Portret van Girowinnaar Primoz Roglic: als terugvechten belangrijker is dan winnen

Primoz Roglic veroverde in de klimtijdrit in extremis de roze trui. © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Primoz Roglic is dé springveer van het peloton, niet alleen op steile aankomsten, maar ook na elke tegenslag. Telkens als de Sloveen wordt ingedrukt, jumpt hij vroeg of laat weer sterker omhoog. Dat bewees hij nog maar eens in de Giro. Een portret van de eeuwige positivo.

De tranen stonden in zijn ogen toen hij het podium betrad. Eerder had hij, puur uit ongeloof, meermaals zijn handen voor het gezicht gehouden, en zijn ploegmaats een voor een bijna doodgeknuffeld. Waarna nog een innige omhelzing met zijn ontroerde zoontje Lev volgde.

Zou Primoz Roglic ooit zo emotioneel en uitbundig geweest als zaterdagavond, toen hij besefte dat hij in extremis de roze trui had veroverd?

Nochtans had het noodlot in de klimtijdrit wéér toegeslagen, toen zijn ketting plots afliep en hij zo bijna twintig seconden verloor. De hele wielerwereld dacht meteen terug aan die fameuze klimtijdrit op La Planche des Belles Filles, waarin de Sloveen de Tourzege aan zijn landgenoot Tadej Pogacar moest afstaan.

Zou hij nu ook de Giro verliezen door een dom kettingincident?

Nee. Want aangevuurd door zijn vele Sloveense fans langs de weg en voortgestuwd door adrenaline, zette Primoz Roglic ijzig kalm, als een killer, zijn tocht voort. Zo snel dat hij rozetruidrager Geraint Thomas met uiteindelijk 14 seconden van de leidersplaats verdrong.

Waarop Roglic in het interview, als kersvers Girowinnaar, op zijn typische, laconieke manier perfect omschreef met welke mentaliteit hij elke tegenslag omarmt.

‘I dropped the chain, it’s part of it, huh. I didn’t fail at all, I put it back and I started, and I just went.’ 

‘For sure, you don’t want these things to happen, huh. But like I said, I put the chain back on, and restarted.’

Tegenslag direct accepteren. Niet denken aan falen. Gewoon weer opnieuw starten, en ervoor gaan.

Het is de reden waarom hij de tijdrit én de Giro won. Een ronde waarin hij nochtans meerdere keren tegen de vlakte ging, een diepe schaafwonde en een heupblessure opliep, leed onder het regenweer en daardoor nooit zijn beste niveau haalde. Maar geen moment verloor hij zijn glimlach. ‘Je moet overleven. Het is zoals Rocky zegt: het gaat er niet om hoe hard je slaat, maar om hoe hard je geslagen kunt worden’, vertelde Roglic.

Zo bleef de bokser in hem geloven dat hij de Giro toch kon winnen.

En dat deed hij uiteindelijk ook, met een ultieme uppercut.

Om die vechtlust zal Roglic lang na zijn carrière worden herinnerd. Het zal zelfs, meer dan zijn intussen imposante palmares, zijn grootste erfenis worden.

I mean, it’s not in the end about the win, it’s about the people‘, zei de Sloveen in het interview na de finish. Het gaat in de eerste plaats niet om de zege, het gaat om mensen inspireren. ‘Ik ben extreem trots om een jongen te zijn voor wie iedereen supportert, wat het resultaat ook is’, aldus Roglic.

Door steeds weer terug te vechten bij elke tegenslag. Door altijd weer op te veren als hij wordt ingedrukt. En door die boodschap ook uit te dragen.

Primoz Roglic schreeuwt zijn vreugde uit in de roze trui. © Getty

Pintjes uitdelen

Dat doet Roglic nu, na een nieuw succes. Maar dat heeft hij altijd gedaan, ook na diepe ontgoochelingen. Zoals na de achtste rit van Tour 2021, waar Dylan Teuns in Le Grand Bornand na een uitgeregende bergetappe triomfeerde. Na hem degradeerde Tadej Pogacar de concurrentie, de Tour had hij dan al half op zak.

