Dirk Draulans

Armoede is niet te elimineren

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Het bestrijden van natuurlijke fenomenen als armoede en ziekte kost de maatschappij veel geld.

Aartsbisschop André-Jozef Léonard had het in zijn kerstpreek over armoede. Het staat altijd goed om in de kersttijd, net als de ster destijds, even stil te staan bij de wat minder bedeelde naaste, kwestie van zich met gesust gemoed op de overdaad te kunnen storten. Jezus was arm geboren, bracht Léonard in de herinnering, en ‘als het kon’ zouden wij iets voor de armen moeten doen.

Na zijn kerstmis zal hij zich ongetwijfeld in het netwerk begeven hebben van hooggeplaatsten die op dit soort hoogmissen present blazen, en niet tussen de gaarkeukensoepzoekers die tegenwoordig nochtans gemakkelijk te vinden zijn. Wie had het weer over de christelijke deugd van de hypocrisie? Ah ja, huidig Europees president Herman Van Rompuy van de CD&V – de kans is groot dat hij bij Léonard op de eerste rij zat.

Of Léonard veel aan de armen geeft, is niet bekend. Roger Vangheluwe deed dat wel toen hij nog bisschop van Brugge was. Ook hypocrisie misschien, een compensatie voor de zonden die hij als jonge priester beging. Dat is echter niet waarschijnlijk. Met wat nu bekend is over de werking van onze hersenen, zal Vangheluwe al lang abstractie van zijn fouten hebben gemaakt, en zich een verhaal gecreëerd hebben waarin er niets mis is gegaan. In die zin was hij mogelijk écht bezorgd om de armen.

De armoedecijfers illustreren hoe vrijblijvend het gezwets van de kerkelijke leiders is, die onder meer door hun starre houding ten opzichte van voorbehoedsmiddelen de aidscatastrofe nog erger hebben gemaakt dan ze al was. Naar schatting 2,5 miljard mensen – dat is meer dan één op drie – moet overleven met maximaal 2 euro per dag. Een klein miljard mensen is chronisch ondervoed, ondanks de massale hoeveelheden ontwikkelingshulp die in hun richting verdwenen zijn.

Er woeden hevige debatten over de beste aanpak om armoede te bestrijden. Er is niet genoeg ontwikkelingshulp, zeggen sommigen – een argument dat in tijden van economische crisis op niet veel steun kan rekenen. Ontwikkelingshulp moet anders georganiseerd worden, zeggen anderen, want nu is het te corruptiegevoelig. Nog anderen poneren dat hulp niet op liefdadigheid mag steunen, maar arme mensen weerbaar moet maken.

Het zal wel, ja. De realiteit is grimmiger. De realiteit is dat er altijd armen zullen zijn. Die zullen in absolute termen misschien wat meer middelen hebben dan vroeger, maar in vergelijking tot de rijken geraken ze steeds verder achterop. Het lompenproletariaat is wel verdwenen, maar in ons land leeft toch 10 procent van de bevolking onder of in de buurt van de armoedegrens, en de trend is momenteel stijgend, ondanks het bestaan van een armoedebeleid. Ongelijkheid zit zo stevig in het systeem gebakken, als het ijzer in gewapend beton, dat het een utopie is te verwachten dat ze ooit zal worden weggemasseerd.

Daarenboven is elk sociaal systeem gevoelig voor valsspelers, die zich ook op de gemakkelijkste slachtoffers richten. Het prachtige principe van de microkredieten – kleine geldbedragen die arme mensen kunnen lenen om in een persoonlijk project te investeren – is op zo’n grote schaal misbruikt dat het in sommige Aziatische landen tot een enorme verhoging van de schuldenlast van de armen geleid heeft, maar evenzeer tot een verhoging van de prijs te betalen voor een bruid.

Het systeem zelf kan tegenwerken. Toen een kok op een Congolese expeditie met zijn eerste loon geen zakken bonen of dozen zeep kocht, maar plastic slippers met een madeliefjesmotief voor zijn vrouw, was zijn verdediging dat het lokale sociaal systeem ertoe zou leiden dat zijn bonen en zeep door zijn familie geplunderd werden voor hij thuis was, terwijl aan de slippers niemand iets had, behalve zijn vrouw en hijzelf, omdat ze zijn status verhoogden.

Recent wetenschappelijk werk heeft aangetoond dat de hersenen van mensen in armoede nog minder rationeel functioneren dan ze gewoonlijk al doen. Ze gaan verhoudingsgewijs veel geld in de lotto steken, of te veel lenen om iets te kunnen kopen, zodat ze in nog grotere miserie verzeilen. Sommige vorsers pleiten er voor om armen minder beslissingen te laten nemen, waardoor ze minder fouten zullen maken. Een vorm van doordacht paternalisme dus.

Een maatschappij die het zich kan veroorloven om op te komen voor de zwaksten, is meestal wel een aangename maatschappij om in te leven. In de natuur worden de zwaksten geëlimineerd. Het bestrijden van ongewenste natuurlijke fenomenen, zoals armoede, ziekte en te vroeg sterven, kost de maatschappij veel geld. Het mag wat kosten om ons boven de basisbiologie uit te tillen.

Natuurlijk is niet iedereen daar gelukkig mee. Een man als burgemeester Leopold Lippens van Knokke, die vanuit zijn riante villa niet alleen vond dat er in zijn gemeente geen plaats is – zelfs niet eventjes – voor frigoboxtoeristen of een veroordeelde die haar straf had uitgezeten en naar de kapper wilde, maar ook dat onze maatschappij wat te veel aandacht voor de armen heeft, zou echter beter zijn mond houden. Zeker in het licht van de ellende die zijn broer Maurice, de Grote Bankier, veroorzaakt heeft. Maar ondanks zijn val zullen we Maurice Lippens nooit in een gaarkeuken zien, en Roger Vangheluwe evenmin. Het systeem beschermt sommige mensen beter dan andere. Ook dat is van alle tijden, ook dat is natuurlijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content