Geen enkele andere trainer oogt zo zelfverzekerd als José Mourinho (42), de markante succes- coach van Chelsea. ‘Ik begeleid spelers in het accepteren van mijn gelijk.’
Chelsea-eigenaar Roman Abramovich weet in juni 2004 precies wat hij van zijn nieuwe trainer José Mourinho kan verwachten. De adviseurs van de Russische miljonair hebben hem het beeld geschetst van een uiterst gedreven perfectionist, die de uitstraling heeft van een winnaar en zelden twijfelt aan zijn visie. De erelijst van de Portugees oogt bovendien indrukwekkend. Daarop staan onder meer twee landstitels en twee Europese bekers met FC Porto, maar Abramovich is nog het meest verguld met Mourinho’s werkwijze. Zijn methode bestaat eruit een ijzersterk team te smeden, waarin zelfs de absolute sterspeler niet meer is dan een radertje in de machine.
Vanaf de competitiestart in augustus 2004 groeit de selectie inderdaad uit tot een eenheid, die na een wat moeizame start steeds beter begint te voetballen. Zelfs de meest kritische volgers van Mourinho moeten in de loop van het seizoen erkennen dat het bijzonder knap is hoe de trainer het legertje vedetten aan zijn discipline heeft onderworpen. Het voortdurende geschuif van de trainer met zijn spitsen zorgt af en toe voor onrust, maar nooit kan die de opmars van Chelsea bedreigen. Vooral steunend op een ijzersterke defensie en de Tsjechische doelman Petr Cech marcheert de club simpel naar de verlangde landstitel. En ook dit seizoen lijkt geen enkele andere club Chelsea te kunnen weerhouden van een nieuw kampioenschap.
De vernedering
Voor de kenners in Portugal is het succes geen verrassing. En ook de trainer zélf zal gezien zijn karakter graag verklaren dat het allemaal precies zo gaat als hij vooraf heeft bedacht. Het mislopen van de Champions Leaguefinale vormde een tegenvaller, maar in zijn zorgvuldig opgestelde planning voor dit seizoen staat beschreven hoe die ‘fout’ wordt hersteld. Mourinho’s manier van werken bestaat eruit dat hij zich zeer gedetailleerd voorbereidt op elke dag, elke wedstrijd en elke training. Hij houdt nauwgezet schema’s bij, weet perfect waarmee hij op elk moment bezig is en vooral met welk doel. Hij schreef hiervoor zelfs een boek (zie kader).
De zoon van voormalig Portugees international Félix Mourinho bezit zijn gedrevenheid al twintig jaar. De passie komt voort uit de ultieme vernedering die Mourinho volgens de overlevering in 1982 moet ondergaan. Als jonge verdediger van Rio Ave mag hij tijdens een wedstrijd invallen van zijn vader Félix, tevens de trainer. Maar tot een invalbeurt komt het niet. Het verhaal wil dat de voorzitter van Rio Ave onmiddellijk dreigt de twee Mourinho’s te ontslaan als de jongste ook maar één minuut op het veld staat.
De coach van Chelsea geeft in 2004 een andere verklaring voor zijn prestatiedrang. Aan The Guardian vertelt hij : “Mijn vader was een topspeler en ik droomde ervan net zo beroemd te worden als hij. Ik wilde een grote zijn in het voetbal, daar putte ik mijn motivatie uit. Ik voelde dat ik het als speler niet zou redden, maar beschikte over de kwaliteiten om het als trainer wél te maken. Ik wilde alles doen om een goede trainer te worden.”
Mourinho gaat lichamelijke opvoeding studeren en werkt vanaf 1990 als fitnesstrainer voor achtereenvolgens Vitória Setúbal en Estrela Amadora. Hij maakt er indruk. Zijn aanpak is vernieuwend, want waar de meeste clubs hun spelers een simpele bosloop laten afwerken zitten de trainingen van Mourinho boordevol variatie. Door het werk van zijn vader en het lezen van verschillende boeken over trainingsmethodieken raakt hij steeds meer bezeten van zijn vak.
