TIEN JAAR NA HET BANKROET TIMMERT EENDRACHT AALST GESTAAG AAN DE WEG TERUG. NIEUWSTE STAP IS HET AFGOOIEN VAN DE NAAM VC EENDRACHT AALST 2002. VOORZITTER FRANK DE ROOSE LEGT UIT WAAROM DE TOEKOMST VAN DE AJUINEN IN HET VERLEDEN BEGINT.
Frank De Roose: “De naam VC Eendracht Aalst 2002 heeft nooit goed gelegen bij de aanhang. Voor ons verwees hij naar onze donkerste periode, die rond het faillissement tien jaar geleden. Vandaar de vraag bij iedereen met een hart voor Aalst om terug te grijpen naar onze klassieke naam, Sportclub (of SC) Eendracht Aalst, die verbonden is met onze gloriejaren. In tweede instantie moet de K van Koninklijke ook weer voor onze naam verschijnen. Die aanvraag loopt nu nog, maar daar kan nog een jaar of twee overheen gaan. Voor een club met veel historie betekent dat toch een stuk herwonnen fierheid.”
Race tegen de klok
Belangrijker is de financiële situatie, die al jaren precair is. Komt de licentie voor volgend jaar er?
“We zijn vorige week voor de licentiecommissie verschenen. Bij aanvang van het seizoen was er een tekort van 300.000 euro. Dat is bijna volledig weggewerkt, dus we zitten op schema voor ons herstelplan. Op alle vragen van de commissie konden we positief antwoorden, behalve op die om ons borg te stellen wat de schulden aan alle leveranciers betreft. Het is nu even een race tegen de klok om dat in orde te brengen, maar we doen er alles aan. Woensdag ( 4 april, nvdr) komt er uitsluitsel. Als dat in orde komt, moeten we in de eerste plaats proberen om de financiële put te dempen en zo snel mogelijk gezond te worden. Dat wordt sowieso een werk van lange adem. Laat ons niet te hoog van de toren blazen en vooral aan overleven denken.”
Een ander probleem is het Pierre Cornelisstadion, waar de tand des tijds zich laat voelen.
“Ons stadion is inderdaad verouderd, dat moge duidelijk zijn. We hebben het geluk dat er momenteel een goede verstandhouding is met de stad en dat zij willen bijspringen om de nodige aanpassingen uit te voeren. Vorig jaar waren er herstellingswerken aan de staantribune, maar die waren miniem, met het oog op andere plannen.”
Er komt een nieuwe tribune in de plaats?
“Dat heb ik niet gezegd. ( lacht) Een nieuw stadion is voorlopig een utopie, dus ziet het ernaar uit dat we de komende jaren in het Pierre Cornelisstadion blijven. Hoe lang precies, dat zal in grote mate van de stad afhangen.”
Gunter Thiebaut van FC Dender riep enkele weken geleden in dit blad op tot een fusie in de Denderstreek. Hebt u daar oren naar?
“Dat is een thema dat al heel lang leeft, maar onze supporters zijn er fel tegen gekant. Van onze kant is er dus helemaal geen vraag naar. Nu niet, en waarschijnlijk nooit.”
Uit de oude doos
Sportief is dit jaar alleszins een meevaller, met een vrij zorgeloos seizoen in de subtop.
“Onze enige ambitie was om te overleven in tweede. Dat is wonderwel gelukt, zeker gezien alle commotie in het bestuur tijdens het eerste deel van het seizoen. Alle lof voor onze coach Bart Van Renterghem, die er weer in geslaagd is om een goed collectief te smeden. Af en toe was er zelfs eens een match uit de oude doos, met op en naast het veld volop sfeer. Voor die matchen doe je het. ”
Er waren dit seizoen veertien spelers einde contract. Dat is wel erg veel.
“Uiteraard is dat een heel ongelukkige situatie en een direct gevolg van de onzekerheid binnen het bestuur. Onze nieuwe sportief manager Luc Van Hauwermeiren is nu volop bezig met de gesprekken en het ziet ernaar uit dat we volgend jaar toch een volwaardige groep zullen hebben. Dat laat ons toe om nog even de kat uit de boom te kijken en naast versterking in de breedte enkele bepalende spelers te zoeken. Een spits zal daar zeker bij zijn. Bedoeling is ook om meer eigen jeugdspelers bij de kern te halen.”
