‘Waarom we moeten inzetten op meerdere paarden om gokschade in te dijken’

© Getty Images
Bram Constandt
Bram Constandt Professor sportmanagement aan de UGent

Voor de Universiteit Van Vlaanderen staat professor Bram Constandt stil bij sportweddenschappen. ‘Gokken totaal verbieden heeft geen zin, maar er zijn voldoende alternatieven om het landschap te hervormen en zo gokschade in te dijken.’

Nu het WK voetbal op gang getrapt is, maakt de gokindustrie zich op voor een laatste grote slag vooraleer het nakende verbod op gokreclame hun promotievleugels kortwiekt. Gestuwd door een bombardement aan gokreclame zorgt elk groot sporttornooi nu nog voor een sterke instroom aan nieuwe gokkers. Zo registreerden 150.000 nieuwe consumenten zich tijdens het vorige WK voetbal in 2018 bij een erkend gokbedrijf in België. Samen zetten 300.000 gokkers toen voor bijna 204 miljoen euro in, wat overeenkomt met gemiddeld 674 euro per consument. Ook het EK voetbal van 2021 zorgde voor een verdriedubbeling van het aantal nieuwe gokkers. Velen onder hen ervaren of etaleren vroeg of laat schadelijk gokgedrag, terwijl inzicht in de risico’s van sportweddenschappen als verslavend kansspel zeer beperkt blijft. Bewustzijnsverhoging is dus erg wenselijk en kan deels door te schetsen hoe gokken zo genormaliseerd is geraakt, maar ook door enkele mythes van de gokindustrie te ontkrachten. Een aantal hervormingen is broodnodig om de zichtbaarheid, bereikbaarheid en sociale aanvaarding van sportweddenschappen te verminderen en zo gokschade in te dijken.

Gokken verbieden heeft geen zin

Laat me meteen met de deur in huis vallen vooraleer iemand me zou willen wegzetten als puritein van wie niets meer mag: sportweddenschappen verbieden is niet nodig en heeft ook geen zin. Gokken op sport is van alle tijden en zal altijd blijven bestaan. De alomtegenwoordigheid en zichtbaarheid van sportweddenschappen en onze maatschappelijke houding zijn de laatste twee decennia evenwel grondig veranderd. Waar sportweddenschappen vroeger een vrij negatief imago hadden en vaak plaatsvonden bij groezelige bookmakers of in donkere achterafzaaltjes, zijn ze sinds de opkomst van het internet uitgegroeid tot een online steeds beschikbaar en eigentijds vrijetijdsproduct.

(Lees verder onder het artikel.)

Met de smartphone heeft iedereen een gokkantoor in de broekzak, waarmee niet alleen op de einduitslag maar evenzeer op bijna elk wedstrijdelement uit die wedstrijd gegokt kan worden. De technologie in de gokapps laat ons niet los en ondersteunt de idee dat je eventuele verliezen snel weer kunt goedmaken met een nieuwe inzet. Onderzoek van de universiteit van Bath leert dat een nieuwe generatie sportfans niet langer kan genieten van sport als ze daar niet zelf bij kunnen inzetten.

Sportweddenschappen zijn vandaag uitermate sociaal aanvaard en worden als normaal, hip, leuk en onschuldig gezien én gepromoot, vaak zonder stil te staan bij de aangetoonde risico’s op gokschade, zoals schulden, werkverlet, relatiebreuken, sociale isolatie, angsten en depressies. De Britse non-profit organisatie ‘Gambling With Lives’ vestigt de aandacht op het feit dat jaarlijks meer dan 400 Britten zichzelf het leven ontnemen door een schijnbaar uitzichtloze gokverslaving. Sportweddenschappen zijn dus geen onschuldig vrijetijdsproduct, maar een verslavingsgevoelig consumptiegoed. Experts waarschuwen voor het weinig zichtbare en gestigmatiseerde karakter van gokverslaving en wijzen op het gebrek aan sociale controle bij online weddenschappen. De gokindustrie stelt dat ze verslaving willen indijken, maar steunt in grote mate op diezelfde verslaving als verdienmodel. In het Verenigd Koninkrijk komt 86% van de gokwinsten van 5% van de consumenten, zo leert een recente studie van de Universiteit van Liverpool.