De leermeesters
Als Mourinho in augustus 1992 in dienst treedt bij Sporting Lissabon, begint zijn trainersloopbaan pas echt. De topclub uit de hoofdstad is op zoek naar een Engels- sprekende assistent voor Bobby Robson, de nieuwe trainer. Voor Mourinho gaat een wereld open. “Robson was niet geïnteresseerd in studeren en het systematisch plannen van trainingen”, zal de topcoach later verklaren. “Dat werk liet hij aan mij over. Robson is de man van het veld, van het directe contact met zijn spelers. Ik kreeg daardoor veel vrijheid om mijn ideeën over trainingen en het prepareren van spelers uit te testen in de praktijk.”
Robson en Mourinho schelen dertig jaar in leeftijd, maar ontwikkelen een zeer goede verstandhouding. Ze maken in 1993 samen de overstap naar FC Porto en als Robson in 1996 naar FC Barcelona verhuist, volgt Mourinho zijn leermeester opnieuw. In de Catalaanse hoofdstad zorgt Mourinho voor verwondering bij de journalisten, door als vertaler van Robson geen moment van zijn zijde te wijken en tijdens trainingen soms zijn eigen weg te gaan. “Robson was een aanvallende trainer”, zal hij in 2004 terugkijken. “Tijdens de trainingen hield hij zich soms vooral bezig met het afwerken op doel. Ik probeerde op zulke momenten met andere spelers aandacht te besteden aan de organisatie op het veld.”
In 1997 raakt Mourinho zijn vrijheid kwijt. Zijn nieuwe baas heet Louis van Gaal, die graag zélf de regie bepaalt. Toch deert het de Portugees niet. In 2003 keek Mourinho terug op zijn tijd met de huidige AZ-coach, die duurde tot 2000. “Onder Van Gaal kon ik een half uur voor de training arriveren in het stadion, zonder na te hoeven denken over wat ik moest doen. Alles was al bepaald. Ik wist tot in detail wat het doel was van bepaalde oefeningen en hoe we die oefeningen moesten uitvoeren. Ik zag daar al snel de grote voordelen van in. Mijn taak was bepaalde trainingen te geven en die namen snel in kwaliteit toe. Onder Robson was ik nooit aan dergelijk veldwerk toegekomen. Wat ik vooral leerde, en dat was zeer waardevol, was het omgaan met sterren. Je moet ze het nut van bepaalde zaken of maatregelen laten aanvoelen, en ze stap voor stap overtuigen van jouw gelijk. Ik begeleidde ze in het accepteren van mijn gelijk. Simpelweg door ze te laten meedenken en de spelers soms opzettelijk fouten te laten maken.”
Benfica (2000/01)
Zijn tumultueuze periode in dienst van Benfica zal Mourinho nooit vergeten. De club heeft al na vier speelronden haar Duitse trainer Jupp Heynckes ontslagen, waarop voorzitter João Vale e Azevedo half september Mourinho binnenhaalt als diens opvolger. Maar die krijgt vanwege naderende presidentsverkiezingen binnen de club slechts een contract voor zes maanden, terwijl hij hoort dat er de komende tijd geen geld is om te investeren. “Ik kwam na één dag al tot de conclusie dat mijn spelersgroep een bijeengeraapt zootje was”, zal Mourinho later terugkijken. “Het waren jongens zonder ambitie, gewend om te verliezen en ze maakten zich er niet druk om. Alleen Fernando Meira, Carlos Marchena, Robert Enke en Pierre van Hooijdonk waren klaar om te spelen voor een ‘echt’ Benfica.”