Ruim een halfuur later, als 175e en voorlaatste van de grote bus, bolde Primoz Roglic met pijnlijk gelaat over de finish. Hij werd al vijf dagen lang gekweld door hevige pijn aan zijn staartbeen, waar hij in de derde rit, na een vermeende ‘bodycheck’ van Sonny Colbrelli, op gevallen was. Op weg naar Le Grand Bornand had Roglic al overwogen om op te geven, maar hij zette toch door. ‘Mensen waren me aan het aanmoedigen. Dan kon ik moeilijk in de auto stappen.’

Met pijn in het hart besloot Roglic om de volgende dag niet meer te vertrekken. Zijn gele droom, zijn hoop op revanche na de verloren Tour van 2020, was toch allang vervlogen. Hij reed vervolgens met zijn vrouw Lora, die de Tour in hun campingcar volgde, naar Tignes, de aankomstplaats van de volgende rit. De Sloveen is er thuis, want hij traint er vaak, ook met zijn Jumbo-Vismaploeg. Hij kreeg er een warm onthaal van kennissen en Sloveense supporters.

Primoz Roglic houdt de moed erin na zijn opgave in de Tour van 2021.
Primoz Roglic houdt de moed erin na zijn opgave in de Tour van 2021. © GETTY

Hoewel hij verscheurd werd door ontgoocheling, wilde hij hen bedanken. De dag nadien trakteerde Roglic hen, en alle mensen die langs zijn camper passeerden, op flesjes bier. Hij wilde immers met een ‘plezante herinnering’ de Tour afsluiten. ‘Tenslotte ben ik niet in het ziekenhuis beland. Het had veel erger gekund.’

Na zeven dagen legde hij thuis in Monaco zelfs al een test van anderhalf uur op de tijdritfiets af, met het oog op de olympische weg- en tijdrit in Tokio eind juli. Roglic trapte tijdens die test zijn beste vijfminutenwaarde ooit. Niet helemaal tot verbazing van zijn coach Marc Lamberts, want voor de Tour had zijn poulain al veel op de tijdritfiets getraind.

De vraag was echter: kon hij ook langere trainingen aan? Lamberts plande een dag later een trainingsrit van maximaal zes uur. Kort na de middag stuurde Roglic hem al zijn trainingsfile door: zeven uur en negen minuten, waarin hij 189 kilometer en ruim 4700 hoogtemeters had afgelegd. Vertrekuur: vijf uur ’s morgens! Zo wilde hij zijn lichaam al voorbereiden op het tijdsverschil met Tokio.

Roglic vloog met herwonnen vertrouwen naar Japan. Een urenlange busrit naar de start van de wegwedstrijd deed zijn rugspieren echter geen goed. Al na twintig kilometer stak een felle pijn op. Hij probeerde alles: fietsen met één been, fietsen met zijn voet op het stuur, stretchen, drie keer afstappen. Niets hielp. Huilend van de pijn reed hij toch door. Nog 200 kilometer! Tot de finish. Hij was niet naar Tokio gevlogen om na 20 kilometer op te geven.

Hoewel hij nog als 28e eindigde, op zes minuten van winnaar Richard Carapaz, sloeg de twijfel na de aankomst toe. In de tijdrit kon hij onmogelijk op volle kracht presteren. Roglic zei tegen bondscoach Andrej Hauptman dat hij Pogacar of een andere landgenoot moest laten invallen. Hauptman gaf zijn renner nog wat respijt: nog vier dagen tot de tijdrit.

Veel massages en osteopathie deden inderdaad wonderen. In de chronorace fietste Roglic de tegenstand op een hoopje. De tweede, Tom Dumoulin, was ruim een minuut trager. Voor de Sloveen betekende zijn gouden medaille bijzonder veel. Op het podium maakte hij zich de bedenking dat hij geen olympisch kampioen geworden is in de sport waar hij als kind van droomde en die hij in zijn tienerjaren en als jonge twintiger beoefend heeft, het schansspringen.

