NOG MAAR GOED EEN JAAR IS FREDERIK VANDERBIEST TRAINER VAN KV OOSTENDE EN DE EINDRONDE LONKT. HET CHARLEROI VAN ZIJN LEERMEESTER DENNIS VAN WIJK WORDT VERMOEDELIJK KAMPIOEN, MAAR DE EX-MIDDENVELDER IS OOK AMBITIEUS MET DE KUSTPLOEG.

Frederik Vanderbiest: “Dit boerenjaar hadden we totaal niet ingecalculeerd. Daar moeten we eerlijk in zijn. Het realisme keerde terug bij Oostende. Wij zochten naar jongens die weten dat tweede klasse een aparte reeks is waarin knokkersvoetbal gespeeld wordt. Dan moet je kunnen teren op discipline en de juiste mentaliteit.”

Eigen verdienste

Jullie doelstelling was duidelijk: beter doen dan de negende plaats en de 45 punten van vorig seizoen.

“Voor een club met onze naam en faam is zo’n negende plaats iets te weinig. Daarom rekenden we nu op een zesde of zevende plaats. Hetgeen we nu meemaken, is dus onverwacht. In principe kunnen we nu rustig toeleven naar de eindronde, met waarschijnlijk Eupen, Waasland-Beveren en Westerlo. Straks moeten we overschakelen naar twee wedstrijden per week, voor de meesten een totaal nieuw gegeven. Daarom wordt de intensiteit van de trainingen nu al aangepast, want de voorbije maanden waren heel lang en belastend.”

Zeker voor de kleine kern waarmee je werkt?

“Absoluut. Ik beschik over een selectie van zeventien tot achttien volwaardige tweedeklassers, met vier jonge gasten die pas komen piepen en twee doelmannen. Zij moeten dit schitterende jaar als een geschenk beschouwen. Een eindronde meemaken, dat staat gelijk met een leerschool van drie tot vier jaar aan ervaring.”

Als underdog kunnen starten, klinkt wel aanlokkelijk.

“Natuurlijk. Het verschil met de andere eindrondedeelnemers is enorm, vooral inzake spelersmateriaal en financiële mogelijkheden. Je moet je plaats kennen. In het begin van dit seizoen werd er, eigenlijk vrij logisch gezien de resultaten, vrij respectloos gepraat over Oostende. Maar nu krijg ik plots te horen dat wij een gevaarlijke outsider worden, omdat we een bijzonder sterke thuisreputatie hebben, weinig tegendoelpunten incasseren én een constante serie aan resultaten konden boeken. ( grijnst) Dat is niet langer toeval, hé. We moeten daar trots op zijn, want het is volledig onze eigen verdienste.”

Engels sfeertje

Oostende wordt bestempeld als een team dat jouw hardnekkigheid combineert met de snelheid en techniek van enkele flitsenvoetballers.

“Karakter en teamspirit, dat waren de componenten waarop ik teerde als voetballer. Ik ben verheugd dat mijn spelers snel die boodschap oppikten. MamaDissa en JamaiqueVandamme kenden mijn grinta. Net als zij zijn Terence Pinto en Kevin Baert mannen die met een individuele actie een wedstrijd kunnen openbreken. Ook Niels Coussement en Michiel Jonckheere zorgen vaak voor een meerwaarde in ons spel. Dat werkt uitstekend. Maar ik had nooit gedacht dat de klik er zo snel zou komen. Weet je, ik ben als trainer qua stijl hard en direct in de omgang, hetgeen ik opstak van Dennis van Wijk, maar vijf minuten later kan ik grappen en grollen zoals Jan Boskamp. Die aanpak ligt me wel.”

Hoe belangrijk in dat proces was de rol als mentor van Jurgen Sierens, jouw boezemvriend en tegenwoordig invallersdoelman?

“Hij ligt goed in de groep als sfeermaker en motivator. Iedereen kijkt een beetje naar hem op als ouderdomsdeken. Je hebt dat nodig als coach, iemand die alles filtert vanuit de spelersgroep en ook als vertrouwenspersoon kan fungeren. Het is zijn verdienste dat Jérémy Dumesnil zo scherp voor de dag komt en we al vijftien keer de nul konden houden.”

Aanvoerder Lars Wallaeys roemde het feit dat jij bij Oostende de ziel terugbracht. Wat bedoelt hij daar exact mee?

“Iedere tegenstander komt opnieuw met knikkende knieën naar hier. Ze zijn bang. Zo was het vroeger ook. Toen ik voor RWDM of Roeselare speelde, was het niet geestig om naar Oostende te vertrekken. Een klein veld, het publiek dicht bij het plein, een ploeg die zijn truitje negentig minuten lang wilde natmaken en de fysieke duels niet schuwde. Een Engels sfeertje, zeg maar. Het eerste kwartier was altijd een drama om te overleven. Die tijden herleven.”

Cultfiguur

Hoe fel lonken jullie naar eerste klasse?

“Als de trein passeert, moet je erop durven springen. Zo simpel is het. Wij willen geen schrijnende toestanden meemaken als Tubeke en Dender, die zwaar op hun bek gingen. Voor de gemeenschap, het bestuur, de spelers én supporters een regelrechte ramp. Dat wens je niemand toe.”

Dus hebben jullie al een concreet promotiescenario uitgetekend?

( ontwijkend) “Mocht het nu al lukken, dan zou dat wat te snel komen. Die eventuele overgang zou betekenen dat er dag en nacht gewerkt moet worden. Maar de sportwereld is voor winnaars, hé, losers tellen niet mee. Als sportman moet je het onderste uit de kan willen halen. We zullen er alles aan doen om te stunten.”

Welke ploeg uit eerste klasse nemen jullie als voorbeeld?

“KV Kortrijk, dat ook stapsgewijs groeide. Zij verliezen jaarlijks enkele sterkhouders, maar tonen aan dat je met een klein budget, een krappe kern én goede transfers iets kan realiseren. Hein Vanhaezebrouck en Yves Vanderhaeghe zijn voetbaldieren. Zij slagen erin onbekende spelers beter te maken of laten jongens die ergens op een zijspoor zaten, zich opnieuw bewijzen. Dat gevoel herken ik.”

Met Frédéric Brillant verlies je een sterkhouder aan Beerschot. Een serieuze aderlating?

“Uiteraard, want hij is echt heel goed. Het niveau van eerste klasse moet hij probleemloos aankunnen. Brillant is een leidersfiguur met charisma. Hij genoot een goede opleiding bij Sedan en kwam via Bertrix bij ons. Een Franse centrale verdediger zonder franjes, met een sterk kopspel, een goede inspeelpass plus ook nog zijn scorend vermogen. Hem moet je het abc van het voetbal niet meer uitleggen, hij is direct mee in het verhaal. Brillant verdient deze beloning, want hij zette er veel voor op het spel. Een schitterende job bij de stad Sedan gaf hij op om twee seizoenen zijn kans te gaan als prof bij ons. Na amper een seizoen lukte het al, wat veel zegt over zijn eigen verdiensten. Kwaliteit komt altijd bovendrijven.”

Welke rol vertolkt Kamagurka nog binnen de clubwerking?

Kama is een beetje een cultfiguur, een leuk uithangbord. Maar vooral een goede vriend van voorzitter Yves Lejaeghere. Als je aan Kama denkt, kom je automatisch bij Oostende uit. Maar het voordeel nu is dat er eerst over ons goede voetbal wordt gepraat, en pas dan over Kama.”

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE

“Als de trein van eerste klasse passeert, moet je erop durven springen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content