Hoe alleen Eddy Merckx beter deed dan Tadej Pogacar

Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Wat te onthouden van de eerste weken van het wielerseizoen? Vier opvallende vaststellingen, met de blitzstart van Tadej Pogacar als uitschieter.

Tadej Pogacar in het spoor van Merckx

Hij was zelf verrast dat hij nú al zó goed was, zei Tadej Pogacar meermaals de voorbije week. Een maagontsteking had hem immers enkele trainingsdagen gekost en hij wou dit jaar ook iets langzamer opbouwen met een ander programma, ter afwisseling.

Vandaar de keuze voor de gravelkoers Jaén Paraiso Interior en de Ruta del Sol in plaats van de UAE Tour, waar hij de voorbije twee jaar won – verplichte kost voor de teamsponsor.

De maagproblemen beletten Pogacar niet om met een solo van 36,5 kilometer de concurrentie weg te blazen in de Jaén Paraiso Interior en vervolgens drie ritten van de Ruta del Sol te winnen. En als hij echt een egoïstische Kannibaal was geweest, dan had hij ook de andere twee etappes op zijn naam kunnen schrijven. Maar in de ene gaf hij ploegmaat Tim Wellens de vrijheid op weg naar een ritzege. En in de slotrit effende hij het pad voor teamgenoot Alessandro Covi in de sprint. Die werd gewonnen door Omar Fraile, tot zichtbare ontgoocheling van Pogacar.

In feite is de blitzstart van Pogacar niet zo verrassend. De Sloveen kwam in zijn profcarrière altijd snel uit de startblokken: 16 van zijn 51 profzeges behaalde hij in de maand februari. Voor een ronderenner is dat uitzonderlijk: geen ex-Tourwinnaar begon ooit aan het seizoen met drie opeenvolgende zeges, zoals Pogacar vorige week.

Pogacar is nu al een van de veelzijdigste renners in de wielergeschiedenis. ‘De Eddy Merckx van zijn generatie’, noemde ex-renner Dirk De Wolf hem in Het Nieuwsblad. Een vergelijking die, gezien het palmares van de Sloveen, niet eens overdreven is.

Op de leeftijd van 24 jaar, 4 maanden en 27 dagen behaalde Pogacar in de Ruta Del Sol zijn 50e profoverwinning. Van alle actieve renners hebben alleen Peter Sagan (23 jaar, 5 maanden en 10 dagen) en Mark Cavendish (24 jaar, 3 maanden en 1 dag) die kaap op een jongere leeftijd gerond. Met name dankzij een snel eindschot, waardoor ze in hun eerste jaren vooral etappes in rittenkoersen wonnen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Aan de kwaliteit van de eerste 50 zeges van Pogacar kunnen zij evenwel niet tippen: twee keer de Tour de France, inclusief negen etappeoverwinningen, drie monumenten (Luik-Bastenaken-Luik, tweemaal de Ronde van Lombarijde), de Strade Bianche, twee keer Tirreno-Adriatico.

Eén renner heeft op nog jongere leeftijd de grens van de 50 zeges bereikt: Eddy Merckx, toen hij amper 22 jaar, 10 maanden en 25 dagen oud was (eindklassement Ronde van Romandië in mei 1968, exclusief zeges in criteriums).

Zelfs als je de overwinningen in kermiskoersen niet meetelt, is Merckx de jongste renner ooit met 50 zeges: 23 jaar, 4 maanden en 3 dagen oud toen hij in oktober 1968 de GP Lugano op zijn palmares zette.

Een jaar later, toen hij dus zo oud was als Pogacar nu, stond op die erelijst al drie keer Milaan-Sanremo, de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik, Gent-Wevelgem, de Waalse Pijl, het WK, Parijs-Nice, tien ritten en het eindklassement van de Giro, plus zes etappes én het eindklassement van de Tour.

Conclusie: zo straf als Merckx is Pogacar op zijn 24e nog niet, maar in de moderne wielergeschiedenis is hij (voorlopig) buiten categorie wat betreft kwaliteit én kwantiteit. De Sloveen won, als niet-sprinter, tot nu toe liefst 20,8 procent van zijn 245 koersen (inclusief eindklassementen in rittenwedstrijden).

Ook dat is ongezien. Net als zijn manier van racen en aanvallen, alsof er geen morgen of een Tour over vier en een halve maand bestaat. Het zal nog moeten blijken of hem dat in juli, in het duel met een ijskoele killer uit Denemarken, niet opnieuw zuur zal opbreken.

Meer dan alleen Pogacar en Evenepoel

Het wielerseizoen begon in de Tour Down Under met ritzeges voor Alberto Bettiol (29), Phil Bauhaus (28), Rohan Dennis (32), Pello Bilbao (32), Bryan Cocquard (30) en Simon Yates (30). Stuk voor stuk renners met een pak ervaring in de rugzak.

