler terug te dringen.

De tijd dringt. Tegen 2021 mag de gemiddelde CO2-uitstoot van alle modellen samen van een merk niet meer bedragen dan 95 g/km. Vandaag zitten alle merken daar nog een eind boven en naar verwachting zullen enkele die limietwaarde niet bereiken, wat betekent dat zij hoge boetes zullen moeten betalen. Tenzij de Europese Commissie zwicht voor de druk van een of meerdere lidstaten en een achterdeurtje laat openstaan.

De Franse en Italiaanse merken hebben theoretisch gezien de meeste kans om de target te halen omdat hun vloot grotendeels uit kleine(re) modellen bestaat die relatief weinig verbruiken en omdat zij ook nog veel diesels verkopen. Voor de Duitse luxemerken ligt dat helemaal anders. Die verkopen behoorlijk veel grote limousines en SUV’s die relatief veel verbruiken en veel schadelijke uitlaatgassen uitstoten, ook al is hun verbruik quasi gehalveerd in vergelijking met een aantal jaren geleden. Audi, BMW, Mercedes en Volkswagen investeren en experimenteren als zot om straks niet met de billen bloot te moeten.

Plug-in hybrid is een halfslachtige oplossing

Als we het hebben over alternatieve aandrijfsystemen dan denken we bijna automatisch aan elektrische aandrijving omdat daar nu veruit de meeste aandacht naar uitgaat. Maar van de voorspelde doorbraak van de accutechnologie is tot op heden weinig in huis gekomen, om de gekende redenen: té grote, té zware en té dure batterijen, té weinig oplaadpalen en vooral, een té beperkte actieradius én té hoge prijs. Om nog te zwijgen van de ongewisheid over de duurzaamheid van elektrische aandrijving. Hoe lang gaan die batterijen effectief mee en wat is de restwaarde van een elektrische auto over vijf jaar? Dan zal de technologie wellicht een eind verder staan dan nu en wie zal dan nog geïnteresseerd zijn in een tweedehandse E-auto?

Een milieubewuste automobilist die nu een elektrische auto koopt, is dus twee keer de klos. Hij moet eerst zeer veel geld op tafel leggen bij aankoop en krijgt op het einde van de rit bijna zeker geen of nauwelijks geld terug. De kans is zelfs niet denkbeeldig dat hij zelf ook nog zal moeten opdraven voor de kosten van de recyclage van de oude accu.

Als een honderd procent elektrische auto voorlopig geen realistische piste is, dan maar een halfslachtige oplossing. In plaats van een zuinige diesel- of een milieuvriendelijke accumotor, bieden enkele merken het ’twee-in-één’ alternatief aan in de vorm van plug-in hybride. Dat is een combinatie van een elektro- en kleine diesel- of benzinemotor. Die oplossing biedt het voordeel van een lage CO2-uitstoot en lage taxatie door de lage CO2-uitstoot, maar je zit wel opgescheept met twee motoren in één auto. Dat maakt een plug-in hybride voor de particulier (veel) te duur, omdat die niet kan genieten van een fiscale aftrek. De extrakost van twee motoren in één auto maakt het systeem ook veel te kostelijk om het in compacte goedkope auto’s te kunnen inbouwen. Vandaar de terechte vraag: wie kan zich nu een plug-in hybrid permitteren? Met permissie gezegd, dat zijn trendgevoelige of berekende bedrijfsleiders en zelfstandigen die hun grote plug-in limousine of SUV op de zaak inschrijven en zo profiteren van een fiscale aftrek. In feite laten zij hun milieuvriendelijke limousine of SUV betalen door de belastingbetaler – en dat op een volkomen legale manier. Wie kan het die mensen kwalijk nemen dat zij de wet toepassen, de wettenmakers treffen schuld!

CNG is uitermate milieuvriendelijk

Waterstoftechnologie is zo mogelijk nog duurder en klantonvriendelijker dan accutechnologie en verkeert nog in een experimenteel stadium. Her en der lopen weliswaar pilootprojecten, maar er zal er nog veel water door de Schelde vloeien voor de waterstofauto massaal in het straatbeeld zal opduiken.

Aardgastanken is poepsimpel en vergt nauwelijks meer tijd dan een gewone tankbeurt.
Aardgastanken is poepsimpel en vergt nauwelijks meer tijd dan een gewone tankbeurt.© Urbain Vandormael

