Wie geregeld op de Bosuil komt, hoorde al dat hun namen werden afroepen. Antwerp eert zijn legends, zijn oud-spelers. Wat denken zij van het succes van de Great Old?
Omdat je een roemrijk verleden moet koesteren, riep Antwerp een paar jaar terug het concept van de Legends in het leven. Oud-spelers werden af en toe uitgenodigd om langs te komen voor een wedstrijd of een vergadering. Omdat de ene legend een grotere staat van verdienste heeft dan de andere, werd er binnen dat clubje een speciale categorie opgericht: de Diamond Legends. Horen bij die diamanten: zij die 200 wedstrijden of meer voor de A-ploeg speelden, of die met de Great Old bekerwinnaar werden, landskampioen of op Wembley de finale van ECII betwistten.
Spijtig dat in het verleden geen nieuw stadion gezet is.’ Rudi Taeymans
Heel wat van hen wonen geregeld de thuismatchen bij. In het begin van de week kunnen ze per e-mail een gratis duoticket aanvragen, dat een paar dagen later in hun mailbox belandt. De club reserveert voor hen dan plaatsen in vak 316 in T1 en op de derde verdieping van die nieuwe tribune hebben ze tijdens de rust en na de match hun eigen tafel, waar ze wat kunnen drinken. ‘En zagen over de match’, lacht Rudi Taeymans, tegenwoordig stouwer in de haven, maar als voetballer speelde hij 360 matchen voor Antwerp en werd bekerwinnaar én finalist op Wembley. Wij waren nieuwsgierig naar hoe zij het seizoen van de Great Old evalueren en trokken daarom naar Blok 316.
Daar zit haast elke wedstrijd Cisse Severeyns, nog een held van Wembley, want doelpuntenmaker in de finale. Eind augustus stelde een krant hem voor een dilemma: Europees door naar de groepsfase, of gegarandeerd POI. Cisse koos voor het tweede: ‘Ik dacht: geen Europees is minder belasting, en dan kan Antwerp misschien profiteren van de punten die Club, Genk, Standard en Gent laten liggen. Neem daarbij de veranderingen bij Anderlecht en ik hoopte op voordeel in het klassement rond deze periode. Dat werd het dus niet. Het kantelmoment was de winst tegen Brugge, waarna opnieuw een heel goeie periode volgde, mét nu ook de bekeruitschakeling van Genk.’
Ook geregeld, en graag, op de enthousiaste Bosuil, waar ze zo mogelijk nog gekker zijn dan voorheen: René Desaeyere, lid van het team dat in de jaren zeventig twee keer vicekampioen werd. ‘Het blijft inderdaad wat met hoogtes en laagtes, maar in veel gevallen zijn ze, vooral thuis, vrij sterk, vind ik. Het is niet allemaal zeer mooi, maar wat is dat: mooi voetbal? Ik denk dat ze slimmer zijn geworden. Eén of twee spelers erbij, kan een verschil maken. Ze hebben er nu eentje bij achteraan, Wesley Hoedt. De laatste weken is die buitencategorie. Ze kunnen inmiddels na alle transfers wel wat opvangen en mensen laten rusten. In mijn ogen gaan ze ver geraken.’
Ook Taeymans, ex-verdediger, kan de Nederlander appreciëren. ‘Hij is een beetje traag gestart, maar nu is hij zeer goed bezig. Ergens normaal, hoe meer je speelt, hoe beter je je positie gaat houden en hoe meer je je collega’s kan helpen. Ritchie De Laet heeft het karakter van een speler van vroeger, die zich altijd smijt. Ze moeten alleen opletten, vind ik, als ze te veel aanvallen, dat ze die flanken niet open gooien. Aurélio Buta is vaak mee naar voren, dan bestaat het gevaar dat ze in zijn rug opduiken. Maar Dino Arslanagic en Hoedt lossen dat goed op. De sterkte van Antwerp is voor mij dat László Bölöni van al die mensen met hun individuele kwaliteiten een ploeg heeft gemaakt, waarin de individuen niet op het gemakske apart laten zien wat ze kunnen, maar er samen voor vechten.’
