Carl Hoefkens is weer helemaal terug. ‘En dat geeft meer voldoening dan de successen van vroeger.’ Twaalf dilemma’s voor de verdediger van Germinal Beerschot én de Rode Duivels.

Carl Hoefkens als Rode Duivel in 1999 of in 2005 ?

Carl Hoefkens : “In 1999 vond ik het normaal dat ik international werd. Iedereen had dat vooraf aangekondigd, de rode loper lag klaar. Nu is de voldoening groter nadat iedereen me had afgeschreven. Zelf bleef ik ook in die mindere dagen hopen ooit nog eens bij de Rode Duivels terug te keren. In vergelijking met toen ben ik een completere voetballer. Aanvallend bracht ik toen bijna niets bij, terwijl ik dat wel had gekund. Maar ik speelde intuïtief zoals ik dat bij Lierse deed.”

Verdedigen tegen Manasseh Ishiaku of tegen Nenad Jestrovic ?

“Tegen Ishiaku, hoewel ik die in de bekerfinale enorm sterk spelen vond. Ishiaku verplicht je om vanaf de eerste minuut alert te zijn. Hij dreigt constant waardoor je zelf ook de hele tijd scherp blijft. Jestrovic lijkt een hele tijd niet aanwezig, geeft je het gevoel dat je lekker mee kan voetballen en slaat dan ineens toe. Maar eigenlijk maakt het me niet uit tegen wie ik speel. In een wedstrijd behoud ik altijd controle, op training kookt het potje soms wel eens over om me te laten gelden of iemand anders bij de les te houden. Een gemene verdediger vind ik mezelf niet, mijn tegenspelers zullen dat beamen. Nooit blesseerde ik iemand of ging verbaal over de grens. Op basis van de beelden tegen Aruna, waar ik duwde en trok, ontstond een verkeerd beeld van mij. Toen kon ik echt niet anders, maar vaak gebeurt dat niet. Het afgelopen seizoen kwam ik alleen in moeilijkheden op Club Brugge en Anderlecht.”

Eric Van Meir of Kurt Van Dooren ?

Van Meir was degene die altijd naar voren ging, terwijl ik verdedigend moest denken. Met die rol voelde ik me niet helemaal gelukkig omdat mijn aanvallende kwaliteiten niet aan bod kwamen. Maar op dat moment hadden wij zo’n aanvallend ingestelde achterlijn, met de oprukkende Nico Van Kerckhoven links en David Brocken rechts, dat het ongepast was geweest als ook ik mee zou schuiven. Ik was als piepjonge speler blij dat ik mocht meedoen. Het kwam niet in me op een andere rol te eisen, omdat die aanpak werkte. Dan ga je jezelf niet op het voorplan praten ten koste van het teamsucces.

Van Dooren doet nu voor mij wat ik voor Van Meir deed. Met dit verschil dat zijn taak nauwer aansluit bij zijn kwaliteiten. Tot de nationale scholieren waren wij bij Lierse het centrale duo achterin, kon ik voortdurend mee oprukken en scoren. Hij verdedigt scherp, is minder offensief. Soms lacht hij : ‘Vandaag ga ik je aan de leiband houden.'”

Opkomende rechtsback of controlerende centrale verdediger ?

“Bij de jeugd van Lierse voetbalde ik in een 5-3-2 centraal, als voorstopper op rechts. Later schoolde Gerets me om tot rechterback. Dat ik 5-3-2 verkies boven 4-4-2 komt omdat ik me daar zelf beter in voel. Bij Lierse vond iedereen me sterk man tegen man, maar dit seizoen gaf me meer voldoening omdat ik me zowel verdedigend als aanvallend nuttig kon maken voor de ploeg. Dit systeem past het best bij onze kwaliteiten, net zoals 4-4-2 het best paste bij de kwaliteiten van het toenmalige Lierse. Natuurlijk is 5-3-2 een verdedigend systeem als die twee backs blijven hangen. Dat overkwam ons in de competitiewedstrijd op Club Brugge, waardoor onze middenvelders Clubs oprukkende backs niet meer konden opvangen. In de finale zetten onze vleugelspelers druk op hun flankverdedigers, waardoor we achterin drie tegen drie kwamen. Tegen Club kan dat, achterin man tegen man omdat hun spitsen niet op hun best zijn in rechtstreekse duels. Tegen Aruna, Mbo Mpenza en Wilhelmsson die heel snel, technisch sterk én doelgericht zijn, is dat zelfmoord.”

