De aanvoerder van het Duitse elftal heeft problemen met de politieke situatie in Oekraïne.
Hoewel Duitsland zijn drie poulewedstrijden in Oekraïne speelt – twee in Lviv en een in Charkov – is Philipp Lahm (29) niet te spreken over de politieke situatie in het land.
“Dit is niet mijn idee van democratie, mensenrechten, individuele of persvrijheid. Hoe het regime hier Joelia Timosjenko behandelt, heeft ook al niets te maken met mijn opvatting van een democratie.”
Sterker nog: mocht Duitsland op 1 juli de finale van het EK in Kiev spelen, dan zou Lahm geen hand geven aan Oekraïens president Viktor Janoekovitsj, zo vertrouwde hij het Duitse blad Der Spiegel toe. “Of ik zou er toch eens serieus over moeten nadenken.”
Andere tijden
Het politiek bewustzijn van Lahm is vrij revolutionair te noemen. Toen er op het WK ’78 in Argentinië aan Berti Vogts, de toenmalige kapitein van de Mannschaft, gevraagd werd wat hij van de vele verdwijningen tijdens de Argentijnse dictatuur vond, antwoordde hij dat hij nog “geen enkele gevangene gezien had”.
“Dat waren andere tijden”, neemt Lahm de verdediging van zijn landgenoot op. “Wij hebben veel meer informatie nu.”
Brief van de voorzitter
En inderdaad, elk lid van de 23-koppige selectie van bondscoach Joachim Löw kreeg een brief van bondsvoorzitter Wolfgang Niederbach, waarin werd uitgelegd wat er op politiek vlak gebeurd is in Oekraïne.
Lahm is ervan overtuigd dat door het EK de druk op de Oekraïense regering opgevoerd zal worden. “Sport en politiek kan je niet scheiden”, zegt hij. “Onze selectie staat voor waarden zoals verdraagzaamheid, rechtvaardigheid en integratie. Dat bewezen we al op de WK’s in 2006 en in 2010.” (SVH)
