Luca Brecel wereldkampioen snooker: hoe onze ergernis omsloeg in bewondering

Luca Brecel. © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Zijn voorbereiding op het WK was apart, zijn nachtelijke avonturen tijdens het toernooi merkwaardig. Het belette Luca Brecel niet om geschiedenis te schrijven, als eerste snookerspeler van het Europese vasteland die wereldkampioen werd. Dat verandert meteen ook de perceptie.

September 2008, Belgian Open, Duffel. Het deelnemersveld is indrukwekkend, met onder meer de ex-wereldkampioenen Shaun Murphy, John Parrot, Mark Selby en Ken Doherty. Plús Luca Brecel, een Limburgse jongen van amper 13 die al geregeld een maximale 147-break uit zijn mouw schudt en zelfs een century (100 punten) met zijn rechter- én zijn linkerhand kan scoren. Kenners voorspellen hem een gouden toekomst: ‘De vraag is niet óf hij ooit de wereldtitel behaalt, maar wannéér.’

Brecel lijkt die belofte te zullen inlossen wanneer hij zich in 2012, 17 pas, plaatst voor het WK, als jongste ooit. Hij verliest er in de eerste ronde, maar doet later dat jaar weer monden openvallen, wanneer hij op één gelukte pot van de halve finale van het UK Championship (een van de drie Triple Crown-toernooien) strandt.

Wispelturig

Het bleef niet duren. Brecel verdwaalde in het doolhof van verwachtingen en verleidingen. Weinig zin om uren te trainen, te wispelturige en negatieve gedachten aan de snookertafel, een slechter wordende techniek. Niet onlogisch voor een tiener op wie de druk als supertalent zo zwaar woog. The Kid from Belgium werd over het Kanaal door sommige kenners zelfs al afgeschreven. ‘It’s over. Luca is gone.’

Toch raakte Brecel het spoor nooit helemaal bijster, mede dankzij Chris Henry, coach van onder meer ex-wereldkampioenen Stephen Henry en Shaun Murphy. Die vertelde ons in 2015, tijdens een interview voor Sport/Voetbalmagazine, hoe hij bij de 20-jarige Limburger een nieuwe werkethiek had ingepompt.

‘Practice makes perfect’, wordt vaak gezegd. Maar dat klopt niet helemaal. Beter is: ‘Practice makes permanent.’ Daarom is veel trainen, zelfs voor een talent zoals Luca, zo belangrijk: om in je hersenen hechte verbindingen te creëren die je op automatische piloot handelingen laten uitvoeren. Vergelijk het met autorijden: na tienduizenden kilometers kun je ook rijden zonder dat je erbij hoeft na te denken.’

Volgens Henry was dat ook de sterkte van zevenvoudig wereldkampioen Stephen Hendry. ‘Door zijn vele uren training werden de neurologische verbindingen geen draadjes maar kabels. Zelfs tijdens een spannende WK-finale hoefde Stephen maar de software te laten lopen die hij had geprogrammeerd, waardoor hij snel in the zone belandde en altijd relaxed bleef.’

Vooruitdenken

Henry geloofde dat Brecel dat ook kon, als hij maar hetzelfde zou doen als Stephen Hendry: ‘Zes uur trainen per dag, zes dagen per week.’ Pas dan zou The Belgian Bullet alles uit zijn buitengewone talent kunnen halen. Daar bleef de snookercoach heilig van overtuigd.

‘Luca heeft iets bijzonders. Na slechts één vlugge blik op de tafel weet hij exact wat hij moet doen, zoals Jimmy White en Alex Higgins (ex-wereldkampioenen, nvdr) indertijd, en nu Ronnie O’Sullivan. Natuurtalenten die niet twee, maar vier, vijf pots vooruitdenken én het plan snel uitvoeren. Luca kan ook tegen absolute toppers spelen zonder onder de indruk te zijn. Met de ingesteldheid: “Nummer één van de wereld? So what! Ik ga je aanvallen!”’

Volgens Henry had Brecel (in 2015) nog maar flitsen laten zien van wat hij écht kon. ‘Op training is hij soms buitenaards. Als Luca ooit in een toernooi drie 147-breaks uit zijn mouw schudt, zal de hele snookerwereld op z’n kop staan, maar zal ik niet verbaasd zijn. Met een speciaal talent zoals hij weet je nooit wat er kan gebeuren. Maar om dat topniveau in élk toernooi te halen, moeten we eerst die gewoonten qua techniek, gevolgd door het zelfvertrouwen, helemaal in hem slijpen.’

Wake-upcall

De woorden van de snookercoach bleven ons de volgende jaren bij toen Brecel in 2017 zijn eerste ranking event won (de China Championships), of in 2021 als eerste speler van het Europese vasteland de finale bereikte van een Triple Crown-toernooi (het UK Championship).