De succesvolle voorlinie Depoitre en Moreels lijkt intussen op weg naar Oostende, net als middenvelder Niels De Schutter.
“Waar ze precies heen gaan, moet ik ook in de pers vernemen, maar het staat wel vast dat ze vertrekken. We hebben hen een mooi aanbod gedaan, maar dan binnen onze budgettaire beperkingen. Daar moeten we ons nu eenmaal aan houden. Als ze elders een beter aanbod krijgen, is het logisch dat de wegen scheiden. Vandaar ook dat we onze grootste belofte Jens Podevijn tijdens de winterstop naar Willem II hebben laten vertrekken. Voor hem een heel mooie kans, die we hem niet konden onthouden.”
Er komen vooral jonge spelers in de plaats, met onder anderen Mike Smet van Beerschot en Tjendo De Cuyper van Club Brugge. Een bewuste strategie?
“Inderdaad, in de stille hoop dat ze zich goed ontwikkelen en eventueel voor een meerprijs weer kunnen vertrekken. We proberen die jongens duidelijk te maken dat ze hier veel speeltijd zullen krijgen en elke week voor een trouwe, fanatieke aanhang mogen spelen. Komt wel bij dat die ook heel kritisch kan zijn – als het slecht is, zul je het zeker horen. Zoiets kan jongeren maken of kraken. Daarom is het heel belangrijk dat onze kapitein Predrag Filipovic er nog een jaartje bij doet, hij kan de jongeren uit de wind zetten met al zijn ervaring. Hij kent het huis en het is goed mogelijk dat hij ook na zijn spelerscarrière bij de club blijft. Predrag is intussen een echte Olsjteneer geworden.”
Een tijdje geleden werd bekend dat Jan Boskamp Aalst zou bijstaan in de zoektocht naar nieuw talent. Welke rol vervult hij bij de transfers?
“Boskamp heeft op zich geen enkele functie binnen onze club. De verantwoordelijkheid blijft volledig bij onze sportieve cel. Hij heeft een puur adviserende rol en kan ons eventueel wijzen op bepaalde spelers. Dan is het aan ons om te kijken of we er iets mee doen. Verder dan dat gaat het niet. Zie het meer als een vriendendienst.”
Dromen van meer
Met de kritische aanhang heeft u als voorzitter ook al te maken gehad. Voelt u zich al door iedereen aanvaard?
“Op dit moment is dat nog niet het geval. Ik begrijp de ongerustheid van de supporters. Er is in het recente verleden heel veel gebeurd rond de club, zeker niet altijd in positieve zin. Ik hoop iedereen te overtuigen door mijn beleid en wil ook de communicatie met de supporters verbeteren, onder andere door hen een zitje te geven binnen de algemene vergadering. Het is een feit dat het binnen deze club al jaren onrustig was en ik wilde mij engageren om daar verandering in te brengen. Sinds ik op 17 december voorzitter ben geworden, is de organisatie totaal vernieuwd en zijn er een paar mensen bedankt voor bewezen diensten. Uiteraard brengt dat wat onrust teweeg, maar het is noodzakelijk voor ons hoofddoel: een gezonde club. Zodra we zover zijn, mogen we beginnen te dromen van meer, eerste klasse dus. Maar dat is een project van minstens vijf jaar.”
Bent u er zeker van dat u dan zelf nog op de voorzittersstoel zult zitten?
“Dat hoop ik toch. Het wordt echt hoog tijd voor stabiliteit binnen de club. Maar er zijn vorig jaar vier voorzitters de revue gepasseerd, dus op deze stoel zit je nooit veilig.”
U slaapt nog goed?
( lacht) “Tot hiertoe nog wel.”
DOOR JENS D’HONDT
“Een fusie met Dender is zo goed als uitgesloten.”
“Predrag Filipovic is intussen een echte Olsjteneer geworden.”