Waarom Genk kampioen wordt (of niet)
KRC Genk staat bij het ingaan van de winterstop autoritair aan de leiding. Is dat ook een garantie op een landstitel?
7, 9, 7, 7, 6, 6, 6: de plaatsten die KRC Genk de voorbije zeven seizoenen begin januari bekleedde. Geen enkele keer top vijf dus, al kon het nog slechter: in 2009/10 stonden de Limburgers aan de winterstop zelfs pas tiende. Tot voor deze campagne had het, sinds de invoering van de play-offs, slechts één uitschieter: in 2010/11 ging Genk de winterbreak in met een tweede plaats, na Anderlecht. Waarna het later dat seizoen over paars-wit sprong en zijn voorlopig laatste landstitel behaalde.
De daaropvolgende jaren was het dus telkens veel minder, zeker in het eerste deel van de reguliere competitie, tot januari. De laatste drie seizoenen vielen de Limburgers zelfs uit de top zes. Maar, opvallend: die scheve situatie zetten ze telkens weer gedeeltelijk recht na Nieuwjaar: in 2015/16 en 2016/17 de op één na beste ploeg in de laatste negen competitiematchen (na respectievelijk Club Brugge en Anderlecht), vorig jaar het op twee na beste team (na AA Gent en Standard). In 2016/17 volstond dat niet meer voor een play-off 1-stek (al bereikte Genk toen wel de kwartfinales van de Europa League), in de twee andere seizoenen wel. Genk kon zo nog vierde (2015/16) en vijfde (2017/18) worden in de eindafrekening na play-off 1. Als de mannen van coach Philippe Clement die lijn ook de komende maanden doortrekken, ziet het er goed uit.
Een leidersplaats op 1 januari is echter geen garantie op een landstitel: in de voorbije negen seizoenen, sinds 2009/10, was die slechts in vier gevallen ook goed voor de nummer-1-positie na de play-offs. Vier keer ging het wel om de club die én de herfsttitel veroverde én bovenaan prijkte bij het ingaan van de winterstop (zoals KRC Genk ook dit seizoen): Anderlecht in 2009/10, 2011/12 en 2012/13, en Club Brugge in 2017/18. Telkens sloten zij ook de reguliere competitie af als leider. Alleen Standard kon, in 2013/14, de koppositie na de heenronde, met Nieuwjaar en na 30 speeldagen, niet verzilveren met een landstitel, wegens een remonte van Anderlecht in play-off 1.
De Rouches hadden toen, begin januari, echter ‘slechts’ vier punten voorsprong op hun dichtste achtervolger Anderlecht. KRC Genk heeft nu al zeven punten meer dan nummer twee Club Brugge. Alleen Club (11 punten in 2017/18) en Anderlecht (8 punten in 2012/13) waren ooit, tot aan de winterbreak, nog dominanter. Zij haalden ook een hoger puntenpercentage dan KRC Genk in deze campagne: blauw-zwart pakte vorig seizoen 53 op 63 (84%, het hoogste percentage ooit sinds de invoering van de play-offs), paars-wit 52 op 66 in 2012/13 (79%). De Limburgers sprokkelden tot nu toe 48 op 63 (of 76%), dankzij veertien zeges, slechts één nederlaag en amper negentien tegentreffers – drie clubrecords sinds 2009/10.
Gewonnen spel betekent zo’n grote voorsprong allerminst: Club Brugge hield vorig seizoen van zijn elf punten er na play-off 1 nog slechts drie over op Standard, Anderlecht in 2012/13 van zijn acht punten nog twee op Zulte Waregem. Te wijten aan een stevige terugval na de winterstop: Club was pas de op zeven na beste ploeg in de resterende negen reguliere competitiematchen, en pas vierde in play-off 1, Anderlecht respectievelijk pas het op drie na en op twee na beste team na Nieuwjaar en in play-off 1. KRC Genk, dat al een recordaantal van 36 matchen afwerkte, is dus gewaarschuwd.