Balaban: ‘Tien jaar geen titel? Zeer frustrerend voor de fans van Club’

© BELGA

Sport/Voetbalmagazine trok naar Kroatië om er Bosko Balaban op te zoeken. De spits blikt terug op zijn succesperiode bij Club Brugge, waar hij titel en beker won.

Bosko Balaban (36) stopte in 2012, na een avontuur in de Maleisische competitie, met profvoetbal. Tegenwoordig werkt de Kroaat als spelersmakelaar. Naast golf speelt hij tennis en occasioneel voetbalt hij nog wat. Balaban: “Soms denk ik: ik herbegin, zoek nog een ploeg. Het zal nog gaan, maak ik mezelf wijs. Maar dan speel ik een keer en doet mijn knie pijn. Eigenlijk zou ik een artroscopie moeten ondergaan, om eens naar mijn meniscus te laten kijken.”

In Sport/Voetbalmagazine blikt hij terug op zijn periode bij Club Brugge, van 2004 tot 2007, waarin Club zijn laatste titel (2005) en beker (2007) mocht vieren. “Een mooie tijd. In tien jaar wonnen ze amper wat, in mijn periode van drie seizoenen pakten we beker, titel en bereikten we nog een keer de bekerfinale.”

Bekerwinst

“De finale die we wonnen, herinner ik me heel goed. Onlangs hebben we er nog over gepraat, met Olivier Renard. Hij stond toen in doel bij Standard. Ik zorgde voor de assist, Manasseh Ishiaku scoorde. Standard had fantastische spelers: Conceição, Witsel, Fellaini, Defour, Jovanovic, Dante,… Preud’homme was trainer. Maar wij wonnen”, lacht Balaban.

Wat was de sterkte van Club Brugge toen? “De groep. We beleefden een moeilijk seizoen, ik geloof dat we dat jaar pas zesde eindigden. Te veel trainerswissels: Emilio Ferrera, Cedomir Janevski,… Als je zoveel van coach wisselt, is het moeilijk. Dat er al tien jaar geen titel meer werd gewonnen, moet zeer frustrerend voor de fans zijn. Niet normaal. De politiek van de club moet wat veranderen. (nieuwsgierig) Stroomt er nu al wat meer jeugd door? Dat is goed, in mijn periode was dat flauwtjes.”

Niet één ruzie

Hij bewaart goede herinneringen aan de samenwerking met Trond Sollied. Balaban: “Hij wist wat hij wou. Ik kwam van Aston Villa, was overal spits geweest, maar hij zei: “Ik speel met één spits, en dat is Rune Lange. Gert Verheyen staat rechts en jij links. Ik zei: ‘Allez, komaan, wat kan ik op links? Ik ben rechtsvoetig. Toen was zijn antwoord: ‘Jij staat op links, anders mag je naar de match kijken vanop de tribune.’ (lacht)

“Ik had het snel begrepen. Trond was een goeie trainer, omdat hij veel duidelijkheid gaf. En naast het veld was hij easy. No rules. Je moet als speler maar zelf weten wat je moet eten en drinken. Een trainer moet niet de moeder of de vrouw van de speler willen zijn. Voetballers worden goed betaald, ze moeten hun eigen leven onder controle houden. Als dat al niet kan, hoe moet het dan met hun voetbal? Hoe kunnen ze dan op een veld de juiste beslissing nemen? In Brugge had ik daar weinig problemen mee. We woonden in Varsenare. En het nachtleven in Brugge, geef toe, dat stelt niet veel voor. Ze noemden me problematisch, maar geloof me, binnen de ploeg heb ik voor niet één ruzie gezorgd.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content