Didier Mbuyu zal die eerste juli van 1991 niet gauw vergeten. Die dag bolde hij rustig op de grote weg tussen Lokeren en Gent toen zijn wagen frontaal werd aangereden door een Porsche die te snel reed. De bestuurster van die bolide en haar passagier lieten daarbij het leven. De voetballer, die vergezeld was van zijn echtgenote en dochtertje Tessa, had meer geluk. Alhoewel.

‘Mijn vrouw is erdoor gekomen nadat ze tien dagen in een kunstmatige coma werd gehouden om haar niet te veel pijn te laten lijden’, vertelt Mbuyu. ‘Ons dochtertje had een gebroken arm en been. Ikzelf had een ingedeukt jukbeen en oogkas. Ik was er zeker van dat ik binnen de maand weer zou kunnen trainen, maar in het hospitaal heeft men me dat afgeraden. Er was immers ook een bloedvat geraakt dat de hersenen bevoorraadt en als ik daar een klap op kreeg, kon dat fatale gevolgen hebben. Dat risico mocht ik natuurlijk niet lopen. En zo was mijn carrière afgelopen nog voor ze goed en wel was begonnen, ik was amper 25.’

Omdat hij zijn carrière als voetballer, die hij samen met zijn één jaar oudere broer Dimitri in 1984 begonnen was bij Lokeren (na vijf jaar ging hij naar Waregem), moest stopzetten, zette hij enkele maanden later zijn eerste stappen als trainer.

Benny De Kneef, een van mijn ex-ploegmakkers in het Regenboogstadion, trainde de miniemen van Olympia Gent en stelde me in 1992 voor om de preminiemen te gaan coachen. Ik heb dat gedaan tot op de dag dat het bestuur van de derdeprovincialer me voorstelde om de eerste ploeg onder mijn hoede te nemen, die het op dat moment niet zo goed deed. Er waren nog negen matchen te spelen. De eerste verloren we nog met 2-4, maar de volgende wonnen we allemaal. Uiteindelijk kwamen we zelfs maar één puntje te kort om de eindronde voor promotie te spelen. Maar het provinciaal voetbal stond zo ver af van wat ik als prof had beleefd, dat ik niet aandrong om te blijven…’

Sindsdien beperkt het voetbal voor de jongste Mbuyu zich tot een helpende hand aan zijn broer, die na zijn carrière als voetballer (bij Standard en Club Brugge) een loopbaan als clubmanager begon. Via onder meer Geel, FC Brussels en Mons kwam Dimitri vorig jaar terecht bij de scoutingcel van Anderlecht.

‘Ik heb voor hem heel wat dvd’s bekeken’, zegt Didier. ‘Als ik daarop de ‘prestaties’ van sommigen zie, dan denk ik bij mezelf: zonder dat noodlottige ongeval had ik zeker een mooie carrière kunnen maken.’

Daarnaast werkte Didier Mbuyu negen jaar voor het departement Sportwetenschappen van het atheneum van Lokeren. Daar had hij als leerling in de voetbalklas onder meer ene JefDelen, later icoon van VC Westerlo. Daarna ging hij helemaal een andere richting uit en werd hij koerier. Eerst voor Transport Bruno Meersman in Temse, nadien voor de groep Trans-O-Flex in Sint-Niklaas.

In zijn vrije tijd helpt hij zijn vrouw, die brasserie De Fonteyn uitbaat op de Groentemarkt in Lokeren. ‘Daar komen weleens oude bekenden langs’, zegt hij. ‘Aimé Anthuenis bijvoorbeeld, die mijn trainer was bij de UEFA-junioren van Lokeren. Of Ivan Vukomanovic, die trouw gebleven is aan Lokeren, ook al leidde zijn trainerscarrière hem vorig jaar langs Standard.’

Maar het grote evenement is voor binnenkort: op 31 juli gaan de Lokerse Feesten van start. Die duren tien dagen en moeten niet onderdoen voor de Gentse Feesten. ‘In die periode ga ik wat extra uren moeten draaien, dat staat vast!’

DOOR BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content