Tot decompressie leidde het echter niet. Al de volgende morgen begon hij om zeven uur aan een training van drie uur. De Vuelta stond immers voor de deur. Die zou hij voor de derde keer op zijn naam schrijven, amper twee maanden nadat hij in Tignes, met een geradbraakt lijf, pintjes bier had uitgedeeld. Het staat symbool voor een hele sportcarrière van (letterlijk en figuurlijk) springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan – vele malen opnieuw.

Als jonge schansspringer, tevergeefs dromend van de wereldtop.
Als jonge schansspringer, tevergeefs dromend van de wereldtop. © GETTY

Mijnwerkersmentaliteit

Die onverzettelijkheid erfde Roglic van zijn ouders Polde en Anita, twee hardwerkende mensen. Zijn moeder was tandartsassistente, zijn vader arbeider in een waterzuiveringsinstallatie. Polde werkte eerder in de mijnen, in de voetsporen van zijn en Anita’s vader. ‘Zwaar werk, superheet, de hele dag graven. Ik zal hun sterke gestel en mentaliteit geërfd hebben’, zei zoon Primoz daarover later.

Even veelzeggend is de quote die hij ooit op Instagram postte: ‘Twee dingen bepalen wie je bent: je geduld als je niks hebt en je attitude als je alles hebt.’ Een reminder voor zichzelf dat je nooit mag vergeten waar je ooit begonnen bent. In zijn geval: Strahovlje, een gehucht te midden van de bossen en de heuvels in het hart van Slovenië.

In het nabijgelegen Zagorje, waar de jonge Primoz schoolloopt, kiemt op zijn zevende zijn eerste grote sportieve droom: de beste schansspringer ter wereld worden. Een droom die hij veertien jaar lang zal najagen, tevergeefs. Op zijn zeventiende wordt Roglic in Tarvisio – toevallig ook de startplaats van de laatste tijdrit in de Giro dit jaar – wel vijfde op het WK voor junioren én verovert hij goud met de Sloveense nationale ploeg. Vijf dagen later verliest hij op de beruchte schans van Planica echter zijn balans en smakt hij keihard op de grond. Als een levenloze pop schuift hij tientallen meters verder.

Als bij wonder loopt Roglic alleen een hersenschudding, een neusbreuk en blauwe plekken op. Hoewel hij fysiek volledig herstelt, blijkt er in hem iets gebroken. Hij springt nog vier jaar voort, maar bij de senioren zit er niet meer in dan verre ereplaatsen. Wanneer hij in januari 2011 een knieligament scheurt, besluit hij op zijn 21e definitief te stoppen met schansspringen. De droom om een wereldtopper te worden bleek een utopie.

Tijdens zijn revalidatie raadt zijn arts hem aan om te fietsen. Hoewel hij geen enkele connectie heeft met wielrennen – hij heeft zelfs nooit een koers op tv gezien – is het liefde op het eerste gezicht. Wanneer blijkt dat hij bijzonder hard kan trappen, groeit er een nieuwe droom: profcoureur worden. Ook daar heeft hij alles voor over. Naast een deeltijdse managementstudie aan de unief van Kranj aanvaardt hij zelfs twee jobs om zijn (goedkope) fietsmateriaal te kunnen betalen.

In een ochtendshift, vanaf vier uur, roltrappen in winkelcentra schoonmaken en overdag schoonmaakproducten verkopen, tussen de vele trainingssessies en weinige studie-uren door. Met het verdiende geld kan hij ook het lidmaatschap voor wielerteam Rog-Radenska in Ljubljana op tafel leggen. Toen Roglic daar solliciteerde naar een plaatsje, had sportief directeur Andrej Hauptman, de latere bondscoach, hem eerst weggelachen. ‘Jij, een schansspringer, die renner wil worden? Wees serieus.’

Roglic zal de volgende jaren het ongelijk van Hauptman en andere sceptici bewijzen. Na enkele zeges en podiumplaatsen in Italiaanse Gran Fondo’s wordt hij uiteindelijk prof, bij het Sloveense Adria Mobil. Een avontuur met horten en stoten, want hij moet álles nog leren: van koerstactiek over plassen op de fiets en in waaiers rijden tot etenszakjes aannemen, met vele valpartijen tot gevolg.