Mourinho krijgt geen tijd om te wennen. Vanaf zijn eerste dag als hoofdtrainer moet hij een ingedutte spelersgroep weer aan het voetballen krijgen, terwijl in de pers commentaren verschijnen over zijn incompetentie. Iemand zonder ervaring als hoofdtrainer kan Benfica nooit redden, luidt de teneur. Hoe Mourinho toch razendsnel kon slagen in zijn missie, legde hij zelf uit. “Ik gaf mijn spelers de garantie dat ik alles voor ze zou geven. Ze zouden de kans krijgen zich te verbeteren. Wie dat niet wilde, viel af. Ik wil alleen maar werken met spelers die ik blindelings kan vertrouwen. Ook wilde ik openheid. Bij Benfica was het gebruikelijk dat spelers en trainers soms via de pers communiceerden. Dat mocht niet meer gebeuren. Ik was hard, maar rechtvaardig. Het werkte, onder meer doordat ik succes had met mijn grondige analyses van de tegenstander. Geloof het of niet, maar Benfica had geen professioneel scoutingapparaat. Ik moest alles zelf doen. Maar daar leerde ik van.”
Ook door andere trucjes brengt Mourinho de spirit terug. Zo laat hij talentvolle spelers van het B-team meetrainen met het eerste, vooral jongens die agressie tonen en maar al te graag een basisplaats willen afdwingen. Het trainen zonder scheenbeschermers, wat onder Heynckes gebruikelijk was, behoort direct tot het verleden. Toch houdt Mourinho het slechts negen wedstrijden vol. Voorzitter Vale e Azevedo verliest de verkiezingen, waarop in de daaropvolgende periode blijkt dat de nieuwe sterke man, Manuel Vilarinho, met zijn bestuur absoluut niet met Mourinho overweg kan. Het bestuur saboteert in de ogen van Mourinho zijn werk, terwijl de trainer op het laatst zijn voorzitter chanteert om een contractverlenging af te dwingen. “Ja, het was chantage”, zal Mourinho later beamen. ‘Ik schermde met een andere club en vertelde dat ik zou vertrekken als ik geen nieuw contract kreeg. In werkelijkheid was er geen belangstelling.”
União de Leiria (2001/02)
In april 2001 is Mourinho nog steeds werkloos, als hij tot zijn grote verbazing verneemt dat União de Leiria belangstelling voor hem heeft. De provincieclub presteert ver boven verwachting en bevindt zich onder trainer Manuel José zelfs in de subtop. Mourinho vraagt zich af waarom de club van trainer wil wisselen, maar het antwoord volgt snel. Manuel José voldoet niet aan het nieuwe trainersprofiel. Terwijl Mourinho wél de man lijkt die de nieuwe koers van de club kan vormgeven. Met jonge enthousiaste spelers mag Mourinho proberen het succes van de uiteindelijke vijfde plaats te bevestigen, zonder al te veel druk.
De trainer en voorzitter João Bartolomeu bereiken een akkoord. Maar als de voorbereiding op het nieuwe seizoen eenmaal bezig is, kent Bartolomeu onmiddellijk twijfels. Mourinho traint alsof hij nog steeds bij een topclub werkt, heeft de traditionele bosloop als conditietraining afgeschaft en verklaart dat hij de spelers alleen nog maar met de bal laat werken. De verbijstering bij de voorzitter en diens bestuur bereikt helemaal het toppunt als Mourinho in de eerste wedstrijden monter drie aanvallers opstelt, wat in het Portugese voetbal alleen voorbehouden lijkt aan de drie topclubs. Maar de trainer slaagt in zijn opzet. Hij wil proberen vierde of derde te worden, met alle middelen die hem daarvoor ter beschikking staan. “En ik slaagde erin ook mijn spelers ervan te overtuigen dat het mogelijk was”, legde hij vorig jaar uit. “Ik maakte ze beter met mijn trainingen en versterkte het groepsgevoel. Ik kende toen al perfect de macht van de psychologie. Ik hield ze voor dat ik hoe dan ook weer voor een van de drie Portugese topclubs zou werken en dat ze allemaal een kans maakten met mij mee te gaan – uiteraard afhankelijk van mijn nieuwe club. Dat zorgde voor een geweldige sfeer, waardoor we in december op de derde plaats stonden.”