Ratko Svilar pendelt tussen Lissabon, waar zijn zoon voetbalt, en Antwerpen. ‘Ze voetballen in mijn ogen zéér goed’, zegt hij over de ploeg. ‘Volwassen, resultaatgericht. Beter dat dan te gaan voor goed voetbal en verliezen. De hele ploeg is fysiek heel sterk, met veel grote jongens. Als je fysiek in orde bent, ben je dat ook mentaal. Wie snel vermoeid raakt, kan niet meer goed anticiperen.’
Bölöni
Opvallend is dat iedereen de coach looft. Svilar: ‘Goeie persoonlijkheid, veel ervaring. Dat hij onder vuur lag… Incredible. ‘ Desaeyere: ‘Bölöni heeft met deze mannen een hele weg afgelegd. Toen hij begon in 1A had hij volgens mij geen goeie ploeg.’ Severeyns: ‘Zeg gerust een slechte.’ Desaeyere: ‘Maar hij heeft die mannen keihard laten werken zodat hun fysieke conditie zeer sterk werd. De kritiek die hij kreeg, vind ik totaal onterecht. Dat er eens een terugval komt, maken alle ploegen mee en om daar de man op af te rekenen. Wel serieus blijven, hé! Die mens heeft hard gewerkt.’ Taeymans: ‘Helemaal akkoord. Ik snap niet dat er discussie is, als je ziet waar ze vandaan komen. Eerste jaar net POI gemist, tweede jaar wel POI en nu weer top. Ik denk dat het voor hem niet makkelijk is, met al die karakters, maar dat hij het fantastisch doet.’
Paul Degenaers werkte twintig jaar op Antwerp en maakte een en ander mee qua ontslagen. Ook hij kan het werk van de Roemeen appreciëren, maar nuanceert: ‘Het is zijn derde jaar, dan is de houdbaarheidsdatum van een coach stilaan in zicht, hoe goed die man ook heeft gewerkt. Hem ter discussie stellen vond ik onbegrijpelijk, maar zo marcheert het wereldje nu eenmaal.’ Severeyns: ‘Net voor Brugge heb ik gezegd: het zou jammer zijn, mocht Bölöni Antwerp moeten verlaten. Het enige wat je hem een beetje kunt verwijten, is dat bij momenten het spektakel niet echt aanwezig was, wat met de kern die zij hebben wel zou kunnen, maar het resultaat evenmin. Dat is door die recente serie weer goed gemaakt en dan kan je hem weinig verwijten. Hij werkt nog wel volgens het concept resultaten te halen met mensen die voor de ploeg willen werken. Dat doen mannen als Lior Refaelov, Ivo Rodrigues, of Didier Lamkel Zé ook. De enige die zich een klein beetje meer mag veroorloven, is de spits.’
De discussie rond Bölöni vind ik onbegrijpelijk.’ Paul Degenaers
Mbokani
Daarmee komen we bij God, die aan sterke play-offs een uitstekend najaar breide. Severeyns: ‘Ik had niet gedacht dat hij dit zou kunnen herhalen, maar hij deed het, over een langere periode. Hij scoort makkelijk en is aanwezig, toch in de match. ( lacht) Op training weet ik het niet zo, maar als je scoort, kun je alles aanvaarden.’ Degenaers: ‘De beste spits die ze ooit op Antwerp hadden, met alle respect voor jongens als Darko Pivaljevic of Hans-Peter Lehnhoff of al die andere goeie. Vorig seizoen vond ik hem ook al goed, maar nu steekt hij er nóg meer bovenuit.’