Leider of gezellig meeloper ?

“Zomaar meelopen kan ik niet. Dit jaar probeerde ik het nog eens, toen ik terugkeerde uit blessure. Toen kwam de trainer me vragen wat er scheelde. Van jongs af was ik een leider, dat zit in mijn karakter. Leiding geven is niet haantje de voorste zijn, maar een mening hebben en die altijd durven verkondigen. Bij elke trainer kon ik dat. Gerets stimuleerde dat. Die vond dat ik de verdediging moest leiden, alleen al omdat ik als enige altijd achterin was. Mijn leiderschap werd altijd aanvaard, ook toen ik in de Champions League nog een jonge snotneus was. Omdat ik iedereen met respect behandel. Zelden lag ik met ploegmaats in de clinch, nooit had ik ruzie met een trainer. Bij Lierse waren er meer natuurlijke leiders dan bij Germinal Beerschot. Hier hebben we veel winnaars, maar het zijn stillere jongens. Op het veld ben ik de enige die coacht. Tijdens de premiebesprekingen moest ik opletten dat ik niet als enige mijn mond opentrok. Het was niet mijn, maar onze beslissing om niet meteen het eerste premievoorstel van het bestuur te aanvaarden. Dat lag té laag. Wij wisten dat er tegen Lokeren en in een eventuele finale veel meer volk zou opdagen dan het bestuur vooraf inschatte. Leggen we voor het seizoen de bekerpremies vast, dan krijgen we véél minder dan we nu hebben.”

Beker van België of kampioen ?

“Zelfs met Lierse vond ik bekerwinst een mooier moment dan de titel die je meer voelt aankomen. Na een bekerfinale zit je in zak en as of je bent supergelukkig. Alleen jammer dat een bekercampagne pas leeft vanaf de kwartfinales en bij ons dan nog alleen omdat het tegen een topper als Genk was. Vooraf mikten wij ook niet op de beker. Toen we tegen Tongeren en Bergen speelden, hadden we wel andere zorgen.”

Champions League of Uefacup ?

“Bij Lierse vond ik het normaal dat we Champions League speelden. Toen dacht ik dat we jaarlijks Europees zouden voetballen. Pas later realiseerde ik me hoe uniek dat was. Daarom ben ik nu zo blij met dat Uefacupticket, omdat ik besef hoe veel we ervoor moesten doen. De voorbije jaren miste ik die grote wedstrijden, met extra beleving rondom en spanning vooraf. Heerlijk vond ik dat, niet omwille van de aandacht op zich, maar omdat die drukte je scherp houdt. Als je in zulke omstandigheden het veld opstapt, weet je : dit is echt belangrijk. Daarom ga ik de komende Europese campagne heel anders beleven dan voorheen. Met Lierse vond ik alles normaal : de titel, beker, Europees voetbal, de nationale ploeg. Tot de keerzijde kwam en ik besefte hoe vergankelijk voetbalroem is. Dat ik nu terugknokte, geeft zoveel voldoening dat het eigenlijk mooier is dan de successen van vroeger. Ik ben blijven vechten om terug te komen en daar ben ik best fier op. Het eerste contract dat ik bij GBA kon krijgen, was financieel niet goed in vergelijking met andere aanbiedingen, maar mijn gevoel dreef me naar hier. Met andere ploegen kwam ik graag naar het Kiel, omdat hier een stuk Engelse beleving hangt. Hier ben ik weer helemaal opengebloeid. Mijn nieuwe contract, dat ik vorig jaar kreeg, toont dat ik de juiste keuze maakte. Ik spreek niet graag over cijfers, maar dit contract is absoluut beter dan in mijn beste tijd bij Lierse, waar ik ook niet te klagen had.”

Franco Baresi of Vincent Kompany ?

