Benson Manuel: ‘Antwerp is warmer geworden, alles is eenvoudiger dan enkele jaren geleden’

Martin Grimberghs Medewerker van Sport/Voetbalmagazine

De 24-jarige aanvaller is terug aan de oppervlakte gekomen bij Antwerp. Sport/Voetbalmagazine zocht Benson Manuel op. Een voorsmaakje over coach Priske en de periode onder Laszlo Bölöni.

Er was een periode waarin we dachten dat je nooit zou doorbreken bij een Belgische topclub. De eerste vier maanden van dit seizoen heb je de criticasters de mond gesnoerd. Waarom nu, waarom pas op je 24e?

Benson Manuel: ‘De komst van Brian Priske als trainer heeft alles veranderd voor mij. Bij z’n aanstelling heeft hij me onmiddellijk gecontacteerd om me te overtuigen bij Antwerp te blijven. Hij legde me uit dat hij me vorig jaar gevolgd had toen ik uitgeleend werd en in Nederland voetbalde ( bij PEC Zwolle, van januari tot juni, nvdr) en dat het hem beviel wat hij van mij zag. Hij zei me dat, als ik zou presteren zoals ik dat vorig seizoen tegen Ajax en PSV deed, ik een belangrijke speler kon worden voor zijn ploeg. Vanaf ons eerste gesprek heeft hij al zijn energie en zijn vertrouwen op mij overgebracht. Dat is het moment waarop het voor mij allemaal begonnen is.’

Net wanneer Ivan Leko vetrok bij Antwerp, deed jij dat ook. Was dat omdat Frank Vercauteren niet meer op jou rekende?

Manuel: ‘Ik vond het nogal vaag. Hij zei me dat ik niet in zijn plannen paste, maar hij voegde eraan toe dat als ik vertrok, ze een vervanger nodig hadden. Ik leidde daaruit af dat ik geen prioriteit was voor Vercauteren en koos ervoor om mijn kans te wagen in Nederland. Ik beschouwde dat niet zozeer als toegeven dat ik gefaald had, maar ik had zo’n situatie al meegemaakt onder Bölöni en had geen zin om weer in hetzelfde straatje te belanden. Ik wilde spelen. Twaalf kilometer in een bos lopen om de coach tevreden te stellen, dat vond ik niet erg. Dat deed ik een jaar lang onder Bölöni. Ik werkte keihard, vocht en deed wat van me gevraagd werd. Mij aanpassen is nooit een probleem geweest. Maar toen Vercauteren kwam, had ik toch nood aan iets anders.’

Onafhankelijk van de trainerswissels, veranderde ook de entourage van de club deze zomer. Heeft het vertrek van Luciano D’Onofrio en zijn medewerkers veel veranderd?

Manuel: ‘Absoluut. Toen ik hier toekwam, in de zomer van 2019, was dit echt een andere club. Antwerp is warmer, hartelijker geworden. Alles is eenvoudiger, de mensen zijn gemoedelijker en relaxter. Dat komt ook wel doordat we nu met een jongere groep zitten. Als je op je 22e bij een club terechtkomt waar de trainer luistert naar de naam László Bölöni, de sportief directeur Luciano D’Onofrio heet en je ploegmaats onder meer Mirallas, Defour, Refaelov, Bolat en Mbokani zijn, dan is het niet onlogisch dat je wat geïntimideerd raakt.

‘Dat gold des te meer voor mij omdat ik toen een moeilijke periode meemaakte. Ik had niet het gevoel dat ik echt open met iemand kon praten in die groep, omdat het mij leek alsof ik niet het recht had om te twijfelen. Al die mannen die ik opsomde, gaven alleszins de indruk daar geen last van te hebben. Dat was ook wel normaal, want ze hadden allemaal al zoveel meegemaakt. Twee en een half jaar later zijn de zaken wel veranderd. Ook al omdat de club nu werkt met een mental coach, maar vooral omdat ik zelf beter omga met de omstandigheden dan toen.’

Lees het volledige interview met de Antwerpspeler deze week in Sport/Voetbalmagazine of in onze Plus-zone.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content