Ratko Svilar vindt hem dé Gouden Schoen: ‘ Always great, als hij in België speelt, is hij altijd de Gouden Schoen voor mij. Je hebt geen betere, al lang niet meer. Al tien jaar lang bewijst hij dat, overal. Ik vergelijk hem met die van Chelsea indertijd, Didier Drogba. Een sleutelspeler voor Antwerp. Big value… In de grote matchen loopt hij zijn meters, in de andere is het soms wat minder.’ Taeymans: ‘Altijd bereikbaar, scoren, balletje bij houden, assists, verdedigend kopt hij in de eerste zone ook veel weg. Heel veel vrije trappen in België, niet alleen bij Antwerp, belanden bij de eerste paal en daar kan Mbokani enorm goed mee weg. Hij is al 34 maar nog altijd top, niet normaal.’ Desaeyere: ‘Ik zou niet weten hoe wij een goal moeten maken zonder hem. Dat is een heel gevaarlijke situatie voor de ploeg, het is te hopen dat hij nooit geblesseerd raakt. Dan gaan ze toch moeten toveren, denk ik.’
Severeyns: ‘Kandidaat Gouden Schoen? Ja. Wordt hij het? Ik denk het niet, Hans Vanaken steekt er in de Belgische competitie toch een beetje boven uit. Hij zou opnieuw een logische winnaar zijn, gezien het jaar van Brugge en de straatlengte die ze voor staan. Maar dat Mbokani in de top drie gaat komen, die kans bestaat wel. Voor mij is hij de revelatie, samen met Lamkel Zé. Iedereen wijst naar hem voor de Europese uitschakeling, maar ik denk dat Mbokani zich daar evenveel heeft te verwijten. Toevallig de twee mannen waar wel eens wat problemen mee zijn, maar gezond gestoord mogen ze van mij zijn.’
Ambitie
Wat is in hun ogen het plafond van de club dit seizoen?
Svilar: ‘Kampioen. Try! Club Brugge heeft geen betere spelers dan Antwerp, noch een betere trainer. En zeker geen beter publiek. Dat van Antwerpen is het beste van het land.’
Severeyns: ‘Ik denk dat Brugge het gaat halen, mijn hoop ligt bij een plaats in de top drie.’
Desaeyere: ‘Brugge heeft meer matchwinnaars, bij Antwerp hangt te veel af van Mbokani en ooit gaat die wat minder scoren. Maar áls ze POI spelen… Pas op voor Genk, dat zit goed in mekaar zag ik tijdens de bekerwedstrijd, het heeft daar met Hannes Wolf niet lang geduurd voor de boel op orde stond. Antwerp gaat voor de tweede en derde plaats nog moeten strijden met Standard, Charleroi en ook Gent. Maar als je elk jaar bij de top zes kan zijn is dat al reuze.’
Degenaers: ‘De vorige goeie periode is begonnen met winst in de beker, het zou heel plezant zijn mocht dat nog eens terugkomen. Meedoen voor de titel is nu nog een beetje moeilijk, dat zag je toen het wat minder ging. Naar mijn gevoel komt het nog wel, binnen dit en een paar jaar, als dat stadion af is, want ik denk niet dat Paul Gheysens dat gaat bouwen om mee te spelen voor de vijfde, zesde plaats.’
Taeymans: ‘Spijtig dat het in het verleden nooit is gelukt om een nieuw stadion te zetten. Hadden ze dit in 1987 gezet, zoals ze van plan waren, dan hadden we nooit het verval van Antwerp gekend. Antwerp kan zeker kampioen worden, maar nu zal dat nog iets te vroeg zijn, denk ik ook. Daarvoor moet de club en vooral de ploeg nog iets meer naar mekaar toe groeien. Meer eenheid op het veld. Alle grote namen moeten hun probleemkes individueel achterwege laten en in één richting kijken. En dan moet het nog wel eens kunnen, want die titel uit 1957, dat is wel al héél lang geleden.’