Baresi was mijn god toen ik jong was. Ik zag hem voor het eerst op tv toen ik een jaar of zeven was. Hij combineerde de Italiaanse kunst van het verdedigen met het on-Italiaanse uitvoetballen. Een geboren leider, quasi nonchalant, de trui uit de broek. Dat laatste heb ik van hem overgenomen.”

Erik Gerets of Marc Brys ?

“Dat is een moeilijke keuze. Ik heb veel te danken aan Gerets, die mij enorm veel vertrouwen schonk door te voorspellen dat ik hem zou opvolgen als rechtsback. In die periode leefde ik op een wolk, ook al kon Gerets heel hard zijn. Ik had dat toen nodig. Brys bevestigde me in mijn rol als leider. Hij gaf me vertrouwen. Ik heb dat niet beschaamd. Toen zijn lot aan een zijden draadje hing, zei ik tegen het bestuur dat we nog allemaal achter de trainer stonden. Daar hebben ze toen rekening mee gehouden.

“Voor mij hebben Brys en Gerets meer met elkaar gemeen dan ze zelf denken. Ze zijn heel emotioneel : Gerets kon de grensrechters enorm uitkafferen, maar van hem pikte men dat. Ze willen op training allebei uiterste concentratie en ze willen dicht bij de spelers staan. Als ik morgen naar Gerets stap om te vragen of ik twee dagen thuis mag blijven omdat ik privé-problemen heb, geeft hij me er drie. Andere trainers interesseren zich niet voor wat de spelers buiten het veld doen, Brys en Gerets stimuleren gezamenlijke activiteiten buiten het veld. Gerets heeft de stempel van aanvallend voetbal, Brys moet nog een stempel krijgen. Ik weet bijna zeker dat Brys aanvallender zou spelen als hij andere kwaliteiten in zijn kern had.”

Trabzonspor of Lokeren ?

“Beide heb ik geweigerd. Van Trabzon heb ik misschien spijt, daar liet ik heel veel geld liggen. Toen we bij Lommel financiële problemen kenden, dacht ik daar wel eens aan. Trabzon schoof ik af met privé-redenen als argument, maar de echte reden was dat ik me onterecht opzijgeschoven voelde. Lierse wilde geld verdienen op mijn rug zonder me daarbij te betrekken. Dat kon ik absoluut niet hebben.”

Paars-wit of geel-zwart ?

“Honderd procent paars-wit ! Het afscheid bij Lierse maakte iets kapot dat niet meer goed komt. Ik voel nu meer respect. Als ik ooit met een andere ploeg naar het Kiel kom, zal ik niet uitgefloten en beledigd worden zoals met Lommel op het Lisp. Hier zal ik altijd applaus krijgen. Mijn ultieme droom is om met Beerschot naar de top in België te groeien. Alleen als ze me daar niet in kunnen volgen, vertrek ik nog op het Kiel. Niet zoals Cruz naar Lierse : dat is geen stap vooruit, maar één omlaag. Ik wil omhoog.”

Kabouter Eddy of kabouter Plop ?

“Kabouter Eddy brengt ons geluk. Marc Brys bracht die mee tegen Antwerp. Na die match vroeg ik de trainer of ik hem kreeg, om mijn zoontje ermee te laten spelen. Milan heeft zich er goed mee geamuseerd, tot ik hem voor de kwartfinale tegen Genk samen met Eric Verhoeven van onder het stof haalde. Toen merkten we dat zo’n kabouter sommige spelers psychologisch afleidt, waardoor ze minder gespannen zijn voor zo’n match. Wie ? Ikzelf bijvoorbeeld, of Kurt Van Dooren. Je moet iets vinden om zo’n wedstrijd te relativeren, om niet overgeconcentreerd te zijn. Tegen Club zat hij op de bank. Eric Verhoeven lette op hem. Ik denk dat kabouter Eddy Erics beste vriend is.”

door Geert Foutré

‘Mijn contract nu is beter dan wat ik ooit bij Lierse had.’

‘Baresi was mijn god toen ik jong was. Door hem laat ik ook mijn truitje uit de broek.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content