Ook in de daaropvolgende rittenkoersen toonden dertigers als Rui Costa (36), Alexander Kristoff (35), Diego Ulissi (33), Jésus Herrada (32), Sam Bennett (32), Omar Fraile (32), Tim Wellens (31) en Magnus Cort (30) dat ze nog niet versleten zijn. Niet toevallig renners met een stevig palmares, die weten hoe ze een koers kunnen winnen.

Daartegenover staat de jongerengolf, die ook in 2023 groter wordt. Het lijstje met winnaars jonger dan 23 jaar was in de openingsweken van het wielerseizoen nooit langer dan dit jaar. Arnaud De Lie (20), Kévin Vauquelin (21), Quinn Simmons (21), Mattias Skjelmose (22), Jonathan Milan (22), Søren Wærenskjold (22), Ethan Vernon (22), Biniam Girmay (22), Marius Mayrhofer (22), Marijn van den Bergh (23), Matteo Jorgenson (23), Ben Turner (23), Mauri Vansevenant (23): allemaal wonnen ze al een of meerdere keren.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Van Belgische zijde sprongen naast De Lie en Vansevenant ook jongeren als Lennert Van Eetvelt (21, twee podiumplaatsen in de Trofeo’s op Mallorca) en Ilan Van Wilder (22, derde stek in het eindklassement van de Ronde van de Algarve, als jongste van de top tien) in het oog. En ook de pas 19-jarige Cian Uijtdebroeks kon zich als negende plaatsen in de Ronde van Oman.

Nog (geen) dominante sprinter

In de UAE Tour, die vandaag is gestart, is het sprintersgild zoals gewoonlijk sterk vertegenwoordigd, met onder meer Tim Merlier, Caleb Ewan, Mark Cavendish, Sam Bennett, Dylan Groenewegen, Arnaud Démare, Fernando Gaviria, Sam Welsford, Gerben Thijssen, Olav Kooij en Elia Viviani.

Afwachten of een snelle man er zijn stempel zal kunnen drukken, met een of meerdere ritzeges. De voorbije weken kon welgeteld één sprinter meer dan eenmaal de handen in de lucht steken in een pure massasprint: de 27-jarige Australiër Sam Welsford (DSM), in de Ronde van San Juan, waar hij grotere namen als Sam Bennett en Fabio Jakobsen twee keer aftroefde.

Sam Welsford won twee ritten in de Ronde van San Juan. (Getty)

Alle andere sprinters en hun sprinttreintjes zaten nog niet op kruissnelheid. Of kregen nog maar één scorekans, zoals Tim Merlier met ritwinst in de Ronde van Oman.

De Belgische kampioen deed daar maandag in de UAE Tour nog een zege bij – weliswaar als snelste van een uitgedunde groep na een waaieretappe – en is de enige sprinter die voorlopig aan honderd procent scoort.

In de Verenigde Arabische Emiraten krijgen hij en zijn collegasprinters deze week nog drie vlakke ritten voorgeschoteld. Bewijst Merlier verder het gelijk van Patrick Lefevere om hem binnen te halen, ondanks de groterondeambities van de ploeg met Remco Evenepoel? Of krijgen we ook in de woestijn verschillende sprintwinnaars te zien?

De knalstart van AG Insurance – Soudal Quick-Step

Patrick Lefevere kon al vijf keer ‘Bam!’ posten op Twitter, bij elk van de vijf zeges van Soudal Quick-Step tot dusver.

Maar daar bleef het niet bij. Ook zijn nieuwe vrouwenploeg, AG Insurance – Soudal Quick-Step, begon gezwind aan het seizoen. De Zuid-Afrikaanse Ashleigh Moolman, die werd binnengehaald als kopvrouw, won meteen een rit in de Ronde van Valencia.

En de eindwinst ging verrassend naar haar Belgische ploeggenote Justine Ghekiere, die in de slotetappe meeglipte met Elise Uijen. Met de Nederlandse hield ze stand tot de finish. Goed voor 15 seconden voorsprong en de leiderstrui na vier ritten.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het was de eerste profzege voor de 26-jarige West-Vlaamse, die tijdens de coronapandemie ontdekte hoe hard ze kon fietsen. Eind vorig seizoen viel ze al op met een tweede plaats in de GP de Wallonie. En vooral met een 19e plaats op het WK in Wollongong, als enige Belgische naast Lotte Kopecky die zich in de finale voorin had weten te handhaven.

Die lijn trekt Ghekiere dit seizoen door. Waar haar plafond ligt, is nog af te wachten, maar gezien haar beperkte aantal koersjaren lijkt de progressiemarge groot, zowel op fysiek als tactisch vlak. Met ploegleidster Jolien D’hoore heeft ze wat dat laatste betreft alsvast de ideale gids.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content