De Franse clubs zijn Europees uitgepraat.
Dat Marseille uit de UEFA Cup werd geknikkerd door Zenit Sint-Petersburg stemt tot nadenken. Voor de vijfde keer in acht jaar zit er immers geen enkele Franse club meer bij de laatste acht van een van de twee Europese toernooien.
De Franse media probeerden oplossingen naar voren te brengen. Sommigen hadden onverholen kritiek op de aanpak van een team als Bordeaux, dat de UEFA Cup bijna moedwillig door de vingers liet glippen om zich op de competitie te concentreren. “Welk nut heeft het om een heel seizoen de strijd aan te gaan om een Europees ticket, als men dan op het Europese toneel zijn kansen niet voluit verdedigd?”, klonk de niet onlogische vraag. Volgens sportkrant L’Equipe zou er op Europees niveau een controleorganisme moeten komen zoals de Franse DNCG ( Direction nationale de contrôle de ges-tion). Een grondige controle van de financiën door zo’n organisme en de eraan verbonden sportieve sancties zouden kunnen verhinderen dat bepaalde clubs, zoals Chelsea, zich ongestraft almaar dieper in de schulden steken.
Zelfs op politiek niveau krijgt de Europese terugval aandacht: staatssecretaris voor Sport Bernard Laporte bestelde bij zijn collega Eric Besson, verantwoordelijk voor toekomstprojecten, immers een studie naar de concurrentiekracht van het Franse profvoetbal.
Ondertussen gaan ook stemmen op om de Franse competitie te hervormen. Zo zou een terugkeer naar een hoogste klasse met achttien ploegen (in plaats van twintig) ruimte kunnen vrijmaken op de overvolle kalender. Nochtans is het niet in de Ligue 1 dat het grootste aantal internationals speelt, zodat de Franse competitie eigenlijk minder dan andere te lijden heeft onder het grote aantal wedstrijden.
L’Equipe toonde voorts aan dat de Franse clubs terughoudend staan tegenover buitenlands geld, volgens hen te vaak van verdachte oorsprong. Die terughoudendheid kan echter een rem zetten op de verdere ontwikkeling van de competitie. Anderzijds kan men natuurlijk terecht opwerpen dat het de clubs siert dat ze hun deur niet wagenwijd openzetten voor steenrijke figuren van verdacht allooi.
Tot slot halen de media ook de onvoldoende professionele scouting door de mangel. “Spelers die holderdebolder worden aangetrokken, zijn zelden succesvol en dienen enkel om de kassa van de makelaars te spijzen.” Dit laatste argument gaat zeker ook op voor de Belgische competitie.
Rio Mavuba, de middenvelder van Rijsel wordt door L’Equipe bestempeld als de beste transfer van de afgelopen winterstop. Hij gaat twee spelers van Lens vooraf: verdediger Nadir Belhadj en aanvaller Loïc Remy. Als grootste tegenvaller noemt de Franse sportkrant Souza, die de overstap maakte naar PSG.
Julien Sable, de vroegere aanvoerder van Saint-Etienne die nu voor Lens op het middenveld speelt, werd door France Football dan weer aangeduid als flop van het seizoen. In zijn spoor volgen Kader Keita (Lyon), die in de laatste drie wedstrijden nochtans twee keer raak trof, Patrick Kluivert (Rijsel), Boudewijn Zenden (Marseille) en Sylvain Wiltord (Rennes).
Lyonverdediger Anthony Reveillère moest de hele week harde kritiek aanhoren als gevolg van zijn moorddadige tackle op Wendel, de Braziliaanse middenvelder van Bordeaux. Zijn zware overtreding leverde hem overigens niet eens de rode kaart op.
Justine Henin gaf de aftrap voor de wedstrijd Monaco-Lyon.
Claude Puel deed heel wat stof opwaaien met het zinnetje dat zijn club in staat was om te winnen met één enkele spits. Het was een antwoord op de kritiek die de aanvallers Nicolas Fauvergue en Kevin Mirallas hadden op de te behoudende aanpak van Rijsel. Tegen Lens (1-2-overwinning) en Caen (5-0-zege) was het alvast Mirallas die de positie van diepe spits mocht bekleden.
Rod Fanni, de verdediger van Rennes, brak zijn rechterenkel en mist de rest van het seizoen.
Caen won in 2008 nog altijd niet. Van de 41 tegendoelpunten die het dit seizoen al moest slikken, vielen er 21 sinds Nieuwjaar. De ploeg telt de tweede slechtste verdediging van de Franse eerste klasse.
STéPHANE VANDE VELDE