De Tour 2019: om buiten adem van te raken

De Tour de France van volgend jaar wordt er meer dan ooit een voor de klimmers: vijf aankomsten bergop, waarvan drie boven de 2000 meter, en amper kilometers tegen de klok. ‘Nog meer op maat van de Fransen,’ zo oordeelt onze wielerman Jonas Creteur.

Geen kasseien, geen waaieretappes en amper kilometers tegen de klok in de Tour de France van 2019, die vanochtend werd voorgesteld. Wel dertig beklimmingen van tweede, eerste of buiten categorie. Ter vergelijking: dat zijn er vier meer dan dit jaar, in 2017 waren het er 23 en in 2016 28.

Ook de vijf aankomsten bergop zijn er twee meer dan de editie van de voorbije zomer. Drie van die aankomsten liggen boven de 2000 meter en dat is onuitgegeven in de geschiedenis van de Ronde van Frankrijk.

‘Of dit een Tour voor klimmers is? Tja, de winnaar van de Tour moet altijd goed kunnen klimmen’, zei Tourbaas Christian Prudhomme in Parijs. ‘Let op, er zijn minder cols van buiten categorie in vergelijking met andere jaren. Maar er zijn in totaal wel meer cols te bedwingen, het is vooral de opeenvolging van die cols die het verschil kan maken.’

Loodzware derde week

Van de 30 cols bevinden er zich zeven in de Vogezen, zes in het Centraal Massief, acht in de Pyreneeën en negen in de Alpen. Eén aankomst bergop ligt in de Vogezen, twee in de Pyreneeën en twee in de Alpen. De drie aankomsten boven de 2.000 meter zijn de Tourmalet in de Pyreneeën, Tignes en Val Thorens in de Alpen.

‘Dat zal krachten vragen’, meent Prudhomme. ‘Bovendien is er slechts één week tussen de aankomst op de Tourmalet en de laatste bergrit naar Val Thorens. Er liggen vijf bergritten op zeven dagen (acht, er zit een rustdag tussen, nvdr.), dat zal zich laten gevoelen.’

In de editie van dit jaar kenden we nog twee extreem korte bergritten: 65 km en 100 km, dat is nu niet het geval. ‘Al gaan we wel op dat elan verder’, vindt Prudhomme. ‘Er zijn drie korte aankomsten van 117 km (naar de Tourmalet), van 123 km naar Tignes en 131 km naar Val Thorens. Ook dat zijn korte etappes.’

‘Hoogtestages worden het mantra’

Veel renners zullen letterlijk en figuurlijk buiten adem raken, zeker in het slot van de Tour

Jonas Creteur

Onze wielerman Jonas Creteur analyseert: ‘Opvallend in het klimwerk: in het eerste deel van de Tour, met La Planche des Belles Filles, met de twee etappes in Centraal Massief en met de nieuwe klim naar Prat d’Albis in de Pyreneeën, ging parcoursbouwers Thierry Gouvenou vooral op zoek naar korte, maar vrij steile beklimmingen. In de laatste week volgt dan weer meer het werk van de lange adem, met vooral langere, iets minder steile Alpencols, met als climax de voorlaatste rit: 59,9 kilometer van de 131 met aankomst op Val Thorens, een col van 33 kilometer aan gemiddeld 5,5 procent, tot op 2365 meter hoogte.

‘Veel renners zullen letterlijk en figuurlijk buiten adem raken, zeker in het slot van de Tour. Van sommigen, zoals een Alejandro Valverde, is bekend dat zij moeite hebben met de ijle lucht boven de 2000 meter. Hoogtestages doen zal voor renners met klassementsambities het mantra worden in de voorbereiding op de Tour.’

Weinig tijdrijden

In totaal zijn er slechts 54 kilometers tegen de klok: 27 in de ploegentijdrit op dag twee en 27 in een individuele tijdrit in de tweede week, de dertiende etappe met start en aankomst in Pau.

Dat is geen goed nieuws voor een Tom Dumoulin, vorig jaar tweede in het eindklassement op 1’51” van winnaar Geraint Thomas. ‘Dumoulin heeft geen tijdrit nodig om een Tour te kunnen winnen’, repliceerde Gouvenou. ‘Hij heeft al bewezen dat hij ook sterk klimt.’

Tom Dumoulin
Tom Dumoulin© BELGAIMAGE
Eigenlijk bevoordeelt dit parcours nog meer de Fransen, zoals een Thibaut Pinot of een Romain Bardet

Jonas Creteur

Creteur: ‘Dumoulin gaf al aan dat hij op de Tour wil focussen, maar blij zal hij niet zijn met het parcours. Ik verwacht eigenlijk niet dat hij de Tour op basis hiervan links zal laten liggen, maar blij zal hij niet zijn.’

‘Ook Chris Froome en Thomas hadden ongetwijfeld meer tijdritkilometers gewild, anderzijds zijn de zware bergritten in de Alpen als rails neergelegd voor de Skytrein, die op die lange, gelijkmatige cols weer een moordend tempo zal opleggen. De pure klimmers wachten best niet tot dan, maar gooien al in het Centraal Massief en in de Pyreneeën hun troeven al op tafel. Anderzijds bestaat de kans dat velen zich zullen sparen uit schrik voor die moordende slotweek.’

‘Eigenlijk bevoordeelt dit parcours nog meer de Fransen, zoals een Thibaut Pinot of een Romain Bardet, die minder tijdritkilometers moeten maken en hun klimcapaciteiten ten volle kunnen uitspelen.’

Romain Bardet
Romain Bardet© Belga Image

‘Weinig voer voor Belgen’

De 106e editie van de Tour de France start op 6 juli in Brussel naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de eerste gele trui van Eddy Merckx. Het wordt een eerbetoon aan de Kannibaal waarbij er maar liefst drie ritten in België op gang worden geschoten. Daarna trekt het peloton naar de Champagnestreek, vervolgens richting Vogezen, waar het klimwerk kan beginnen.

Verder zijn er mogelijk zeven kansen voor sprinters en een aantal etappes voor aanvallers.

‘Al bij al is dit wel een evenwicht parcours,’ zegt Creteur. ‘Alleen de klassieke renners zijn wat benadeeld. Het is voor ons Belgen een beetje jammer dat er geen nieuwe kasseirit op het menu staat en dat er weinig aankomsten voor echte punchers zoals een Greg Van Avermaet zijn. Enkel de derde rit naar Epernay en eventueel de vijfde etappe naar Colmar lijken echt iets voor hen te zijn. En zonder topklimmers en topsprinters is de kans groot dat de Belgen weer met lege handen zullen staan in Parijs.’

Partner Content