Zaterdag start in Sheffield de grootste snookershow ter wereld. Decor: het Crucible Theatre. De Crucible is het centre court van het snooker. Het is een Elysium voor zij die snooker tot kunst kunnen verheffen. Het gebouw, of beter gezegd de locatie, heeft een bijzondere plaats in de sportgeschiedenis van Sheffield. Niet alleen is het sinds 1977 thuishaven van het wereldkampioenschap snooker, maar op dezelfde plek stond tot 1969 het Adelphi Hotel. En laat dat de locatie zijn waar voetbalclubs Sheffield Wednesday én Sheffield United werden opgericht. Sporthistorische grond dus.
Enkele jaren geleden was ik tijdens een voetbalreis een dag in Sheffield. Het was een plensdag. Grauw en grijs, zoals het de staalstad van weleer die Sheffield is betaamt. Mijn etmaal in de stad bestond uit een kort bezoek aan Hillsborough, het stadion van Wednesday, en een wedstrijdbezoek aan Bramall Lane, de thuishaven van United. Voor een visite aan de Crucible was spijtig genoeg geen tijd. Maar ooit kom ik er weer, ditmaal om snooker te zien.
Kijken naar deze monomanie doet u op de BBC. Snooker wordt er gekruid met scherpziende explicaties van voormalige kampioenen als Stephen Hendry, Steve Davis, DennisTaylor en John ‘Where’s the cue ball going?’ Virgo. Eurosport is een goed alternatief. De BBC stopt sommige sessies immers achter de rode knop.
Favorieten? Neen. Favoriet? Eén. Ronnie O’Sullivan. Ronnie is de ster. Hij is een genie. Voor Ronnie is de keu geen werkinstrument, het is het verlengde van zijn arm en brein. Ronnie is de schrijver die nooit met een writer’s block lijkt te kampen. Wie Ronnie O’Sullivan snooker ziet spelen – want spelen is het – is getuige van een natuurlijke flow van kunstige pennenvruchten. Ronnie is zo goed dat jaloezie bij tegenstanders om het hoekje kan komen loeren. Toch is dat niet het geval. Ronnie is immers ook mens, want hij is een beetje gek. Om de haverklap wil hij ophouden met wat hij doet en ligt hij met zichzelf in de knoop. Dan is Ronnie gauw verveeld en snookermoe. In 2013 speelde hij in de aanloop naar het wereldkampioenschap één wedstrijd. In Sheffield kwam Ronnie vervolgens zijn titel verdedigen. Hij opende het toernooi en sloot het als wereldkampioen af, voor de vijfde keer. Simpel.
Ik kan Ronnie wel begrijpen, want zo’n WK en snookerbestaan is een mentale beproeving. Snooker is immers een eindeloze strafschoppenreeks, waarbij missers genadeloos worden afgestraft en de veroordeling bestaat uit een schijnbaar eeuwigdurende stilstand in de spelersfauteuil. De Australische schrijver Clive James vergeleek snooker met schaken: ‘Whoever called snooker “chess with balls” was rude, butright.’ Joe Davis, vijftienvoudig wereldkampioen, beschreef het spelletje ooit als ‘a game of simple shots played to perfection‘. Perfectie. Het hoge woord is eruit. Die constante hang naar perfectie leidt vroeg of laat tot mentale droogte. En toch is het snookerspelers’ kismet. Immers, enkel met een perfecte stoot laat de pocket zich bezwangeren.
Al uw reacties en sportgerelateerde zoekertjes zijn welkom
bij Sport/Voetbalmagazine, Raketstraat 50 bus 5, 1130 Brussel of via e-mail : sportmagazine@roularta.be.
De redactie behoudt zich het recht voor teksten in te korten of te
weigeren. De schrijver moet zijn naam en woonplaats vermelden.
Sven Vantomme, Heestert