Nooit zal hij zijn eerste rittenkoers, de Settimana Coppi e Bartali in 2013, vergeten. Al na twee etappes kan hij, door compleet verzuurde benen, ’s avonds amper de trap af. Roglic houdt vol en zal uiteindelijk als zestigste eindigen, op 25 minuten van Diego Ulissi, Damiano Cunego en Ivan Basso. ‘En dit doen ze in grote rondes dríé weken lang? Hoe ga ik dat ooit kunnen?’, vraagt hij zich af.

Met vrouw Lora en zoontje Lev na de ontgoocheling op La Planche des Belles Filles in 2020.
Met vrouw Lora en zoontje Lev na de ontgoocheling op La Planche des Belles Filles in 2020. © GETTY

Later zal hij zelfs toegeven dat hij misschien nooit in dat koersavontuur gestapt was als hij had geweten hoe hard de sport is. Anderzijds blijkt dat ook een voordeel: hij heeft geen ideaalbeeld van het wielrennen dat kan uiteenspatten. En vooral: hij heeft niets te verliezen. Hij kan alleen proberen zijn droom waar te maken.

Dat lukt door te doen wat hij altijd, van kleins af, heeft gedaan: keihard werken om de beste versie van zichzelf te worden. Het gaat gepaard met tegenslagen en hoongelach over die zonderling uit het schansspringen. Het zij zo. Roglic verliest geen energie en tijd aan meningen van anderen. Hij is alleen gefocust op het geloof dat hij ‘een speciaal iemand’ kan worden in de wielersport. Met naar eigen zeggen een groot pluspunt: hij weet dat hij mentaal niet rap zal breken, welk obstakel er ook op zijn pad opduikt. Al moet hij die eerste jaren als prof leren écht af te zien, om zijn pijngrens alsmaar te verleggen.

Trotser op podiumplek

Het zal de rode draad doorheen Primoz Roglic’ carrière worden: een mokerslag incasseren, maar nog harder terugslaan. Zoals in 2019, wanneer hij na een bijzonder dominant begin in de Giro teruggeslagen wordt door een val en ziekte, en hij ‘pas’ als derde finisht in het eindklassement. Waarop hij zich maniakaal voorbereidt op de Vuelta en die wint, ondanks weer een crash in de ploegentijdrit. Toch zegt Roglic dat hij trotser is op zijn podiumplek in de Giro, omdat hij daar veel dieper is moeten gaan.

Nog straffer: zijn counterpunch een jaar later, in het uitgestelde coronaseizoen 2020. Wanneer hij, na een eerdere val en opgave in de Dauphiné, op La Planche des Belles Filles de gele trui alsnog kwijtraakt aan Tadej Pogacar. Een immense ontgoocheling, die veel renners knock-out zou slaan. Twee weken erna wint Roglic echter al Luik-Bastenaken-Luik, weliswaar door een te vroeg zegegebaar van Julian Alaphilippe. En een maand later schrijft hij zijn tweede Vuelta op zijn naam, minstens evenveel op karakter als door fysieke overmacht, na een fel gevecht met Richard Carapaz in de voorlaatste rit.

Het verhaal van 2021, met de opgave in de Ronde van Frankrijk en de daaropvolgende olympische glorie en derde Vueltazege, hebben we al beschreven. Dat van 2022 is al even symbolisch voor de veerkracht van Roglic. In de kasseirit van de Tour kegelt een losgeraakte strobaal hem omver. Zijn schouder gaat voor de zoveelste keer uit de kom. Hij breekt daarnaast twee ruggenwervels, maar hij ploegt voort.

Hoewel hij vergaat van de pijn, speelt hij een cruciale rol in de putsch van Jumbo-Visma tijdens de etappe naar de Col du Granon. Herhaaldelijke aanvallen met ploegmaat Jonas Vingegaard aan de voet van de Galibier lokken geletruidrager Pogacar uit zijn kot. Zo kan de Deen de achilleshiel van de onoverwinnelijk gewaande Sloveen op de Col du Granon doorboren.