Mourinho verricht een wonder, want União de Leiria lijkt plotseling een topclub. Zo wint de ploeg op 9 december 2001 met 7-0 van Salgueiros, onder meer door vier treffers van de Braziliaanse spits Derlei.
Grote leider
Op 23 januari 2002 zal Mourinho União de Leiria verlaten, tot groot verdriet van zijn spelers en het bestuur. Maar het grote FC Porto heeft hem nodig, de enige club die hij in zijn trainerscarrière tot dan toe in zijn hart heeft gesloten. Hij kent voorzitter Jorge Nuno Pinto da Costa door en door, terwijl die op zijn beurt Mourinho ziet als een uiterst bekwame trainer die er voor zijn gevoel aan toe is FC Porto naar successen te leiden. De status van Mourinho is rijzende. Natuurlijk, de voorzitter weet dat de commentaren over zijn jonge leeftijd weer zullen komen. Terwijl bepaalde supporters hem haten omdat ze hem arrogant vinden. “Waarom dan toch Mourinho”, stelde de voorzitter onlangs retorisch. “Omdat het mijn droom was ! Hij kwam op mij altijd over als een grote trainer en een grote leider. De accuraatste schets van zijn karakter gaf hij zelf tijdens zijn presentatie aan pers en supporters. ‘Wij worden volgend jaar kampioen’, stelde Mourinho. Dat zegt alles.”
In de pers verwoordt de nieuwe trainer zijn concrete doelen. “Ik beloof dat ik altijd zal proberen op de aanval te spelen en dat we elke dag gericht zullen werken tot we het perfecte aanvalsmodel hebben gevonden. Als die dag komt, beloof ik jullie tot slot prachtig aanvallend voetbal.” De trainer zal zijn belofte moeiteloos waarmaken, maar niet voordat hij een spelersgroep in verval vakkundig verbouwt.
Net als bij Benfica treft hij bij Porto een selectie aan die vertrouwen en geestdrift ontbeert. FC Porto staat op de ranglijst maar net boven de middenmoot, voor de club een regelrechte schande. FC Porto is drie seizoenen op rij geen landskampioen geworden, maar de trainer weet waarom. “Dit is het slechtste Porto van de laatste twintig jaar”, vertelt Mourinho aan journalisten. “Ik geloof dat een voetbalteam alleen die naam mag dragen als elke speler de heilige wil heeft om te winnen, of hij nu deel uitmaakt van de basis of niet. Dat is mijn visie. Ik ben gestuit op een groep met veel verschillende persoonlijkheden. Ik maak snel lijstjes met spelers die kunnen vertrekken en begin te zoeken naar de voetballers die wél bereid zijn alles te geven.”
Mourinho slaagt erin genoeg spelers voor zich te winnen om het eerste seizoen te overleven, waarbij hij bouwt op spits Benni McCarthy, middenvelder Deco en verdediger Ricardo Carvalho. Vooral dankzij hen kwalificeert Porto zich voor Europees voetbal.
Tactisch vernuft
De psychologische krachten en de methodistische trainingsaanpak van Mourinho krijgen vanaf augustus 2002 verder gestalte. Hij heeft gesneden in zijn spelersgroep en is nog beter in staat om te gaan met teleurgestelde vedetten. Hij is simpelweg keihard. Aanvaller Hélder Postiga is een van de eersten die hardhandig met Mourinho in aanraking komt en conflicten met onder andere Maniche volgen. Maar de vrede komt altijd tot stand.
Tijdens de voorbereiding probeert Mourinho iets nieuws. Hij wisselt telkens in de rust zijn complete basisteam, om zo voldoende zicht te krijgen op de samenstelling die het best in staat is zijn tactische ideeën uit te voeren. Mourinho wil uitgaan van de complete dominantie, waarbij spelers moeten leren de bal in hun bezit te houden als de situatie op het veld niet geschikt is voor een aanvalsopbouw. Bijvoorbeeld als er bij balverlies op het middenveld onmiddellijk een gevaarlijke counter dreigt.