Dan lijkt CNG een veel interessantere oplossing. CNG staat voor Compressed Natural Gas oftewel samengeperst aardgas. Dat wordt tot 200 bar in cilinders samengeperst om dan als autobrandstof te worden gebruikt. Aardgas is het schoonste verkrijgbare (fossiele) alternatief voor de conventionele brandstoffen als benzine en diesel. Rijden op aardgas vermindert de uitstoot van fijnstof en stikstofoxiden tot quasi nul en vermindert de CO2-uitstoot op de hele keten – van productie tot de uitlaat – met 12 procent in vergelijking met diesel en met 27 procent ten overstaan van benzine. Wie rijdt op aardgas vervuilt de lucht dus minder dan een benzine- of dieselrijder, bovendien betaalt hij aan de pomp tot 30 procent minder. Aardgas tanken kan inderdaad aan de pomp, en net zo gemakkelijk als diesel of benzine tanken. Het grote verschil zit hem echter hierin dat ons land slechts een handvol pompstations telt waar de milieubewuste automobilist zijn aardgastank kan vullen. In de provincie Limburg kan dat op slechts één plaats, op de Genkersteenweg in Hasselt. Maar toen ik mij daar twee weken geleden wilde bevoorraden, was de CNG-pomp buiten gebruik. Gelukkig beschikte ik nog een behoorlijk grote voorraad benzine. Een aardgasauto heeft immers twee tanks aan boord, eentje voor benzine en eentje voor aardgas. Die laatste kan zo’n 15 à 30 kilo bevatten, afhankelijk van het automodel. Uitwijken naar Nederland was voor mij geen optie omdat mijn DATS 24-tankkaart enkel in België geldig is. Aardgas is in Nederland wijd en zijd verspreid, op elke hoek van de straat kan je er CNG tanken bij wijze van spreken. Overigens wordt aardgas per kilo getankt, één kilo staat voor 1,2 kuub bij een druk van 1 bar.

De aardgastanks achter de achterste zetels en onder de laadvloer reduceren het koffervolume van 560 naar 400 liter.
De aardgastanks achter de achterste zetels en onder de laadvloer reduceren het koffervolume van 560 naar 400 liter.© Urbain Vandormael

In het geval van de Mercedes E 200 Natural Gas Drive zit de aardgastank (20 kg) onder de laadvloer en achter de achterste zetels, waardoor die niet kunnen worden neergeklapt. De koffer verliest ook 160 liter aan opslagruimte – van 560 naar 400 liter en die komt zo op het niveau van een VW Golf. Door de opstelling van de aardgastank achter de achterste zetels is de E 200 Natural Gas Drive ook niet verkrijgbaar als break. Er is evenmin een reservewiel of herstelkit aan boord; ingeval van een lekke band moet je beroep doen op de bijstandsdienst van Mercedes. Een groene sticker op de kofferklep is verplicht.

In vergelijking met een standaard E 200 met automaat is deze variant 150 kg zwaarder wat evenwel geen afbreuk aan de comfortabele ophanging en veilig weggedrag. De aanpassingen aan de 2 liter turboviercilinder benzinemotor (156 pk) zijn niet ingrijpend; het enige moment waarop de motor op benzine overschakelt, is vlak na het tanken. Een sensor meet dan de kwaliteit van het gas, want die verschilt nogal. De meting duurt hooguit een tiental seconden. De E 200 Natural Gas Drive versnelt van 0 tot 100 km/u in zo’n 10 seconden en verbruikt gemiddeld 6 l/100 km, wat gunstig is voor zo’n grote en zware auto. Met een volle gastank kom je 300 kilometer ver, in combinatie met de benzinetank van 80 liter rijd je in één ruk naar het zuiden van Frankrijk.

Het dure Command-nagivatiesysteem weet niet af van het bestaan van het DATS 24-station in Hasselt
Het dure Command-nagivatiesysteem weet niet af van het bestaan van het DATS 24-station in Hasselt © Urbain Vandormael

Het dure Command-navigatiesysteem (3.570 euro) wijst je de weg naar een nabijgelegen CNG-station maar het DATS 24-station van Hasselt was nog niet opgenomen in de lijst. Dat is een tekortkoming en punt van kritiek voor het peperdure wegwijssysteem, zeker gezien de geringe dichtheid van het bevoorradingsnet. Nu we het toch over geld hebben: de E 200 Natural Gas Drive is 4.500 euro duurder dan de normale versie; inclusief enkele opties (alarmsysteem, Pack Professional en fluwelen vloermatten) kostte onze testwagen 57.899,71 euro, btw in. Dat is een smak geld voor een milieubewuste automobilist die zijn autokosten niet kan verhalen op zijn bedrijf. Krijgt die tenminste waar voor zijn geld? Toch wel. De basisuitrusting is uitgebreid: automatische airco in twee zones, deels elektrisch verstelbare voorste zetels, koplampen met ledtechnologie voor de dagrijlichten en het dimlicht, multifunctioneel stuurwiel, regen- en lichtsensoren, parkeersensoren rondom en een automatische noodremfunctie.

De E 200 Natural Gas Drive rijdt zeer comfortabel en veilig, verbruikt relatief weinig en beschikt over een kleine draaicirkel in verhouding tot zijn lengte. Hij laat zich met andere woorden vlot parkeren. Is hij daardoor een ideale reiswagen? Door zijn ruime autonomie wel, maar door zijn kleine kofferruimte niet. Komt daarbij dat het netwerk aan aardgasstations nog onvoldoende sterk is uitgebouwd én, last but not least, is er de hoge prijs. Onbetaalbaar voor een normaalverdiener, wat jammer is omdat hij wil bijdragen aan een gezond leefklimaat. Maar daar hebben onze excellenties in de Wetstraat geen oog voor.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content