Wordt Lotte Kopecky als eerste wielrenster Sportvrouw van het Jaar?

Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Jonas Creteur gaat op zoek naar een markant cijfer van de sportweek.

Op het jaarlijkse Sportgala komende zondag zal de trofee van Sportvrouw van het Jaar wellicht naar basketbalspeelster Emma Meesseman of wielrenster Lotte Kopecky gaan. De eerste loodste de Belgian Cats naar een Europese titel. De tweede is nog een grotere favoriete voor de trofee, na winst in de Ronde van Vlaanderen, een tweede plaats in de Tour de France en een wereldtitel op de weg. Kiezen de Belgische sportjournalisten en de ex-laureaten voor Kopecky, dan wordt zij de eerste wielrenster die die eer te beurt valt sinds in 1975 de eerste Sportvrouw van het Jaar werd verkozen.

De reden daarvoor? Sindsdien heeft België, op Heidi Van De Vijver en Jolien D’hoore na, geen wereldtoppers meer gehad in het wielrennen. En de vorige Belgische wereldkampioenes wielrennen (Nicole Van den Broeck, Marie-Rose Gaillard en Yvonne Reynders) veroverden hun regenboogtruien vóór 1975. Van den Broeck kwam in 1973 wel in aanmerking voor de trofee van Sporter van het Jaar, maar toen werden de mannen en de vrouwen in één klassement gezet. En tegen Eddy Merckx kon zij uiteraard niet op.

Pas in 1974 eindigde voor het eerst een vrouw, de twaalfjarige zwemster Carine Verbauwen, in de top tien van de verkiezing, op een vierde stek. Daarom besliste de Belgische Beroepsbond van Sportjournalisten (BBS) om in 1975 een stemming te organiseren voor de eerste Sportvrouw van het Jaar, acht jaar nadat gewichtheffer Serge Reding tot de eerste Sporter van het Jaar werd verkozen. Dat de Verenigde Naties 1975 hadden uitgeroepen tot Internationaal Jaar van de Vrouw speelde daarin ook een rol.

Net als in 1974 eindigde Carine Verbauwen ook als eerste vrouw in het eerste aparte referendum. Ze kreeg de trofee op haar dertiende omdat ze op het EK voor junioren zilver had behaald op de 800 meter vrije slag. Veelzeggend over het lage niveau van de Belgische vrouwensport in die jaren. Na twee keer hoogspringster Anne-Marie Pira (1976 en 1977) en nog tweemaal Verbauwen (1978 en 1979) werd judoka Ingrid Berghmans pas in 1980 de eerste laureate die de mondiale top had bereikt in haar sport, als wereldkampioene in de open categorie.

En nog eens vier jaar later veroverden zwemster Ingrid Lempereur en roeister Ann Haesebrouck als eerste Belgische vrouwen een medaille (beiden brons) op de Olympische Zomerspelen. Of hoe de Belgische vrouwensport in de laatste vijf decennia een enorme evolutie heeft ondergaan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content