Gokmythes ontkrachten

De gokindustrie ontwikkelde haar eigen begrippenkader om gokken te promoten. Men heeft het bijvoorbeeld niet over klanten, maar over spelers. Denk aan de gekende leuze ‘van spelers voor spelers’, die doet vermoeden dat iedereen samen meespeelt met een of ander onschuldig gezelschapsspel. Daarnaast legt de gokindustrie de verantwoordelijkheid voor veilig gokgedrag sterk bij de individuele gokkers in plaats van als sector de nodige maatregelen te nemen. Voorbeelden van reclameboodschappen als ‘gok met mate’, ‘ken uw limieten’ en ‘stop op tijd’ zijn legio maar hebben weinig of zelfs pervers effect, net als de zwarte lijst waarop je je als gokker zelf moet registreren.

(Lees verder onder het artikel.)

Dit allesbehalve onschuldig taalgebruik ondersteunt de mythes waarvan de gokmarketing zich zo graag bedient. Misschien wel de sterkst ingeburgerde mythe focust op de illusie van controle en stelt dat je sportkennis financieel kunt verzilveren via sportweddenschappen. Onderzoek toont evenwel aan dat er geen verband is tussen sportkennis en sportgoksucces, wat de gretig gedeelde winstverhalen onder sportvrienden ook mogen doen uitschijnen. Sportweddenschappen zijn en blijven een kansspel. Soms win je, soms verlies je, maar op lange termijn is het vooral de goksector die er rijk van wordt. Een andere mythe is dat we ons moeten focussen op het beschermen van het zogezegd klein aantal gokverslaafden en de rest van de gokkers vooral met rust moeten laten. Die stelling klinkt misschien logisch maar gaat voorbij aan het feit dat door de normalisering van gokken gokschade ondertussen als een olievlek verspreidt en zo de gokverslaafden van morgen creëert. Tal van studies tonen aan dat zeker jongeren een groot risico lopen.

Broodnodige hervormingen

Gokken totaal verbieden heeft geen zin, maar er zijn voldoende alternatieven om het landschap te hervormen en zo gokschade in te dijken. Australisch onderzoek schuift een aantal initiatieven naar voor om de zichtbaarheid, bereikbaarheid en sociale aanvaarding van sportweddenschappen te verminderen. Een verbod op gokreclame en meer regulering van het gokaanbod zouden helpen om gokstimuli en de meest verslavende gokproducten, zoals live gokken op micro-elementen uit een sportwedstrijd, aan banden te leggen. Daarnaast rust er veel potentieel bij het indammen van de grote invloed van de goklobby alsook van de aanwezigheid van gokken in de samenleving.

Zeker sport wordt vaak gebruikt als een ideaal promotievehikel, omdat het sportieve, speelse en gezonde imago van sport zo afstraalt op sportweddenschappen. Een verbod op goksponsoring in de sport zou helpen om die incorrecte imagotransfer te counteren. Tot slot is het inzetten op preventie van belang om bewustwording over de vele gezichten van gokschade te verhogen en het taboe omtrent gokverslaving te doorbreken. Zo is de nieuwe campagne ‘Vergok je sportplezier niet’ van De Druglijn toe te juichen. Kortom, de maatschappelijke inzet is te groot om nog langer af te wachten terwijl er voldoende paarden zijn om op in te zetten om gokschade eindelijk serieus aan te pakken.

Bram Constandt is professor sportmanagement aan de Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van de Universiteit Gent. Zijn onderzoek focust op integriteitsmanagement in de sport en richt zich zo ook op de huidige rol van sport als ideaal promotievehikel voor sportweddenschappen.

Partner Content