Mike Teunissen steunt zijn kopman na diens val in de 16e rit van de Vuelta vorig jaar.
Mike Teunissen steunt zijn kopman na diens val in de 16e rit van de Vuelta vorig jaar. © GETTY

Roglic komt op ruim elf minuten van Vingegaard als negentiende boven, aan de zijde van ploeggenoot Sepp Kuss. Net voor de finish legt hij met glinsterende ogen zijn arm op de schouder van de Amerikaan, de andere vuist gebald. Blij is hij ook ’s avonds, bij de viering in het hotel. Oprecht geniet hij van het succes van Vingegaard, zijn ‘kleine broer’ over wie hij zich de jaren ervoor heeft ontfermd.

Vier dagen later dwingt zijn blessure hem om de Tour te verlaten. Te laat, vertelt hij later aan Radio Slovenia. ‘Ik maak mezelf altijd wijs: ik ben oké, ik kan racen, maar uiteindelijk moet ik de realiteit aanvaarden. Ik zou vlugger herstellen als ik vlugger zou opgeven.’ Dat pas na de Tour de juiste diagnose werd gesteld (twee gebroken ruggenwervels), heeft daar niet bij geholpen, vertelt hij.

Primoz Roglic verliest geen energie en tijd aan meningen van anderen. Hij is alleen gefocust op het geloof dat hij ‘een speciaal iemand’ kan worden in de wielersport.

Niettemin laat Roglic ook nu zijn hoofd niet hangen. Op Instagram post hij een foto van zichzelf in de zetel, met een boek in de handen, zijn vele schaafwonden bedekt met pleisters en kompressen. ‘Langzaam aan het herstellen, denkend aan de toekomst, geïnspireerd door Kilian Jornet (een bekende Spaanse trailrunner, nvdr) en zijn boek Nothing is Impossible. ’ Gevolgd voor de veelzeggende hashtags #cyclingislife #cestlavie.

Die weerspiegelen perfect Roglic’ mentaliteit: hij leeft voor het wielrennen, maar hij kan ook vlug een tegenslag accepteren en doorspoelen. Of zoals zijn vrouw Lora zegt: ‘Primoz kan even goed winnen als verliezen.’ Toen haar man in 2020 in extremis de Tour aan Tadej Pogacar verloor, moest hij haar troosten, niet andersom. In een interview met Le Dauphiné Libéré zei Roglic twee jaar later zelfs dat zijn herinneringen aan die Tour vooral pósitief zijn. ‘Een unieke ervaring, drie weken lang zo’n sterk team leiden.’

Een positivo in hart en nieren, die ook na zijn opgave in de jongste editie benadrukte dat hij niet in vervloekingen gelooft. Dat nooit de Tour winnen niet het einde van de wereld is. Een c’est la vie-mindset die Roglic eerder had toegelicht in een interview met cyclingnews.com, in november 2021, toen de coronapandemie de wereld in haar greep had. ‘Ik ervaar tegenslagen met de glimlach, zie ze niet als een probleem maar als een uitdaging. What doesn’t kill you, makes you stronger, huh. ’

Na zijn gouden medaille in de tijdrit op de Spelen van Tokio betreedt Roglic het podium met een typische schansspringpose.
Na zijn gouden medaille in de tijdrit op de Spelen van Tokio betreedt Roglic het podium met een typische schansspringpose. © GETTY

De coronapandemie sterkte zelfs de levenswijze van de Sloveen. ‘Wat er nu in de wereld gebeurt, moet ons ertoe aanzetten om meer te genieten, elke dag. Als ik niet zou genieten van koersen, van trainingen, zelfs van de pijn en het afzien, dan zou ik iets anders zoeken dat me plezier schenkt. Ik wil happy zijn, fun hebben. Dat is het belangrijkste.’

Dagboek

Voor Roglic was op zijn 23e profwielrenner worden immers een onvoorstelbare droom, die ook tien jaar later blijft duren. ‘Ik had me nooit durven in te beelden dat ik dit allemaal zou beleven. Ik heb al zoveel mooie wedstrijden gewonnen. Waarom zou ik dan klagen na een nederlaag of een val in de Tour? Een eigenschap van kampioenen is dat ze altijd terugvechten. Zolang je dat doet, je op het beste blijft hopen, dán pas kun je slagen’, legde hij in maart vorig jaar uit in L’Equipe.

