In navolging van Franz Beckenbauer, Gerd Müller en Lothar Matthäus moeten de troonopvolgers Lukas Podolski en Bastian Schweinsteiger Duitsland volgend jaar wereldkampioen maken.

Begin juni vorig jaar, net voor aanvang van het EK in Portugal, had toenmalig bondscoach Rudi Völler beslist om de jonge talenten Lukas Podolski en Bastian Schweinsteiger aan de 21-koppige selectie toe te voegen. De meer serieuze Duitse media reageerden bijzonder sceptisch. Of, zoals ze het zelf graag omschreven, realistisch. De Süddeutsche Zeitung vond dat er nogal veel rumoer werd gemaakt voor twee 19-jarigen die nog geen interland hadden gespeeld : “Podolski en Schweinsteiger gelden als opvulling, hun tijd moet nog komen na het EK.”

Maar daar wilden de boulevardkranten, met het populaire Bild-Zeitung op kop, niks van weten. In grote letters smeekten ze Völler om Prinz Poldi op te stellen in de oefeninterland tegen Hongarije : “Podolski, kom erin en toon wat je allemaal kan.” En zo geschiedde. Daardoor werd de spits op Uwe Seeler (17) en Olaf Thon (18) na de jongste Duitse international ooit. Deze jongen moet de redder worden van de veelal onmachtige aanval, oordelen de Duitse voetballiefhebbers, want Kevin Kuranyi, Miroslav Klose en Gerald Asamoah kunnen de (hoog gestelde) verwachtingen niet inlossen.

Door zijn speloverzicht, snelheid en opportunisme voor doel wordt Podolski gezien als een fenomeen. Op 22 november 2003 debuteerde hij onder Marcel Koller bij Keulen in het thuisduel tegen Hamburg. Het duel eindigde op 0-1, maar de fans hadden een nieuwe publiekslieveling ontdekt. Prinz Poldi overtrof alle verwachtingen door tien keer te scoren in amper negentien competitieduels, maar de jonge god kon niet verhinderen dat zijn ploeg degradeerde naar de tweede Bundesliga.

Podolski, die werd geboren in Polen maar op tweejarige leeftijd naar Bergheim – in de buurt van Keulen – verhuisde, wou echter zijn favoriete club niet in de steek laten. Hij beloofde een snelle terugkeer naar de Bundesliga en hield afgelopen seizoen woord : onder leiding van de Nederlander Huub Stevens speelden dieGeissböcke kampioen, terwijl Podolski zich met 24 doelpunten (inclusief 5 strafschoppen) tot topschutter kroonde. Hij had ook de primeur om als enige tweedeklasser telkens te worden geselecteerd door bondscoach Jürgen Klinsmann. Podolski is afkomstig uit een sportief milieu : zijn vader Waldemar voetbalde in Polen op hoog niveau bij eersteklasser Knurow, terwijl zijn moeder Christina het tot handbalinternational schopte.

Op het veld mag hij een aartsgevaarlijke aanvaller zijn, daarbuiten is Podolski een goede verdediger. Hij oogt bijzonder schuchter en hij is voor de Duitse sensatiepers niet altijd een dankbaar onderwerp omdat hij dikwijls interviews afslaat, de media schuwt en liefst alleen maar over zijn grote passie, voetbal, wil praten. Zijn standaardantwoord luidt : “De bal moet in het doel terechtkomen. De manier waarop dat gebeurt, maakt echt niet uit.”

Podolski is een buitenbeentje in het hedendaagse voetbal, want vooralsnog krijgt clubliefde de voorrang op het grote geld van Europese topclubs en internationale sponsors. Adidas verkoos het rastalent als enige Duitse voetballer voor zijn wereldcampagne aan de zijde van kleppers als Alessandro del Piero en David Trezeguet. Peter Brown, de chef-scout van Manchester United, volgde afgelopen seizoen heel aandachtig zijn verrichtingen, zeker nadat Huub Stevens volgende uitspraak deed : ” Poldi is even goed als de jonge Johan Cruijff, even snel als Ryan Giggs en minstens even getalenteerd als Wayne Rooney.”

Ondanks de interesse van Bayern München, dat hem wil inlijven als opvolger voor Roy Makaay en al een officieel bod uitbracht, zal Podolski zijn lopende contract tot 2007 uitdienen.

Oud-bondscoach Jupp Derwal, die in 1980 Europees kampioen werd, vergelijkt Podolski door zijn scherpte voor doel nu al met Gerd Müller. Ex-speler en tv-analist Günter Netzer durft hem een lichtpunt in de duisternis van het Duitse voetbal te noemen. Het zijn superlatieven die tellen, maar door de oud-international tegenwoordig ook worden gebruikt om Bastian Schweinsteiger te typeren. Een veelzijdig inzetbare middenvelder, met een groot loopvermogen, die vaak uitpakt met dodelijke steekpasses en uitblinkt door zijn creatieve spel. Jammer genoeg worden die kwaliteiten niet altijd naar waarde geschat door Felix Magath, die Basti bij Bayern München afgelopen seizoen nog geen vaste basisplaats gaf. Dit in tegenstelling tot bondscoach Jürgen Klinsmann, die Schweinsteiger steevast posteert aan de zijde van aanvoerder en leider Michael Ballack.

Tijdens de Confederations Cup bloeide Bastian Schweinsteiger volledig open. Een groot verschil met het begin van het seizoen, toen Schweinsteiger door Magath, na een meniscusoperatie, tijdelijk naar de amateurs werd verwezen. Te weinig regelmaat en te veel risico’s in zijn spel, zo luidde het pijnlijke oordeel. Maar Schweinsteiger hield zich vast aan zijn levensmotto : “Je mag het geloof in eigen kunnen nooit verliezen.” Op training keek hij veel naar Mehmet Scholl, zijn grote voorbeeld, die hem de boodschap gaf na een mislukte dribbel de moed niet te verliezen en verder te kämpfen.

Schweinsteiger, die zichzelf graag omschrijft als een vriendelijke en stipte jongeman, is iemand zonder veel kapsones. Hij dweept met Franz Beckenbauer, Zinédine Zidane, Gerd Müller, Oliver Kahn en Diego Maradona en stak er in de jeugd van Bayern München bovenuit. De lefgozer, die graag eens drie dagen een Formule-1-rijder zou zijn, werd in 2001 en 2002 algemeen Duits kampioen bij de junioren en werd toen verkozen tot beste speler. Zijn palmares wordt verder opgesmukt met de dubbel in 2003 en 2005.

Het volgende doel is : titularis worden bij de Beierse grootmacht en met Duitsland volgende zomer wereldkampioen worden in eigen land. Het kan zijn populariteit alleen maar vergroten, want vorig seizoen eindigde hij in het referendum bij de fans op de tweede plaats, na topschutter Roy Makaay. “Waanzinnig leuk. Dit geeft me veel vertrouwen om volgend seizoen nog beter te doen”, verkondigde Schweini op zijn persoonlijke website.

door Frédéric Vanheule

‘Podolski is even snel als Ryan Giggs en minstens even getalenteerd als Wayne Rooney.’ (Huub Stevens)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content