De Ronde van Vlaanderen: wie zijn de lichtgewichten?

Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Tadej Pogacar heeft niet het ideale gewicht om de Ronde te winnen. En toch.

Jonas Creteur gaat op zoek naar het markantste cijfer van de sportweek.

Costaud. De term wordt al decennia gebruikt in het wielrennen voor bonkige, krachtige, zwaargebouwde renners. Coureurs die vooral uitblinken in de voorjaarsklassiekers, zoals de Ronde van Vlaanderen. Je hebt nu eenmaal veel power nodig om over de kasseien te dokkeren en om de korte, steile hellingen te bedwingen. Voor lichtere renners is dat doorgaans moeilijker.

Dat blijkt ook uit de gemiddelde lengte (1,84 meter) en het gemiddelde gewicht (75 kilogram) van de winnaars van elke editie van de Ronde van Vlaanderen in deze eeuw. Voor de edities op het nieuwe parcours, met de aankomst sinds 2012 in Oudenaarde, liggen die gemiddelden zelfs nog iets hoger: 1,85 meter en 76 kilogram. De uitschieters? Drievoudige winnaars Tom Boonen (1,92 meter en 82 kilogram) en Fabian Cancellara (1,86 meter en 80 kilogram). Een voorbeeld van de ‘gemiddelde’ winnaar? Mathieu van der Poel, die twee van de laatste drie edities op zijn naam schreef, met zijn 1,84 en 75 kilogram.

Lichtgewichten die de Ronde wonnen, zijn veel zeldzamer. Daarvoor moet je verder terug in de tijd. Naar 1996, toen de Italiaan Michele Bartoli met een gewicht van 65 kilogram de beste was. En naar 1990, toen zijn landgenoot Moreno Argentin 66 kilogram in de schaal wierp.

Tien jaar eerder vestigde Michel Pollentier een ‘record’ door Vlaanderens Mooiste op zijn erelijst te zetten met een gewicht van 62 kilogram en een lengte van 1,67 meter, als lichtste en kleinste Rondewinnaar ooit. Niet toevallig staan op zijn palmares ook eindzeges in de Tour de Suisse en de Giro d’Italia, waar vooral klimcapaciteiten de doorslag geven. Alleen Gianni Bugno (1,77 meter en 68 kilogram) kon nadien nog een grote ronde (ook de Giro, in 1990) én de Ronde van Vlaanderen (1994) winnen.

Klassementsrenners die in de Tour de France het eindpodium haalden, kwamen de laatste dertig jaar nooit in de buurt van de zege in Vlaanderens grootste wielerklassieker. Meer zelfs, ze kwamen zelden aan de start. Dat tweevoudig Tourwinnaar Tadej Pogacar in de editie van vorig jaar in een recordtijd over de Oude Kwaremont denderde en alleen door een slecht getimede sprint naast de zege greep, was dus op z’n minst opmerkelijk. Ook de Sloveen kun je als een lichtgewicht bestempelen, met zijn 67 kilogram voor 1,77 meter.

Ook voor de komende Ronde van Vlaanderen is Pogacar weer een van de topfavorieten. Zoals hij dat al was in Milaan-Sanremo, en dit voorjaar nog zal zijn in de Amstel Gold Race én in Luik-Bastenaken-Luik. De laatste renner die al die verschillende eendagsklassiekers en de Tour de France reed, én die bovendien kon winnen? Eddy Merckx.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content