Belg Luca Brecel wint WK snooker: ‘Er mag wel wat show bij’

© Belga
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Hij was negen toen hij voor het eerst een keu vasthield. Negentien jaar later pot Luca Brecel de ballen er vlotter in dan ooit. Gisteren won de Belg het wereldkampioenschap snooker.

Knack had vorig jaar een gesprek met Brecel, net toen de kentering was ingezet.  Brecel had net de Scottish Open gewonnen van meervoudig wereldkampioen John Higgins. De laatste zwarte bal potte hij zonder te kijken.

@worldsnookertour

Luca Brecel is too cold 🥶 #fyp #foryou #snooker #pool #nolook

♬ –
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Luca Brecel: ‘Een ingeving van het moment. Het gebeurde voor ik het besefte. ( lacht) Gelukkig ging hij erin. Een filmpje van dat shot ontplofte op het internet. World Snooker heeft een account op TikTok. Die blinde final black werd 14 miljoen keer bekeken. Het belangrijkste is dat je wint, maar zodra de match binnen is, mag er wel wat show bij. Ik hou ervan het publiek te entertainen.’

Snooker en darts zijn de twee sporten waarin ondernemer Barry Hearn de plak zwaait. In darts wordt meer show verkocht. Wereldkampioen Peter Wright draagt een hanenkam en bonte kostuums. Waarom niet in snooker?

Brecel: ‘Voor mij mag het. De etiquette in snooker heeft haar charme, maar af en toe zou het iets losser mogen. Darts is bijzonder aantrekkelijk. Als je die feestende biertafels ziet op tv, denk je: daar wil ik bij zijn. De spelers zoeken contact met het publiek en je ziet wie elkaar mag en wie niet. Ik ben grote fan. Ik zie ieder toernooi en speel elke dag.’

Bent u goed?

Brecel: ‘Ik gooi toch geregeld een 180. Dan kun je iets, maar ‘goed’ zou ik mezelf niet noemen. Ik weet vanuit mijn eigen sport dat het iets anders is om één keer sterk te gooien dan een match te winnen voor publiek.’

Na uw winst op de Scottish Open bedankte u uitgebreid uw familie.

Brecel: ‘Die speech kwam er spontaan uit. Je zit op dat moment op een ander niveau van bewustzijn, ik heb de beelden moeten herbekijken om te weten wat ik allemaal uitgekraamd heb. ( lacht) Aan mijn ouders dank ik alles, ik ben blij dat ik hen in het zonnetje kon zetten. Ik was amper elf toen ze ons huis verbouwden om plaats te maken voor een snookertafel.’

Voor hetzelfde geld had u een half jaar later een andere hobby.

Brecel: ‘Ik kan, achteraf bekeken, amper vatten dat ze dat risico namen. Er waren toen veel minder toernooien dan nu, er was dus ook minder prijzengeld. Alleen een wereldtopper kon leven van snooker. Toch twijfelde mijn pa niet. ‘Als je iets wilt bereiken, moet je er vol voor gaan’, zei hij.’

‘Ik was negen toen ik voor het eerst een keu vasthield, ik kon amper over de tafel kijken. Niet dat ik er meteen goed in was, maar het had iets verslavends en ik maakte snel progressie. De kick om volwassenen hun mond te laten openvallen: welke negenjarige zou het níét geweldig vinden? We zijn negentien jaar verder en ik vind het nog even geweldig.’

Ronnie O’Sullivan sprak eerder over een ‘wissel van de wacht.’ Volgens hem zullen ‘de dertigers en veertigers het niveau van jonge geweldenaars zoals Brecel niet kunnen volgen.’

Brecel: ‘Ik zou willen dat hij gelijk had. Maar Ronnie en John Higgins (beiden 47 jaar, nvdr) zullen nog lang aan de top spelen.’

Waarin staan O’Sullivan en Higgins verder?

Brecel: ‘Regelmaat. Er zijn honderd snookerspelers die hun niveau kunnen halen, maar niet match na match.’

Er wordt al lang gezegd dat de Chinezen vroeg of laat het snooker zullen domineren, maar dat is tot nu toe niet uitgekomen.

Brecel: ‘Ik heb die voorspellingen nooit gesnapt. Er zijn veel Chinese profs, maar China telt maar een viertal echte toppers. De anderen zijn goed, maar niet uitzonderlijk.’

U lijdt aan hyperventilatie. Hoe hebt u dat onder controle gekregen?

Brecel: ‘Dat is een lange lijdensweg geweest. Ik ging naar de psycholoog en nam pillen, maar het hielp allemaal weinig. Eigenlijk ben ik er op pure wilskracht vanaf geraakt. Ik ben letterlijk voor de spiegel gaan staan en heb mezelf beloofd dat het gedaan moest zijn. Hyperventilatie is paniek die zich overzet op je ademhaling. Je voelt emoties die je niet onder controle hebt. Een deel van de oplossing is aanvaarden dat niet alles onder controle te krijgen is. En dat het geen zoden aan de dijk zet om je zorgen te maken. Wat ik ook voel, ik accepteer het. Soms komt het weer op, maar ik weet nu wat het is en dat ik het kan overwinnen.’

Wie last heeft van hyperventilatie, moet stress of spanning vermijden. Moeilijk voor een snookerspeler.

Brecel: ‘Ja, maar je kunt wel proberen om het je minder van de wijs te laten brengen. Niet elke gemiste bal is een ramp en je hoeft je niet ellendig te voelen als je een keer verliest. Vandaag heb ik het gevoel dat ik het onder controle heb, maar als ik terugkijk op de laatste seizoenen, dan presteerde ik enkel in periodes waarin ik minder hyperventileerde. Want dan voelde ik me vrij. Hyperventilatie beheerste mijn leven. Ik wilde mij vóór alles weer gezond voelen. Snooker kwam op de tweede plaats.’