Maar het spelen op balbezit heeft ook een ander doel. Mourinho noemt het “uitrusten met de bal. Voetballers kunnen nooit negentig minuten voluit gaan. Vermoeide voetballers maken sneller fouten, krijgen eerder blessures en missen kansen die ze anders benutten. Waar het in mijn visie om draait, is dat mijn elftal soms even bewust de bal in de ploeg houdt, om uit te rusten en nieuwe geestelijke energie te verkrijgen.”
Niets is in augustus 2002 bij FC Porto belangrijker dan het team. Hij dwingt zijn spelers video’s van henzelf te bekijken, waardoor ze leren dat een foute positionering het hele elftal kan schaden. Maar ook tijdens normale trainingen maakt Mourinho duidelijk hoezeer hij hecht aan het teamverband. Alle spelers die in de eerste helft van een oefenpartij aan de kant zitten, moeten voortdurend letten op de speler die op hun positie speelt en ze bijtijds van tactische tips voorzien. Zo leert Mourinho zijn voetballers in elke situatie na te denken over hoe het elftal dominant kan zijn. Mourinho : “Ik zag dat het begon te werken, mijn spelers pikten het op en het voetbal groeide naar een hoger niveau.”
Champions League
FC Porto zal vanaf augustus 2002 een seizoen beleven dat nog lang de warme herinneringen zal blijven voeden. Porto is vrijwel vanaf de competitiestart de onbetwiste koploper en slaagt erin ook Europees indruk te maken. Mourinho heeft een rotatiesysteem geïntroduceerd, dat ervoor zorgt dat de meeste spelers perfect in staat zijn tot het eind van het seizoen topprestaties te leveren. In de Uefacup lijdt dit tot de mooiste beloning die Mourinho zich tot dan toe kan voorstellen. Na onder meer een 4-1-overwinning op Lazio Roma in de halve finale winnen de Portugezen ook in de finale, waarin ze Celtic Glasgow met 3-2 verslaan.
Dat de jaargang 2003/04 nóg fraaiere vormen zal aannemen, durft zelfs Mourinho in de zomer van 2003 niet te voorspellen. Op de vraag van een journalist of zijn team de Champions League kan winnen, antwoordt hij ontkennend met het verhaal dat een team van bijna louter Portugezen niet op kan tegen de macht van de ‘echte’ Europese top. Maar voor één keer is Mourinho dolblij dat hij zijn ongelijk zal moeten erkennen. Zijn team, met onder andere Deco, McCarthy, Hélder Postiga, Ricardo Carvalho, Vítor Baía en Jorge Costa, verrast na het opnieuw behalen van de landstitel de Europese elite volledig.
Op weg naar de finale in het Duitse Gelsenkirchen overwint het elftal onder meer Manchester United en Olympique Lyon, mede dankzij een treffer in de laatste minuut tegen de Engelsen op Old Trafford. AS Monaco is in de finale de laatste tegenstander. In een spannende maar weinig boeiende wedstrijd is het geslepen Porto veel te sterk : 3-0. Het team van Mourinho controleert, domineert, ontregelt en vertraagt, tot de Monegasken er wanhopig van worden. Tussendoor profiteren de Portugezen optimaal, onder meer dankzij een perfecte counter en een verdedigingsfout.
De droom
Vlak na de Champions Leaguefinale op 26 mei 2004 laat José Mourinho weten dat hij Portugal verruilt voor Londen. Met dezelfde zelfverzekerdheid, dezelfde uitstraling en dezelfde werkwijze gaat hij aan de slag in Engeland, met als voornaamste missie van Chelsea de Europese topclub te maken die zich structureel in de buurt van Real Madrid en AC Milan ophoudt. Mourinho heeft nog een contract tot de zomer van 2010, maar daarna wacht pas zijn echte droom : als bondscoach van Portugal Europees of wereldkampioen worden. l
MARTIJN HORN
‘Ik wil alleen maar werken met spelers die ik blindelings kan vertrouwen.’
na chelsea wacht voor mourinho zijn echte droom : als bondscoach van Portugal Europees of wereldkampioen worden.