Beestenboel: ‘Wandelen over de bodem is voor de rode poon energievriendelijker dan zwemmen’

© .
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Een vis die kan zwemmen, wandelen en vliegen: het is een unicum. Toch heeft het even geduurd voor de rode poon ‘vis van het jaar’ werd.

Elk jaar kiest het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing uit onze Noordzee een vis van het jaar, die vervolgens gepromoot wordt als geschikt voor de keuken. De rode poon is de nieuwe, 29e vis van het jaar. Er leven meer dan tweehonderd vissoorten in de Noordzee, dus de actie kan nog een tijdje doorgaan. Ook al zijn niet alle soorten even interessant, zeker niet voor de visserij.

Op het eerste gezicht is er weinig opvallends aan de rode poon. Om te beginnen is hij bruin en niet rood. Hij kan vrij lang worden, tot 75 centimeter, maar dat is uitzonderlijk. Zijn kop wordt beschermd door een pantser van beenplaten – in de pan levert dat een wat macabere ‘dodevissenkop’ op, met grote ogen. Hij leeft op de zeebodem, waardoor hij dikwijls gevangen wordt samen met platvissen als tong en pladijs, die ook al vis van het jaar geweest zijn.

Echte merkwaardigheden over de rode poon ontdek je pas zodra je in de vakliteratuur duikt. Zo blijkt hij te kunnen knorren. Dat geluid wordt veroorzaakt doordat zijn zwemblaas trilt – de soort wordt soms zelfs ‘knorhaan’ genoemd. Misschien knort hij uit angst, als hij gevangen is. Het kan ook dat hij al knorrend met soortgenoten communiceert.

De rode poon heeft op elk van zijn twee borstvinnen drie flexibele en stekelachtige pootjes, waarmee hij op de zeebodem kan wandelen

Hij heeft vrij fel gekleurde borstvinnen die hij kan spreiden en waarmee hij door het water lijkt te vliegen in plaats van te zwemmen – daarom wordt hij ook ‘zeezwaluw’ genoemd. Maar het meest opvallende is dat hij op elk van zijn twee borstvinnen drie flexibele en stekelachtige pootjes heeft, waarmee hij op de zeebodem kan wandelen. In 2007 verscheen daarover in Journal of Experimental Biology een uitgebreid artikel vol fysische formules.

De uitgebreide aandacht voor het wandelgedrag van een niet eens zo vaak voorkomende zeevis lijkt absurd maar is het niet. Ze past in de studie van de manier waarop zeedieren ooit aan land zijn gekropen. Vinnen werden poten die het gewicht van een lichaam konden dragen én voortslepen. Met zijn drie paar pootjes is de rode poon daartoe in staat.

Vroeger dacht men dat de pootjes dienden om de bodem af te tasten naar prooien als schelpdieren en kreeften, maar ze kunnen ook echt kracht zetten. Biologen berekenden dat de rode poon vrij weinig energie verbruikt wanneer hij stapt, mogelijk zelfs minder dan wanneer hij zwemt. Het is dus niet uitgesloten dat over de bodem wandelen een geschikte, want energiezuinige en discrete manier is om aan prooien te raken. Het levert zelfs zo veel energiewinst op dat wetenschappers ervan uitgaan dat nog meer vissoorten over de zeebodem lopen.

De rode poon wordt zo weinig gevangen dat de vangst niet wettelijk geregeld is. Doorgaans is dat slecht nieuws, maar volgens een studie van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek is de soort ‘waarschijnlijk niet’ het slachtoffer van overbevissing. Hoewel er steeds minder gevist wordt in onze wateren, werd er de jongste vijf jaar steeds meer rode poon in de havens aangevoerd. Dat zou erop wijzen dat de populatie toeneemt. Dat is opvallend, in een wereld die kreunt onder crashende visstocks. Hopelijk wordt zijn verkiezing tot vis van het jaar geen vergiftigd geschenk voor de rode poon.

Partner Content