‘Ik heb een of twee keer in een interview iets gezegd over hyperventilatie, en nu word ik er bijna dagelijks over aangesproken. Heel veel mensen kampen ermee. Ik heb geluk gehad. Er zijn er die er een leven lang in blijven hangen.’

Waarom hebt u er vroeger nooit over gepraat? Het verklaart mede waarom het sportief soms minder liep.

Brecel: ‘Als je niet presteert, klinkt alles als een goedkoop excuus. Ik had ook het idee dat ik het, door het hardop te zeggen, alleen maar gewichtiger zou maken. Hoewel het echt een probleem was, ik verloor er belangrijke matchen door. Op het WK van 2017 stond ik na de eerste sessie 7-1 voor tegen Marco Fu. De volgende ochtend kreeg ik veel last. Ik zei tegen mijn pa dat het nog heel moeilijk zou worden, wat je met zo’n voorsprong niet zou verwachten. Fu won met 10-9.’

Waarom was uw verlies op het WK één jaar later, tegen Ricky Walden, een keerpunt?

Brecel: ‘Ik bakte er niks van tegen Walden en om een of andere reden werd ik daar juist die dag erg ongelukkig van. Ik had het gevoel dat ik mijn topniveau niet haalde en dat mijn carrière nergens heenging. Ik had mezelf teleurgesteld, het moest anders. Voordien waren er dagen dat ik geen zin had om te trainen en dat dus ook niet deed, maar sinds dat WK is dat voorbij. Ik sta elke dag aan de snookertafel. En met plezier, het is geen karwei.’

‘Er is een tijd geweest dat ik tevreden was met een plek in de top 30. Je leidt een mooi leven, en maakt je niet te moe. Maar om echt het beste uit mezelf te halen, moest ik ambitieuzer worden.’

Bent u meer gaan trainen of minder? Bij concentratiesporten is het de trend om minder te trainen, om scherp te blijven voor de match zelf.

Brecel: ‘Dat herken ik. Veel snookerspelers trainen zich kapot, maar presteren niet wanneer het telt. Ik wil elke dag aan tafel staan, maar daarom niet per se veel uren kloppen, want dan bot je af. Ik ben zo’n zes uur per dag bezig met mijn sport, maar dat gaat niet alleen om snookeren. Er is ook conditietraining bij, lopen vooral. Ik voel het verschil. Ik slaap veel beter en heb meer energie.’

‘Snooker is geen fysieke sport, maar dag in, dag uit aan die tafel staan is wel belastend, onderschat dat niet. Ik werk nu hard aan mijn schouder, een fysiek probleem dat al een tijd aansleept. Mijn schouder wordt geregeld stijf, wat lastig is bij het mikken. Mogelijk sta ik licht uit balans wanneer ik verre shots neem.’

Of het is stress. Er krijgen wel meer mensen een stijve nek of schouder wanneer ze onder stress staan.

Brecel: ‘Dat zou zeker kunnen. Ik heb er in ieder geval meer last van wanneer ik vermoeid ben, of lange tijd onder druk sta. Een betere conditie zou sowieso moeten helpen. Een snookerspeler staat er alleen voor. Je beslist wanneer je traint of uit je bed komt. Die vrijheid is een tweesnijdend zwaard. Je doet je zin, maar het gevaar is dat je het overzicht verliest.’

Na de winst op de Scottish Open zei u blij te zijn dat u ‘niet langer de stempel van eeuwig talent hoefde te dragen’. Wat woog het zwaarst: de verwachtingen van de buitenwereld of die van uzelf?

Brecel: ‘Overal waar ik kwam, spraken mensen me erover aan: ‘Waarom win je niet, Luca?’ ‘Wat is er mis?’ Er hing een soort negativiteit rond mij, maar die is opgetrokken. Ik ging er niet onder gebukt, maar er is wel wat druk van me af gevallen.’

‘Dat de buitenwereld het te min vond, was onterecht. Vaak verloor ik met 4-3 van Trump of Selby, die dan later het toernooi wonnen. Ik heb nooit aan mezelf getwijfeld, maar het is niet makkelijk om jezelf te blijven oppeppen als je telkens de beloning mist.’

U bent van nature een aanvaller. In wedstrijden lijkt u te vechten tegen uw eigen temperament.

Brecel: ‘Ik heb me voorgenomen om niks meer weg te geven. Dat is een mentale opoffering die je niet moet onderschatten. Je ziet kleine kansen, maar je neemt ze niet, om de ander niet te laten profiteren. Ik heb me daar echt toe moeten dwingen. Maar het levert op.’

Iedereen die ooit een keu heeft vastgehouden weet hoezeer snooker kan frustreren. Soms gaat zelfs de makkelijkste bal er niet in.

Brecel: ‘Mij moet je het niet zeggen. ( lacht) Als je kunt accepteren dat missen menselijk is, sta je al een stap verder. Zet het uit je hoofd en kijk naar het volgende shot. Er zijn dagen waarop dat moeilijker gaat, er zijn dagen waarop ik alles kan relativeren. Ook dat is menselijk.’

‘Van een gelukt shot kan een bom geld afhangen, maar tijdens de match denk ik daar nooit aan. Het besef komt pas na de laatste bal. Ik ervaar meer druk door sportieve ambitie dan door de centen. Je wilt dat toernooi winnen, hè. Je wilt die beker, die zo mooi staat te blinken in een hoek van de zaal.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content