Roglic hoopt dan ook dat wielerfans hem later niet alleen zullen herinneren als de toprenner met een uitpuilend palmares, maar nog meer als de renner die altijd is blijven knokken.

Een renner die telkens analyseert waarom iets gebeurd is. Zijn emoties en ervaringen zelfs neerschrijft in een dagboek, iets waarmee hij in zijn periode als schansspringer begon en nooit gestopt is. Zo kan hij letterlijk en figuurlijk vlug de pagina omdraaien – hij leest later nooit wat hij geschreven heeft – en meteen focussen op de volgende dag, de volgende koers.

Het is een continue ontdekkingstocht waarin hij nieuwsgierig blijft. ‘Want als je denkt dat je genoeg hebt geleerd, zal het leven jou een les leren’, aldus Roglic. Hij heeft naar eigen zeggen slechts één doel, meer dan het winnen op zich: zichzelf blijven pushen om zijn best mogelijke niveau te halen. En daarvan vooral blijven genieten. Zoals hij als kind al deed toen hij elke schooldag chronometreerde hoeveel tijd hij nodig had om van de bushalte naar huis te lopen en elke keer zijn record probeerde te verbeteren.

Diepste dal

Het is die mindset die Roglic in staat stelt om uit het diepste dal van zijn carrière te kruipen wanneer hij in 2022 na zijn opgave in de Tour ook uit de Vuelta valt. Met amper twee weken training was hij er aan de start verschenen, waardoor hij pas in de derde week op toerental raakte en zelfs nog een bedreiging voor leider Remco Evenepoel leek te vormen.

Tot het noodlot in Tomares wéér toesloeg, na een botsing met Fred Wright in de sprint. Nooit voorheen hing de Sloveen zó geblutst in de touwen. De zonnebril scheef, het bloed sijpelend langs zijn elleboog. Zich afvragend: waarom wéér ik?

De uppercut te veel, leek het, die ook de dagen na zijn opgave nazinderde, toen hij het even helemaal gehad had. Even – want na een schouderoperatie begin oktober werd de zoveelste tegenslag een zoveelste nieuwe uitdaging. Roglic hervond snel het plezier in het fietsen en sprong weer op zijn mentale, immer veerkrachtige trampoline.

Zeker nadat zijn vrouw Lora hem begin 2023 het allermooiste cadeau schonk: een tweede, gezonde zoon. Waarna hij, vroeger dan oorspronkelijk gepland, in Tirreno-Adriatico en de Ronde van Catalonië zelf slagen uitdeelde aan de concurrentie. En in de Giro d’Italia, waarin hij weer moest afrekenen met valpartijen en zelfs een aflopende ketting in de slottrijdrit, in extremis de roze trui veroverde.

Met de glimlach van een eeuwige, leergierige, perfectionistische, onverzettelijke en strijdbare positivo.

Life is good, huh.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

FICHE PRIMOZ ROGLIC

Geboren: 29.10.1989 in Trbovlje (SVN)

Lengte: 1m77

Gewicht: 65 kg

Teams: Adria Mobil (2013-2015), LottoNL-Jumbo / Jumbo-Visma (2016-2023)

Belangrijkste prestaties:

2017

ritzege in de Tour

2018

eindzege Ronde van Romandië en Ronde van het Baskenland, ritzege in de Tour

2019

eindwinst Tirreno – Adriatico en Ronde van Romandië, 2 ritzeges en 3e in de Giro, 1 ritzege en eindwinst Vuelta

2020

1 ritzege en 2e in de Tour, Luik-

Bastenaken-Luik, 4 ritzeges en eindwinst Vuelta

2021

eindzege Ronde van het Baskenland, olympisch kampioen tijdrijden, 3 ritzeges en eindwinst Vuelta

2022

eindwinst Parijs-Nice en Criterium du Dauphiné

2023

eindwinst Tirreno – Adriatico, Ronde van Catalonië en Giro d’Italia

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content