Maar ook toen hij even vaak de teleurstellende prestaties opstapelde, en op het WK in Sheffield zelfs nooit een match won. Of toen Brecel in een interview met Knack vorig jaar sprak over hoe hij jaren last had gehad van hyperventilatie. Een van de hoofdredenen volgens hem waarom hij zijn potentieel nog niet volledig had kunnen benutten.

Toen Brecel begin maart dit jaar bekendmaakte dat er ‘verontrustende bloedresultaten’ bij hem waren vastgesteld, en dat het een ‘wake-upcall’ was, fronsten we ook even de wenkbrauwen. Nog meer toen hij net voor het WK vertelde dat hij tijdens de voorbereiding vooral… darts had gespeeld en vaak op stap was geweest. Het moest hem mentaal fris houden voor het WK, zodat hij kon presteren wanneer het echt telde.

Het leek te renderen, want Brecel won eindelijk zijn eerste WK-match, weliswaar nipt (10-9) tegen Ricky Walden, en schakelde vervolgens drievoudig wereldkampioen Mark Williams uit. Waarop hij even terugkeerde naar België, uitging tot zeven uur ’s ochtends en stomdronken in zijn bed kroop. Brecel vertelde het zonder blozen en schaamte, maar wij schudden het hoofd. Not done, toch? Zelfs voor een snookerspeler, die niet hoeft te teren op een uitzonderlijke fysieke conditie?

Roekeloos

Toch leek het de Free Bird, zoals op zijn vingers staat getatoeëerd, vleugels te geven: een comeback tegen zevenvoudig wereldkampioen Ronnie O’Sullivan in de kwartfinale, een nog straffere comeback tegen de jonge Chinees Si Jiahui in de halve finale.

We bleven echter twijfelen: zou Brecels onconventionele voorbereiding hem vroeg of laat niet zuur opbreken in die lange, slopende matchen? Nee, want zelfs in de finale tegen Mark Selby bleef de Limburger uitpakken met weergaloos snooker, balancerend op de dunne lijn tussen verstandig en roekeloos aanvallen. Een ‘swashbuckling style’, zoals de Britse media het omschreven, waarmee de Belgische virtuoos het kennerspubliek in The Crucible en snookerfans wereldwijd inpakte. Het leverde hem een voorsprong van 16-10 op.

Even leek Brecel te blokkeren, toen hij plots begon te missen en de veerkrachtige Selby terugkeerde tot 16-15. Toch hervond hij het mentale evenwicht met breaks van 51 en 112: 18-15. Goed voor zijn eerste wereldtitel en open doekjes van de hele snookerwereld.

Geen toevalstreffer

Zelfs de doorgaans ernstige Britse kranten waren lyrisch in hun commentaar. The Times: ‘We are Luca loopy.’ The Guardian: Snooker has a new rock star. Ook Mark Selby gaf toe dat hij voor Brecel zou hebben gesupporterd als hij niet zijn tegenstander was geweest. Omdat hij weet dat de aanvallende stijl van The Belgian Bullet snookerfans ook ver buiten Groot-Brittannië zal verleiden.

Het deed ook onze ergernis over zijn voorbereiding grotendeels omslaan naar verwondering en bewondering. Niet alleen vanwege zijn manier van spelen, maar ook door hoe Brecel er eindelijk in slaagde om die lange partijen, met meerdere sessies, zonder fatale concentratiedipjes te overleven.

Ook de ultieme comeback van Selby in de finale kon hem niet kraken. ‘Het teken van een echte kampioen’, zei BBC-analist John Parrott achteraf. Zoals ook Selby benadrukte: het WK winnen is geen toevalstreffer, ‘you can’t fluke the world championship.’ Zeker niet als je, zoals Brecel, drie spelers, goed voor in totaal veertien wereldtitels, hebt verslagen.

Bevestigen

Eindelijk heeft Luca Brecel zo waargemaakt wat al in 2008 werd voorspeld, en wat hij met zijn talent misschien al eerder had kunnen/moeten verwezenlijken. Het pleit voor hem dat hij er zelf in bleef geloven en zo zijn droom realiseerde. Ondanks of mede dankzij zijn ‘aparte’ voorbereiding? Alleen hij zal het weten.

Feit is dat je niet alleen wereldkampioen wordt door op de lappen te gaan. Daar gaan, ook bij Brecel, duizenden trainingsuren aan vooraf. Hij deed het niet altijd even plichtsgetrouw en consequent, maar veroverde desondanks een historische wereldtitel, als eerste speler van het Europese vasteland.

Brecel zou zijn immense talent en zijn reputatie als ‘rockster’ nog meer eer aandoen als hij de komende jaren kan bevestigen. Een wereldkampioen is hij al voor het leven. Of hij ook ooit een snookericoon wordt, hangt van hemzelf af. Dat kan zelfs een supertalent als hij alleen door te blijven trainen, op zijn sport te focussen, en niet te lang te feesten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content