Josy Comhair
‘Niet alle makelaars zijn charlatans, mijnheer Coucke’
Josy Comhair, makelaar van onder anderen Rode Duivel Leandro Trossard, schrijft een open brief aan Pro League-voorzitter Marc Coucke en doet zelf een aantal voorstellen om de huidige problematiek rond zijn beroep aan te pakken.
Het fraudeonderzoek in het Belgische voetbal is niet goed voor onze voetbalclubs, voor de vele supporters, voor de eerlijke scheidsrechters. Daar is iedereen het over eens. Eén belangrijke groep wordt echter vaak vergeten. Wij makelaars hebben nu de bonen gegeten. We staan buitenspel. De tsunami aan negatieve berichtgeving is niet te stoppen. Het beroep van voetbalmakelaar is synoniem geworden van kleine gangster, die cadeaus uitdeelt aan journalisten en naïeve jonge spelers uitmelkt. Toch zijn wij voetbalmakelaars meer dan ooit nodig. Reeds jarenlang vertegenwoordig ik voetbalspelers, onder wie al zes jaar Leandro Trossard. Ik heb een aantal voortschrijdende inzichten die ik met u wil delen.
Mijnheer Coucke, ik ken u als een hardwerkende zakenman en voorzitter van Anderlecht. Het stoort me dat u in de hoedanigheid van voorzitter van de Pro League makelaars over één kam scheert alsof we allemaal haaien zijn in een visvijver. U zegt dat ‘niet alle scheidsrechters bedriegers zijn – wat ik goed vind – maar rept met geen woord over de makelaars.
Niet alle makelaars zijn charlatans, mijnheer Coucke
Ik zou graag met u rond de tafel zitten om te praten over een mogelijke oplossing voor de huidige problematiek rond zaakwaarnemers. Transparantie moet er zijn, en inderdaad één visie – daar ben ik het met u eens. Dit is alvast mijn visie:
Verplicht elke makelaar een bvba te hebben, zodat iedereen de jaarrekeningen kan inkijken en natrekken waar het geld vandaan komt. Een open boekhouding zou een plus zijn. Daar pleit u trouwens ook voor.
Zorg dat makelaars een attest voor bedrijfsbeheer op eigen naam te hebben. Dat is openheid. Nu volstaat het om 500 euro te betalen om zaakwaarnemer te worden. Verhoog dat bedrag.
Eis een verklaring van goed gedrag. Is er fraude in het spel, dan moeten de boetes streng zijn. Fraude is schorsing, matchfixing betekent rode kaart.
Een contract tussen speler en makelaar moet beschermd worden zoals nu het geval is voor een contract tussen speler en club. Nu is de speler vaak helemaal niet gebonden aan een contract met zijn makelaar, hij kan dat zomaar opzeggen.
U zegt dat u maximum vier spelers met dezelfde makelaar in een ploeg wilt hebben. Daar ben ik het niet mee eens. Het staat een speler vrij te kiezen met wie hij in zee gaat. Vrijheid om te werken met wie een speler wilt is dus zeer belangrijk.
Een ander aspect is de betaling. U pleit voor maximumpercentages die makelaars zouden krijgen. Nu krijgen we jaarlijks ongeveer zeven procent van het loon van de club, dat is geen vaste regel maar een aanvaard percentage. Ik pleit zelfs voor een hoger percentage. Dat verbaast de publieke opinie misschien maar je moet als zaakwaarnemer al een topspeler hebben, anders draai je als vennootschap met verlies en krijg je toestanden zoals matchfixing en dergelijke meer. Of krijg je verhalen zoals bijkomende commissies die clubs via omwegen aan makelaars geven.
Spelers hebben makelaars nodig, geen enkele speler kan de dag van vandaag op eigen benen staan als hij voor een profclub speelt.
Trouwens, zeven procent lijkt misschien veel. Trek daar de kosten vanaf en je krijgt een heel ander verhaal. Neem nu 70.000 euro als jaarlijkse som die een makelaar krijgt als vergoeding van de club voor zijn diensten. Dat is bruto dus. Dan moet zijn speler al één miljoen euro per jaar verdienen. Met die 70.000 euro moet je dan ons kantoor JC Playermanagement-Sports – die zijn spelers wel goed wil begeleiden – scouts, een secretaresse en begeleiders mee vergoeden. Reken daarbij ook juridische raadgevers, de sociale media die je moet onderhouden enzovoort.
Spelers begeleiden volgens de regels van de kunst kost geld en nog meer tijd, mijnheer Coucke. En niet alle spelers zijn trending in de transfermarkt en brengen op. Dat vergeet u soms. Meer nog: spelers hebben makelaars nodig, geen enkele speler kan de dag van vandaag op eigen benen staan als hij voor een profclub speelt.
Komen we aan een ander belangrijk punt: waarom kan een speler de makelaar niet zelf betalen zoals in het wielrennen? Dan zeg ik u: dat gaat niet. Ten eerste: in het voetbal is het verdienmodel de transfers tussen de clubs, anders dan bijvoorbeeld in het wielrennen. Een makelaar – noem het een arbeidsbemiddelaar – werkt voor een speler die werknemer is van een club. De makelaar werkt dus ook voor de club, die ons dus betaalt. Indien niet de club, maar wel de speler de makelaar betaalt, dan zouden er nog veel meer transfers zijn en zou er helemaal geen rem meer zijn op de transfermarkt. Want waarom zou een makelaar dan nog geneigd zijn om een speler bij een bepaalde club te houden? Op naar een volgende club dan, de speler betaalt.
Wij zullen het etentje deze keer betalen en iedereen mag het bonnetje zien
Kortom, mijnheer Coucke: u moet niet alleen met de minister van Sociale Zaken Maggie De Block en een expertenpanel van onder meer oud-politici rond de tafel zitten maar ook met de mensen die tussen de voetballers leven, wij dus.
Wij zullen het etentje deze keer betalen en iedereen mag het bonnetje zien.
Graag tot binnenkort.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier